PDA

Bekijk de volledige versie : Zet een stoel bij voor de smartphone


Barst
16th April 2016, 16:18
Zet een stoel bij voor de smartphone


Dankzij de smartphone zijn we nooit meer helemaal afwezig, maar ook nooit meer helemaal aanwezig. Doet dat onze vriendschappen meer kwaad dan goed?


Als we nu niet ingrijpen, verliezen we een paar wezenlijke dingen, betoogt Sherry Turkle, die aan het Massachusetts Institute of Technology al dertig jaar onderzoekt wat technologie met onze relaties doet. Wij zijn het verleerd om een gesprek te hebben, betoogt ze in het boek Reclaiming conversation. The power of talk in a digital age. Waarmee alles wat uit die gesprekken voortkomt met uitsterven bedreigd is, onze empathie en betekenisvolle relaties op kop. Vrienden zijn verworden tot de mensen met wie je geregeld nog wel een fysieke ruimte deelt, terwijl je de connectie met de rest van de wereld openhoudt..

‘Ik deel het cultuurpessimisme van Sherry Turkle niet’, zegt Mariek Vanden Abeele, onderzoekster bij Minds-MICT, UGent. ‘Vergeet niet dat de smartphone nog maar een jaar of vijf wijdverspreid is. Die telefoons hebben ons hopen nieuwe communicatiemogelijkheden gegeven, en we zijn nog volop zoekende hoe we daarmee best omgaan.’

‘Whatsapp heeft veel veranderd’, denkt ook Dirk De Grooff, professor in de communicatietechnologie aan de KU Leuven. De app heeft één miljard gebruikers, en die sturen elkaar 45 miljard berichten per dag. ‘We weten veel meer dan vroeger van elkaar wat ons dag aan dag bezighoudt. Je kan Whatsapp gerust beschouwen als een vorm van praten. Het is iets heel anders dan Facebook, waarbij mensen hun leven graag van de spannendste kant laten zien. Communicatie via Whatsapp is vooral één op één, en heel persoonlijk. Mensen sturen elkaar berichten over wat hun bezighoudt.’

Communicatie via Whatsapp is nog op een andere manier persoonlijk, denkt Wannes Heirman, die aan de UAntwerpen onderzoek doet naar jongeren en online vriendschappen. ‘Jongeren hebben via Whatsapp toch vooral contact met hun beste vrienden. En voor tachtig procent van de jongeren zijn offline vriendschappen belangrijker dan online.’

Het lijkt er dus op dat de smartphone vooral de vorm van onze vriendschappen veranderd heeft. Maar kun je zo grondig aan de vorm morrelen, zonder dat de inhoud volgt? Een verkennende schets in vijf ontmoetingsvormen.


1. De afspraak

Vroeger was het simpel. Je sprak met iemand af, op een bepaalde plek en tijd. Sinds we gsm’s hebben, zijn afspraken ‘een continu verfijningsproces’, zegt Mariek Vanden Abeele.

Meer nog: de smartphone is ook een makkelijke manier om afspraken af te zeggen. Met afspraken die pas met het laatste Facebookbericht echt vastliggen, valt de gêne weg om even te facebooken: ‘toch maar niet’. Geef je een feest met zestig bevestigde genodigden, dan laten er in de loop van het feest minstens tien weten dat ze het toch niet redden (want moe, ziek, werk, of, al zullen ze dat zelden bekennen: er viel last minute via de smartphone een opwindender voorstel binnen).

Die cultuur van afzeggingen heeft niet alleen met het gebruiksgemak te maken. Als je met een tekstbericht afzegt, hoef je de van teleurstelling trillende mondhoek van de ander niet te zien. Dat we directe reacties vermijden, is wat Sherry Turkle zorgen baart.


2. De stilte

Dode momenten bestaan niet meer. Bij het minste spoor van verveling, alleen of in gezelschap, grijpen we naar onze telefoon. ‘Dat hoeft niet per se negatief te zijn’, zegt Wannes Heirman. ‘De smartphone is ook vaak een bron van gespreksonderwerpen.’

Het klopt, zo leert een rondvraag. Twee twintigers zoeken een filmscène op waarover ze een discussie hebben. Een meisje toont haar vriendin de profielfoto van een jongen met wie ze de avond voordien kennismaakte.

Een beetje verveling, een geregelde stilte zijn ook onderdelen van een goed gesprek, zegt Sherry Turkle. Daar is iets van aan, geeft Jonas, een van de zes vrienden op een Leuvens terras, toe. ‘We hebben nog wel diepe gesprekken, maar we komen er minder snel aan toe dan vroeger, voor we smartphones hadden.’ Of dat niet erg is? ‘Niet zo, we horen elkaar ook veel meer dan vroeger.’


3. De tête-à-tête

Waartoe dient een date met twee? Om bij te praten, uit te huilen, elkaar in vertrouwen te nemen. En toch: je moet maar even rondkijken om te zien dat er vaak nog twee andere gasten aan tafel zitten. Kan dat, echt betrokken zijn bij een tweegesprek en tegelijk je telefoon in de gaten houden? ‘Het is in elk geval moeilijk’, zegt Mariek Vanden Abeele. ‘Je lichaamshouding geeft al snel aan dat je niet bij de zaak bent. Waardoor je gesprekspartner kan denken dat je niet echt geïnteresseerd bent.’

Hoe erg het precies is als je tijdens een tweegesprek je telefoon gebruikt, is nog volop voorwerp van onderzoek. Uit een recent experiment bleek alvast dat mensen minder graag willen samenwerken met iemand die tijdens een eerste contact al meteen zijn telefoon gaat zitten te gebruiken.

Wat we wel al zeker weten, is dat je de ergernis over je ongepaste smartphonegebruik kan beperken. Als je erin slaagt oogcontact te houden, is het minder erg. Als je je telefoon checkt terwijl je zelf aan het woord bent, is het minder erg dan wanneer de andere aan het woord is. Als je aankondigt dat je je telefoon even zult gebruiken, maakt dat een verschil. Of nog: als je naar je telefoon grijpt zonder dat er iets binnengekomen is, is dat erger dan wanneer je een melding kreeg. Al kun je je afvragen waarom je elk bericht meteen wil zien als je bij een vriend bent.


4. Het telefoontje

Vroeger was het simpel (bis): ofwel was je samen, ofwel niet. En als je niet samen was, kon je bellen, of je kon een brief schrijven. Nu doen we alleen nog iets wat ertussenin zit. ‘We maken geen onderscheid meer tussen synchrone en asynchrone communicatie’, zegt Mariek Vanden Abeele. ‘We leven in de bijna-synchroniciteit.’

Hoewel we weten dat alleen binnenkomende telefoongesprekken écht levensbelangrijk kunnen zijn, en dat we met dat excuus onze telefoon op tafel leggen, reageren we op elke melding als was het een telefoontje. Dat ligt onder meer aan het vernuft van de appdesigners. Bij Facebook Messenger of Whatsapp ziet de afzender dat de geadresseerde het bericht bekeken heeft. ‘Daar krijg ik soms stress van’, zegt Elissa, een 23-jarige studente. ‘Soms worden mensen boos omdat je niet meteen antwoordt, of omdat je hun foto’s niet liket. Dat zet druk op de vriendschap.’


5. De zotte avond

Et voilà. Daar zitten we dan. Een vriendengroep rond een cafétafel. We zijn met velen, dus uiteraard is het minder erg dat er al eens naar een telefoon gekeken wordt. Turkle meent onder jongeren de ‘regel van drie’ te bespeuren. Zolang er minstens drie mensen zijn die luisteren naar de spreker, kun je je telefoon checken zonder gevaar voor sociale uitsluiting. En toch. Bij even doorvragen geven ook de smartphoners op de Leuvense terrassen aan dat ze het jammer vinden dat er avonden zijn waarop de interactie het aflegt tegen de smartphone.

‘Als ik naar een vergadering ga, is er nog een soort regel dat je niet gratuit op je smartphone zit te kijken’, zegt filmmaker Lenny Van Wesemael. ‘Maar kun je dat met vrienden ook doen? Ik zeg er soms wel iets van, maar ik wil ook niet de zaag zijn. En ik kijk zelf ook weleens. Al denk ik dat ik in sociale interactie nog wel meeval.’

Dat denken er wel meer. Het zijn altijd de anderen die erger zijn. Misschien worden we allemaal samen volwassen als smartphonegebruiker. De eerste tekenen daarvan zijn zichtbaar. Een veelbesproken techniek is de phone stack: aan het begin van de avond gaan alle telefoons op een hoop, en de eerste die zijn telefoon wil checken, betaalt de drank. ‘Wij hebben al eens de volle drie uur gehaald zonder dat er iemand moest trakteren’, vertelt Sophie (20) niet zonder trots op de Oude Markt in Leuven.


DS, 16-04-2016 (Eva Berghmans)