Barst
23rd April 2016, 21:45
‘Ouders willen superkids in het kwadraat’
De Duitse psychiater Michael Schulte-Markwort vindt dat ouders en kinderen te veel onder druk staan. ‘Gezinnen gaan steeds meer op bedrijven lijken waarin niemand tekort mag schieten. Als kinderen niet weetgierig, gedisciplineerd en intelligent zijn, dreigt er een grote crisis.’
Michael Schulte-Markwort (59) is een van de meest geprezen psychiaters van Duitsland. Als hoofd van de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het academisch ziekenhuis van Hamburg-Eppendorf heeft hij decennia aan klinische ervaring. Daarnaast schreef hij meerdere boeken over het psychisch welzijn van jongeren en kinderen. Het laatste is Superkids, waarin hij ouders waarschuwt dat ze geen machtsstrijd moeten aangaan met hun kinderen. Respect en wederzijds begrip zouden veel belangrijker zijn.
In Superkids schrijft u dat een gewone dag voor veel pubers een bijna onoverkomelijk probleem is. Is het werkelijk zo erg?
MICHAEL SCHULTE-MARKWORT: Onlangs had ik een moeder met een tienjarige jongen op consultatie. Ze duwde me een boek over geheugentraining onder de neus. Ze dacht dat ze eindelijk iets gevonden had wat haar zoon kon helpen, want ze dacht dat hij een probleem had met zijn geheugen. Maar toen ik met de jongen sprak, had ik snel door dat zijn intelligentie ver onder het gemiddelde lag. Hij begreep bijna geen enkele vraag en antwoordde altijd met stereotiepe gesticulaties, alsof hij iets bijzonders zei. Hij wapperde met zijn handen, gebruikte zinswendingen als ‘wel, weet u’, en vervolgens kwam er niets meer. Dat greep me bijzonder aan. Dat aardige kind mocht niet minderbegaafd zijn, omdat zijn ouders dat niet accepteerden. Het gesprek waarin ze de diagnose te horen zullen krijgen, moet nog plaatsvinden. Dat wordt moeilijk. Vaak verlopen die gesprekken alsof ik de ouders moet zeggen dat hun kind kanker heeft.
Is dat geen heel dramatische vergelijking?
SCHULTE-MARKWORT: Het besef dat hun kind niet intelligent is, hakt op ouders in alsof het kanker heeft. Ze denken dat een onintelligent kind geen plaats zal vinden in de samenleving en ongelukkig zal zijn. Veel ouders willen die diagnose helemaal niet horen, ze blijven psychologen afschuimen tot een of andere test een aanvaardbaar resultaat oplevert. Een kind dat niet slaagt is een stigma.
En hoe zien die kinderen dat zelf?
SCHULTE-MARKWORT: De meesten zijn opgelucht als ze de diagnose te horen krijgen. Ze voelen zelf al lang dat er iets schort. Maar ze voelen zich schuldig wanneer ze merken hoeveel hun ouders zich schamen. Veel gezinnen zijn als kleine bedrijfjes, niemand mag tekortschieten. Kinderen worden een soort werknemers die moeten zorgen dat de resultaten gehaald worden. Ze moeten gedisciplineerd, weetgierig en intelligent zijn, alle studiemogelijkheden gewillig aangrijpen en de toch al zwaar belaste ouders niet met nog meer problemen opzadelen. Als ze daar niet in slagen, dreigt de crisis. Daardoor zijn veel kinderen bang om hun ouders teleur te stellen, ook normale, intelligente kinderen die de verwachtingen niet kunnen inlossen.
Krijgt u vaak zulke goed functionerende kinderen over de vloer?
SCHULTE-MARKWORT: Ik zie veel opgroeiende kinderen die niet ziek zijn en toch lijden. De meesten zijn fantastische mensen. Ze zijn bedachtzaam, doen hun best en hun gezin en vrienden betekenen veel voor hen. En toch teisteren we hen met alsmaar nieuwe eisen.
Waarom doen we dat?
SCHULTE-MARKWORT: We willen dat ze superkids in het kwadraat worden. Ze moeten goed presteren op school, in de sportclub én op de muziekles. Ze leren dat presteren cruciaal is. Daardoor krijgen ze het gevoel dat het nooit goed genoeg is en dat veroorzaakt enorm veel stress.
Waarom hechten we zoveel belang aan prestaties?
SCHULTE-MARKWORT: Onze samenleving is geobsedeerd door het verlangen om alles perfect te maken. Ouders willen hun kinderen zo goed mogelijk voorbereiden op een wereld waarin de carričremogelijkheden beperkt zijn. Dat is een heel begrijpelijke en natuurlijke reflex. Maar ouders staan vaak als trainers aan de rand van een arena, meten de hele tijd prestaties en kunnen niet meer ontspannen met hun kinderen omgaan. Ondertussen discussiëren ze met andere ouders, doorgaans in een sfeer van paniek omdat ze vrezen dat de concurrentie een voorsprong zal nemen.
Over de zogenaamde helikopterouders die de hele tijd om hun kinderen heen cirkelen, is al veel geschreven
SCHULTE-MARKWORT: Maar die bedoel ik helemaal niet! Uiteraard bestaan er dwangmatige ouders, maar ik heb het over de grote massa doodgewone vaders en moeders die allemaal hetzelfde probleem hebben: onzekerheid.
Is onzekerheid niet gewoon een overtrokken modethema?
SCHULTE-MARKWORT: Nee, ik heb er in mijn job elke dag mee te maken. Talrijke moeders en vaders hebben geen vertrouwen dat hun kind zich op de een of andere manier goed door het leven zal slaan. Daarom trachten ze dat gebrek aan vertrouwen te compenseren door zich maximaal in te zetten, door steun te zoeken bij opvoedingsadviseurs en bijscholingsprogramma’s. Die zijn echter zo divers en tegenstrijdig dat ze de ouders alleen maar onzekerder maken. Ik weet hoe verwarrend een vloed aan tegenstrijdige informatie kan zijn, ik heb daar zelf enkele deprimerende ervaringen mee meegemaakt.
Zoals?
SCHULTE-MARKWORT: Enkele jaren geleden wilde ik een handleiding voor aanstaande moeders maken. Die moest gedetailleerd opsommen wat de gevolgen waren voor het kind als de moeder ongezonde dingen deed tijdens de zwangerschap. Maar de resultaten van de wetenschappelijke literatuur waren zo uiteenlopend dat ik geen eenduidige antwoorden vond. Als een expert dat niet kan, hoe moeten ouders daarin slagen? Desondanks worden ouders met de regelmaat van de klok openlijk berispt en gestraft voor vermeende opvoedingsfouten. Dat is onfair en leidt tot nog meer druk.
Het ouderschap lijkt een zware klus.
SCHULTE-MARKWORT: De meeste gezinnen zijn overbelast. Het gevolg is dat het aantal psychische stoornissen bij kinderen niet gestegen is in vergelijking met tien jaar geleden, maar het aantal depressies en burn-outs wel. Ook moeders worden zwaar belast, vaak nog meer dan de vaders, omdat ze de zorgen van hun kinderen eerder aanvoelen en de tweespalt tussen werk en gezin intenser beleven. Dat klinkt stereotiep, maar het klopt. Zonder mama-logistiek draait het gezin haast altijd vierkant.
En wat met de scholen?
SCHULTE-MARKWORT: Scholen zijn een spil in de concurrentiestrijd. Volgens een recente bevraging vindt de helft van de leerlingen dat ze te veel huistaken krijgen, en 65 procent spelen die taken enkel met ouderlijke hulp klaar. Ikzelf heb voor mijn beide kinderen in het middelbaar onderwijs een eindwerk geschreven.
Waarom deed u dat?
SCHULTE-MARKWORT: Ik wilde mijn kinderen niet overleveren aan onrealistische verwachtingen. Toch vind ik het absurd dat ik zoiets moet doen als ouder. Maar dat is de moeilijkheid: wanneer je in ons systeem leeft, kun je je daar niet helemaal aan onttrekken.
Anderzijds moeten we de inmenging van ouders niet dramatiseren. Het is een romantische misvatting dat kinderen zich goed ontwikkelen als ze de hele dag buiten spelen en ‘s avonds met kapotte knieën naar huis komen. Ondanks alle kritiek op onze competitieve maatschappij besef ik dat kinderen hun mannetje zullen moeten staan. Je kunt ze niet voor de werkelijkheid in bescherming nemen. Het is belangrijk om op tijd de juiste balans te vinden, daarom vraag ik kinderen wat ze plezierig vinden.
En?
SCHULTE-MARKWORT: Vaak helemaal niets. Vervolgens vraag ik wat ze als gezin doen, wat ze allemaal leuk vinden en hen houvast biedt. Maar meestal staren ze me dan hulpeloos aan.
Hoe moeten ouders er op die manier nog iets van maken?
SCHULTE-MARKWORT: Dat kan als ze heel fijne antennes krijgen voor wat hun kinderen willen en nodig hebben. Als het over hun eigen leven gaat, kunnen volwassenen meestal vrij goed zeggen wat hun vreugde verschaft en wat alleen maar energie opslorpt. Al die vragen moeten ouders in de plaats van hun kinderen beantwoorden. Als ze daarbij rekening houden met de persoonlijkheid van hun kind merken ze ook tot welke prestaties het in staat is en welke steun het nodig heeft om zich goed te ontwikkelen. Ouders die hun kind en diens mogelijkheden realistisch kunnen inschatten, gedragen zich zekerder en natuurlijker.
Dat klinkt erg eenvoudig, maar hoe doe je zoiets in de praktijk?
SCHULTE-MARKWORT: Zo moeilijk is dat allemaal niet. Wanneer ouders zich meer bekommeren om de relaties met hun kind dan met de opvoeding boeken ze snel goede resultaten.
U vindt een opvoeding overbodig?
SCHULTE-MARKWORT: Als ouders een goede relatie hebben met hun kind en zelf het goede voorbeeld geven, dan is een opvoeding grotendeels overbodig. Als je hen met respect en als een gelijke behandelt, werken kinderen goed mee.
Daar zullen weinig mensen het mee eens zijn.
SCHULTE-MARKWORT: Dat kan wel zijn, maar na meer dan dertig jaar klinische ervaring ben ik tot die overtuiging gekomen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zoals kinderen die hun emotionaliteit niet kunnen beteugelen, die voortdurend schreeuwen of om zich heen slaan wanneer ze gefrustreerd zijn. In zulke gevallen spreken we van affectieve ontregeling. Zulke opgroeiende kinderen hebben voorspelbare regels nodig. Een van mijn patiënten, een kleuter, verdraagt bijvoorbeeld geen overgangen. Als het einde van een feestje nadert, gaat hij door het lint. Alleen als zijn ouders op die situatie anticiperen, is een rustige afloop mogelijk: ze waarschuwen de jongen een half uur voor het einde een eerste keer en herinneren er hem dan om de vijf minuten aan dat het feestje bijna afgelopen is.
Stel dat een vierjarig jongetje op straat niet aan de hand van zijn moeder wil lopen? Moet je zo’n kind dan niet straffen?
SCHULTE-MARKWORT: Ik zou een compromis sluiten en de jongen voorstellen om niet aan de hand, maar aan de binnenkant van het trottoir te lopen. Wanneer hij op straat wil lopen, kun je hem dan nog tegenhouden. Maar ik geloof niet dat hij dat zou doen. In wezen wil hij zijn moeder gewoon signaleren dat hij groot genoeg is en dat ze hem moet vertrouwen. En hij heeft gelijk. Hand in hand lopen stelt alleen de moeder gerust.
Een ander voorbeeld. Een twaalfjarig meisje heeft problemen op school en kan niet meer gemotiveerd worden. Weken gaan voorbij, thuis neemt de spanning toe, maar er verandert niets. Wat doet u in zo’n geval?
SCHULTE-MARKWORT: Ik vraag het meisje, dat een prille puber is, of er bepaalde conflicten zijn. Wanneer ze me ontwijkt, vraag ik een familielid of vriend met het gezin te praten. Ik ben er zeker van dat als ouders zich oprecht zorgen maken over haar schoolproblemen, zonder daarbij te insinueren dat ze lui is, ze een goed contact met hun dochter zullen opbouwen. En op een rustiger moment kunnen ze het meisje vragen om hun ouderlijke zorgen ernstig te nemen. Die wederkerigheid is doorslaggevend. Elke goede relatie berust op reciprociteit. Er bestaan immers geen alternatieven. Dreigen met consequenties en daarbij de druk opvoeren omdat kinderen een vermeend verkeerd gedrag vertonen is niet aangewezen.
Nochtans doen mensen dat constant en lijkt dat redelijk goed te lukken. Waarom is dat een probleem?
SCHULTE-MARKWORT: Dreigementen leiden niet tot een duurzame relatie. We zouden toch ook niemand tolereren die enkel met ons naar de bioscoop gaat als we onze kamer opruimen?
Moeten ouders geen grenzen trekken en hun kinderen in bescherming nemen? Volwassenen weten tenslotte beter hoe de wereld in elkaar zit.
SCHULTE-MARKWORT: Natuurlijk moeten ouders grenzen trekken en die laten naleven. Maar dat kan ook in een relatie die op een wederzijds partnerschap is gebaseerd. Als moeder of vader zal je veel doeltreffender zijn als je de eigenheid van je kind accepteert en elkaar met genegenheid, redelijkheid en liefde benadert. Ook kinderen kunnen dat. Kinderen verzetten zich maar zelden tegen een verzoek dat ze als ernstig ervaren. Ze revolteren wel tegen opvoedingsmaatregelen die ze als een inbreuk aanvoelen of niet begrijpen. Wie voor een machtsstrijd met zijn kind kiest, zal uiteindelijk verliezen.
Hoe moet het dan wel?
SCHULTE-MARKWORT: Toon belangstelling. Je moet niet in het gevlei willen komen, maar door interesse te tonen behoud je het contact. Mijn eigen zoon speelde een poosje veel racespelletjes op de computer. Hij liet die wagentjes constant botsen omdat hij wist hoeveel dat me stoorde. Maar dat is geen probleem. Opgroeiende kinderen vinden het meestal fijn om door spelletjes in hun eigen wereld op te gaan. Ze vormen een tegengewicht voor de wereld van de ouders. Slechts weinig kinderen lijden aan een ziekelijke computerverslaving, en de meesten die er wel aan lijden konden ook voordien niet met hun omgeving overweg. Alle anderen moeten zich door die levensfase worstelen
Hoe hebt u de problemen met uw zoon aangepakt?
SCHULTE-MARKWORT: Eerst probeerde ik uit te leggen hoe irrationeel dat spelletje was. Op een bepaald moment besefte ik echter dat het beter was dat hij me uitlegde waarom hij gefascineerd was door auto’s. Zo kregen we een band en ontmijnde ik de situatie.
Knack, 20-04-2016 (<Katja Thimm - ©Der Spiegel)
De Duitse psychiater Michael Schulte-Markwort vindt dat ouders en kinderen te veel onder druk staan. ‘Gezinnen gaan steeds meer op bedrijven lijken waarin niemand tekort mag schieten. Als kinderen niet weetgierig, gedisciplineerd en intelligent zijn, dreigt er een grote crisis.’
Michael Schulte-Markwort (59) is een van de meest geprezen psychiaters van Duitsland. Als hoofd van de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het academisch ziekenhuis van Hamburg-Eppendorf heeft hij decennia aan klinische ervaring. Daarnaast schreef hij meerdere boeken over het psychisch welzijn van jongeren en kinderen. Het laatste is Superkids, waarin hij ouders waarschuwt dat ze geen machtsstrijd moeten aangaan met hun kinderen. Respect en wederzijds begrip zouden veel belangrijker zijn.
In Superkids schrijft u dat een gewone dag voor veel pubers een bijna onoverkomelijk probleem is. Is het werkelijk zo erg?
MICHAEL SCHULTE-MARKWORT: Onlangs had ik een moeder met een tienjarige jongen op consultatie. Ze duwde me een boek over geheugentraining onder de neus. Ze dacht dat ze eindelijk iets gevonden had wat haar zoon kon helpen, want ze dacht dat hij een probleem had met zijn geheugen. Maar toen ik met de jongen sprak, had ik snel door dat zijn intelligentie ver onder het gemiddelde lag. Hij begreep bijna geen enkele vraag en antwoordde altijd met stereotiepe gesticulaties, alsof hij iets bijzonders zei. Hij wapperde met zijn handen, gebruikte zinswendingen als ‘wel, weet u’, en vervolgens kwam er niets meer. Dat greep me bijzonder aan. Dat aardige kind mocht niet minderbegaafd zijn, omdat zijn ouders dat niet accepteerden. Het gesprek waarin ze de diagnose te horen zullen krijgen, moet nog plaatsvinden. Dat wordt moeilijk. Vaak verlopen die gesprekken alsof ik de ouders moet zeggen dat hun kind kanker heeft.
Is dat geen heel dramatische vergelijking?
SCHULTE-MARKWORT: Het besef dat hun kind niet intelligent is, hakt op ouders in alsof het kanker heeft. Ze denken dat een onintelligent kind geen plaats zal vinden in de samenleving en ongelukkig zal zijn. Veel ouders willen die diagnose helemaal niet horen, ze blijven psychologen afschuimen tot een of andere test een aanvaardbaar resultaat oplevert. Een kind dat niet slaagt is een stigma.
En hoe zien die kinderen dat zelf?
SCHULTE-MARKWORT: De meesten zijn opgelucht als ze de diagnose te horen krijgen. Ze voelen zelf al lang dat er iets schort. Maar ze voelen zich schuldig wanneer ze merken hoeveel hun ouders zich schamen. Veel gezinnen zijn als kleine bedrijfjes, niemand mag tekortschieten. Kinderen worden een soort werknemers die moeten zorgen dat de resultaten gehaald worden. Ze moeten gedisciplineerd, weetgierig en intelligent zijn, alle studiemogelijkheden gewillig aangrijpen en de toch al zwaar belaste ouders niet met nog meer problemen opzadelen. Als ze daar niet in slagen, dreigt de crisis. Daardoor zijn veel kinderen bang om hun ouders teleur te stellen, ook normale, intelligente kinderen die de verwachtingen niet kunnen inlossen.
Krijgt u vaak zulke goed functionerende kinderen over de vloer?
SCHULTE-MARKWORT: Ik zie veel opgroeiende kinderen die niet ziek zijn en toch lijden. De meesten zijn fantastische mensen. Ze zijn bedachtzaam, doen hun best en hun gezin en vrienden betekenen veel voor hen. En toch teisteren we hen met alsmaar nieuwe eisen.
Waarom doen we dat?
SCHULTE-MARKWORT: We willen dat ze superkids in het kwadraat worden. Ze moeten goed presteren op school, in de sportclub én op de muziekles. Ze leren dat presteren cruciaal is. Daardoor krijgen ze het gevoel dat het nooit goed genoeg is en dat veroorzaakt enorm veel stress.
Waarom hechten we zoveel belang aan prestaties?
SCHULTE-MARKWORT: Onze samenleving is geobsedeerd door het verlangen om alles perfect te maken. Ouders willen hun kinderen zo goed mogelijk voorbereiden op een wereld waarin de carričremogelijkheden beperkt zijn. Dat is een heel begrijpelijke en natuurlijke reflex. Maar ouders staan vaak als trainers aan de rand van een arena, meten de hele tijd prestaties en kunnen niet meer ontspannen met hun kinderen omgaan. Ondertussen discussiëren ze met andere ouders, doorgaans in een sfeer van paniek omdat ze vrezen dat de concurrentie een voorsprong zal nemen.
Over de zogenaamde helikopterouders die de hele tijd om hun kinderen heen cirkelen, is al veel geschreven
SCHULTE-MARKWORT: Maar die bedoel ik helemaal niet! Uiteraard bestaan er dwangmatige ouders, maar ik heb het over de grote massa doodgewone vaders en moeders die allemaal hetzelfde probleem hebben: onzekerheid.
Is onzekerheid niet gewoon een overtrokken modethema?
SCHULTE-MARKWORT: Nee, ik heb er in mijn job elke dag mee te maken. Talrijke moeders en vaders hebben geen vertrouwen dat hun kind zich op de een of andere manier goed door het leven zal slaan. Daarom trachten ze dat gebrek aan vertrouwen te compenseren door zich maximaal in te zetten, door steun te zoeken bij opvoedingsadviseurs en bijscholingsprogramma’s. Die zijn echter zo divers en tegenstrijdig dat ze de ouders alleen maar onzekerder maken. Ik weet hoe verwarrend een vloed aan tegenstrijdige informatie kan zijn, ik heb daar zelf enkele deprimerende ervaringen mee meegemaakt.
Zoals?
SCHULTE-MARKWORT: Enkele jaren geleden wilde ik een handleiding voor aanstaande moeders maken. Die moest gedetailleerd opsommen wat de gevolgen waren voor het kind als de moeder ongezonde dingen deed tijdens de zwangerschap. Maar de resultaten van de wetenschappelijke literatuur waren zo uiteenlopend dat ik geen eenduidige antwoorden vond. Als een expert dat niet kan, hoe moeten ouders daarin slagen? Desondanks worden ouders met de regelmaat van de klok openlijk berispt en gestraft voor vermeende opvoedingsfouten. Dat is onfair en leidt tot nog meer druk.
Het ouderschap lijkt een zware klus.
SCHULTE-MARKWORT: De meeste gezinnen zijn overbelast. Het gevolg is dat het aantal psychische stoornissen bij kinderen niet gestegen is in vergelijking met tien jaar geleden, maar het aantal depressies en burn-outs wel. Ook moeders worden zwaar belast, vaak nog meer dan de vaders, omdat ze de zorgen van hun kinderen eerder aanvoelen en de tweespalt tussen werk en gezin intenser beleven. Dat klinkt stereotiep, maar het klopt. Zonder mama-logistiek draait het gezin haast altijd vierkant.
En wat met de scholen?
SCHULTE-MARKWORT: Scholen zijn een spil in de concurrentiestrijd. Volgens een recente bevraging vindt de helft van de leerlingen dat ze te veel huistaken krijgen, en 65 procent spelen die taken enkel met ouderlijke hulp klaar. Ikzelf heb voor mijn beide kinderen in het middelbaar onderwijs een eindwerk geschreven.
Waarom deed u dat?
SCHULTE-MARKWORT: Ik wilde mijn kinderen niet overleveren aan onrealistische verwachtingen. Toch vind ik het absurd dat ik zoiets moet doen als ouder. Maar dat is de moeilijkheid: wanneer je in ons systeem leeft, kun je je daar niet helemaal aan onttrekken.
Anderzijds moeten we de inmenging van ouders niet dramatiseren. Het is een romantische misvatting dat kinderen zich goed ontwikkelen als ze de hele dag buiten spelen en ‘s avonds met kapotte knieën naar huis komen. Ondanks alle kritiek op onze competitieve maatschappij besef ik dat kinderen hun mannetje zullen moeten staan. Je kunt ze niet voor de werkelijkheid in bescherming nemen. Het is belangrijk om op tijd de juiste balans te vinden, daarom vraag ik kinderen wat ze plezierig vinden.
En?
SCHULTE-MARKWORT: Vaak helemaal niets. Vervolgens vraag ik wat ze als gezin doen, wat ze allemaal leuk vinden en hen houvast biedt. Maar meestal staren ze me dan hulpeloos aan.
Hoe moeten ouders er op die manier nog iets van maken?
SCHULTE-MARKWORT: Dat kan als ze heel fijne antennes krijgen voor wat hun kinderen willen en nodig hebben. Als het over hun eigen leven gaat, kunnen volwassenen meestal vrij goed zeggen wat hun vreugde verschaft en wat alleen maar energie opslorpt. Al die vragen moeten ouders in de plaats van hun kinderen beantwoorden. Als ze daarbij rekening houden met de persoonlijkheid van hun kind merken ze ook tot welke prestaties het in staat is en welke steun het nodig heeft om zich goed te ontwikkelen. Ouders die hun kind en diens mogelijkheden realistisch kunnen inschatten, gedragen zich zekerder en natuurlijker.
Dat klinkt erg eenvoudig, maar hoe doe je zoiets in de praktijk?
SCHULTE-MARKWORT: Zo moeilijk is dat allemaal niet. Wanneer ouders zich meer bekommeren om de relaties met hun kind dan met de opvoeding boeken ze snel goede resultaten.
U vindt een opvoeding overbodig?
SCHULTE-MARKWORT: Als ouders een goede relatie hebben met hun kind en zelf het goede voorbeeld geven, dan is een opvoeding grotendeels overbodig. Als je hen met respect en als een gelijke behandelt, werken kinderen goed mee.
Daar zullen weinig mensen het mee eens zijn.
SCHULTE-MARKWORT: Dat kan wel zijn, maar na meer dan dertig jaar klinische ervaring ben ik tot die overtuiging gekomen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zoals kinderen die hun emotionaliteit niet kunnen beteugelen, die voortdurend schreeuwen of om zich heen slaan wanneer ze gefrustreerd zijn. In zulke gevallen spreken we van affectieve ontregeling. Zulke opgroeiende kinderen hebben voorspelbare regels nodig. Een van mijn patiënten, een kleuter, verdraagt bijvoorbeeld geen overgangen. Als het einde van een feestje nadert, gaat hij door het lint. Alleen als zijn ouders op die situatie anticiperen, is een rustige afloop mogelijk: ze waarschuwen de jongen een half uur voor het einde een eerste keer en herinneren er hem dan om de vijf minuten aan dat het feestje bijna afgelopen is.
Stel dat een vierjarig jongetje op straat niet aan de hand van zijn moeder wil lopen? Moet je zo’n kind dan niet straffen?
SCHULTE-MARKWORT: Ik zou een compromis sluiten en de jongen voorstellen om niet aan de hand, maar aan de binnenkant van het trottoir te lopen. Wanneer hij op straat wil lopen, kun je hem dan nog tegenhouden. Maar ik geloof niet dat hij dat zou doen. In wezen wil hij zijn moeder gewoon signaleren dat hij groot genoeg is en dat ze hem moet vertrouwen. En hij heeft gelijk. Hand in hand lopen stelt alleen de moeder gerust.
Een ander voorbeeld. Een twaalfjarig meisje heeft problemen op school en kan niet meer gemotiveerd worden. Weken gaan voorbij, thuis neemt de spanning toe, maar er verandert niets. Wat doet u in zo’n geval?
SCHULTE-MARKWORT: Ik vraag het meisje, dat een prille puber is, of er bepaalde conflicten zijn. Wanneer ze me ontwijkt, vraag ik een familielid of vriend met het gezin te praten. Ik ben er zeker van dat als ouders zich oprecht zorgen maken over haar schoolproblemen, zonder daarbij te insinueren dat ze lui is, ze een goed contact met hun dochter zullen opbouwen. En op een rustiger moment kunnen ze het meisje vragen om hun ouderlijke zorgen ernstig te nemen. Die wederkerigheid is doorslaggevend. Elke goede relatie berust op reciprociteit. Er bestaan immers geen alternatieven. Dreigen met consequenties en daarbij de druk opvoeren omdat kinderen een vermeend verkeerd gedrag vertonen is niet aangewezen.
Nochtans doen mensen dat constant en lijkt dat redelijk goed te lukken. Waarom is dat een probleem?
SCHULTE-MARKWORT: Dreigementen leiden niet tot een duurzame relatie. We zouden toch ook niemand tolereren die enkel met ons naar de bioscoop gaat als we onze kamer opruimen?
Moeten ouders geen grenzen trekken en hun kinderen in bescherming nemen? Volwassenen weten tenslotte beter hoe de wereld in elkaar zit.
SCHULTE-MARKWORT: Natuurlijk moeten ouders grenzen trekken en die laten naleven. Maar dat kan ook in een relatie die op een wederzijds partnerschap is gebaseerd. Als moeder of vader zal je veel doeltreffender zijn als je de eigenheid van je kind accepteert en elkaar met genegenheid, redelijkheid en liefde benadert. Ook kinderen kunnen dat. Kinderen verzetten zich maar zelden tegen een verzoek dat ze als ernstig ervaren. Ze revolteren wel tegen opvoedingsmaatregelen die ze als een inbreuk aanvoelen of niet begrijpen. Wie voor een machtsstrijd met zijn kind kiest, zal uiteindelijk verliezen.
Hoe moet het dan wel?
SCHULTE-MARKWORT: Toon belangstelling. Je moet niet in het gevlei willen komen, maar door interesse te tonen behoud je het contact. Mijn eigen zoon speelde een poosje veel racespelletjes op de computer. Hij liet die wagentjes constant botsen omdat hij wist hoeveel dat me stoorde. Maar dat is geen probleem. Opgroeiende kinderen vinden het meestal fijn om door spelletjes in hun eigen wereld op te gaan. Ze vormen een tegengewicht voor de wereld van de ouders. Slechts weinig kinderen lijden aan een ziekelijke computerverslaving, en de meesten die er wel aan lijden konden ook voordien niet met hun omgeving overweg. Alle anderen moeten zich door die levensfase worstelen
Hoe hebt u de problemen met uw zoon aangepakt?
SCHULTE-MARKWORT: Eerst probeerde ik uit te leggen hoe irrationeel dat spelletje was. Op een bepaald moment besefte ik echter dat het beter was dat hij me uitlegde waarom hij gefascineerd was door auto’s. Zo kregen we een band en ontmijnde ik de situatie.
Knack, 20-04-2016 (<Katja Thimm - ©Der Spiegel)