PDA

Bekijk de volledige versie : Valsspelen binnen de lijntjes


Barst
9th April 2016, 18:38
Valsspelen binnen de lijntjes

Joris Luyendijk


Wie zijn die mensen die onze rijken via Panama of de Maagdeneilanden nog zoveel rijker helpen worden? En waarom doen ze wat ze doen? Joris Luyendijk leerde in zijn jaren in de City in wat voor wereld ze leven: een waar winst de richting bepaalt en moraal een lifestyleproduct is.


Wie in de Panama Papers leest hoe de rijken en machtigen van deze wereld hun belastingen ontwijken, komt makkelijk in de verleiding om de bankiers, financieel juristen, accountants en consultants die hen daarbij helpen te zien als door en door slechteriken. Dit is een extreem populair beeld: de homo financialis als monster en psychopaat. Denk aan de klassieker Wall Street (‘greed is good’), aan de seriemoordenaar/bankier in American psycho en recenter aan de enorme hit The wolf of Wall Street.

De werkelijkheid is anders – en nog veel verontrustender. Uiteraard heb je rotte appels in de financiële wereld, en sommige niches daarbinnen lijken ze zelfs aan te trekken. Maar de overweldigende meerderheid in de sector zijn mensen zoals u en ik. Het zijn geen monsters, maar ze werken wel in organisaties die je heel goed monsterlijk kan noemen.

De afgelopen vier jaar heb ik honderden van zulke ‘financiële professionals’ geïnterviewd. In Tokio, Amsterdam en Frankfurt, maar vooral in Europa’s financiële centrum: de Londense City. Dat is heel moeilijk om te doen, want zeker in Londen geldt een zwaar bewaakte code of silence, een zwijgplicht. Wie betrapt wordt op contacten met journalisten, verliest niet alleen zijn baan, hem wachten ook rechtszaken. Gelukkig geldt ook hier dat intimidatie nooit waterdicht is. Als je mensen anonimiteit belooft en woord houdt, willen sommigen wel een interview geven.


Gewoon niet over nadenken

De financiële wereld is gigantisch groot. De afdeling die zich bezighoudt met belastingontwijking voor grote bedrijven en rijke personen oftewel high net worth individuals, vormt daar maar een klein deel van. Maar de zelfrechtvaardiging van bankwerknemers die klanten helpen de belasting te ontwijken, lijkt opvallend goed op die van hun collega’s in andere activiteiten.

De toon is misschien het best te omschrijven als matter of fact. Bijvoorbeeld toen zij uitlegden hoe ze een met opzet ondoorzichtig financieel product verkochten aan ‘een of andere gast’ bij een Zweedse bank, Italiaanse gemeente of Nederlandse woningbouwcorporatie – wetende dat die ‘gast’ geen idee had wat hij kocht. Of toen anderen uitlegden hoe ze een zwaar misleidende mediahype creëerden rond een nieuw techbedrijf dat hun bank naar de beurs aan het brengen was. Of hoe ze ongelofelijke hoeveelheden geld verdienden met een computeralgoritme dat flitshandelde op de financiële markten – waarbij ze aandelen en andere producten vaak slechts een paar seconden of nog minder vasthielden en zo die markten aan enorme risico’s blootstelden.

Zoals gezegd, bankiers zijn geen monsters dus kun je ze gewoon vragen, van mens tot mens: hoe kun jij met jezelf leven als je zulke dingen doet?

Vaak was het eerste antwoord: ‘Daar denken wij gewoon niet over na.’ Zoals een vrouw op de juridische afdeling van een grote bank het uitdrukte, terugkijkend op de jaren waarin ze shell companies opzette op de Maagden- en Kaaimaneilanden: ‘Als je er middenin zit en je werkt iedere dag tot heel laat, dan sta je gewoon nergens meer bij stil. Pas later realiseerde ik me, hey, die producten werden waarschijnlijk gebruikt voor belastingontwijking. Als je in de machine meeholt, ben je alleen gericht op de volgende stapel documenten die alweer je kant opkomt.’

Wie een goede baan heeft bij banken, advocatenkantoren of consultancyfirma’s, werkt extreem veel – zeker in Londen, maar ook in Amsterdam. Velen kampen met slaapgebrek of leven als een soort Spartaan. In Londen wordt zeker van de juniors verwacht dat ze geregeld een all-nighter doen. Daarbij werk je de hele nacht door, pas om zes uur spring je in de taxi naar huis. Terwijl de taxi buiten wacht, was je en verkleed je je, en dan vertrek je terug naar kantoor voor een nieuwe dag – vaak genoeg tot tien uur ’s avonds, zo niet middernacht. Dergelijke druk ondermijnt ieder ethisch besef, zeiden geïnterviewden. Je raakt exclusief gericht op corporate survival: je werk afkrijgen. Komt daarbij dat iedereen zich zo gedraagt, al was het maar omdat de interne concurrentie zo scherp is. In Londen kun je elke vijf minuten worden ontslagen, zonder waarschuwing. De meest ‘competitieve’ bedrijven nemen soms twee mensen aan voor dezelfde baan: kijken wie overleeft. ‘Topbanken’ zijn er heel trots op dat ze ieder jaar 2 tot 3 procent van hun ‘minst presterende’ mensen eruit gooien, hoe winstgevend het jaar ook was.

Mensen spraken over een ‘cultuur van angst’, en over ‘nul loyaliteit’. Wie ontslagen kan worden in vijf minuten, krijgt een horizon van vijf minuten. Velen vroegen: ‘Waarom zou ik mijn klanten of de samenleving beter behandelen dan de bank mij behandelt?’


Immoreel of amoreel?

Dit is niet echt het soort omgeving waarin je morele vragen gaat stellen. Toch zijn angst en uitputting niet de kern van de zaak, benadrukten geïnterviewden. Jij wil weten hoe ik als bankier of advocaat met mezelf kan leven, zeiden ze. Nou, alles wat ik doe, is legaal, dus wat is precies het probleem?

Dit is ook exact de redenering van de Panamese bedrijven die nu vol in de schijnwerpers staan om hun betrokkenheid bij de facilitering van belastingontwijking. De afdeling voorlichting en PR van de banken en financiële dienstverleners in het Westen zeggen hetzelfde: we hebben geen wet overtreden, dus moeten we wel onschuldig zijn.

Telkens als we op die argumentatie doorgingen, gebruikten mijn geïnterviewden twee samenhangende begrippen: amoraliteit en shareholder value – aandeelhouderswaarde. Begrijp het alsjeblieft goed, zei iedereen. Amoreel is echt iets anders dan immoreel. Dat laatste betekent dat je bewust de wet overtreedt. Het bord zegt 100 kilometer per uur en jij gaat 150. Dat is immoreel. Amoreel daarentegen betekent dat je je ethische en morele kader laat begrenzen door wat de wet toestaat.

Amoreel betekent dat je niet vraagt of een voorstel goed of slecht is. Je kijkt of het legaal is en daarna naar het ‘reputatierisico’. En als je grote bedrijven en rijke families hulp aanbiedt bij het ontwijken van hun belastingen, dan noem je dat ‘fiscale optimalisatie’ of ‘belastingvriendelijke arrangementen’.

Het vocabulaire waarmee mensen in de financiële wereld over zichzelf en hun werk denken en praten, is ontdaan van termen die een ethisch debat kunnen doen ontvlammen. Vandaar dat het grootste compliment in de financiële wereld ‘professioneel’ is. Het wil zeggen dat je geen gevoelens toelaat bij je werk, laat staan morele oordelen – die zijn voor thuis, waar ik sommige geïnterviewden heb leren kennen als diepgelovige mensen. Maar werk is werk, zeiden ze.

Als amoraliteit de heersende mentaliteit is in de financiële sector, dan vormt shareholder value de ideologische onderbouwing. Bijna iedere geïnterviewde begon hierover. Net als de meeste multinationals, legden ze uit, zijn ook de grote banken in handen van de aandeelhouders. Pensioenfondsen bijvoorbeeld, en verzekeraars. Die eisen van de banken dat ze zoveel winst maken als maar kan, binnen de wet. Die winsten zijn het enige criterium waarop de overweldigende meerderheid van de aandeelhouders de banken beoordeelt. Dus hoe zie je dat voor je, zeiden bankiers. Hoe kunnen wij ons ethisch gedragen als onze eigenaren maar naar twee dingen kijken: is het legaal, en is het winstgevend?

Een handelaar in Londen had maar een paar zinnen nodig om die dynamiek te schetsen: ‘Jij hebt als pensioenfonds aandelen in Morgan Stanley gekocht. Dan zie je dat Goldman Sachs 50 procent meer winst heeft gehaald. Nu lijk jij een slechte belegger. Dus ga je naar Morgan Stanley: “Je hebt nog achttien maanden om je winst te verhogen, anders verkoopt mijn pensioenfonds zijn aandelen in jouw bank”.’

Dan zien ze bij Morgan Stanley hoeveel geld de concurrentie verdient met de facilitering van legale belastingontwijking en denken ze: als we dat ook gaan doen, maken we meer winst. Het mag van de wet, dus wat houdt ons tegen?


Campagnefinanciering, ofwel corruptie

Banken worden weleens schamper casino’s genoemd, maar dat is totale onzin. Banken hebben gigantische afdelingen genaamd compliance, legal en internal audit, die erop moeten toezien dat niemand de wet overtreedt. Tegelijk is de vraag altijd, aldus geïnterviewden die op zulke afdelingen werkten, hoe kunnen we de grens opzoeken en bínnen de regels het systeem een voetje lichten?

Ziedaar het universum waarin belastingontwijking op industriële schaal wordt bedreven en aangeboden. Insiders pleiten zichzelf vrij van iedere morele verantwoordelijkheid en althans in mijn interviews wuifde men het belangrijkste tegenargument weg: hoe kun je je verschuilen achter de wet als jouw lobby die wet mede heeft opgesteld? Denk in Amerika en Groot-Brittannië aan campagnefinanciering – feitelijk een deftig woord voor corruptie. Denk ook aan de lucratieve tweede carrières voor politici die binnen de lijntjes van de financiële sector blijven. En denk aan de uitstekend toegeruste lobby in Washington, Londen, Brussel en andere centra voor toezicht. En die lobbyisten zullen je ook vertellen: wat ik doe is legaal, dus ik moet wel onschuldig zijn.

Het is een deprimerend plaatje en in een dergelijke context wordt moraal bijna een lifestyle-optie. Een van de meest interessante interviews was er één met iemand die financiële instrumenten bouwde om belastingen te ontwijken. Zeker een decennium lang had deze zogeheten structurer iets van een miljoen per jaar verdiend. Onlangs was hij gestopt en ik vroeg hem waarom.

Het was het verhaal van Faust, legde hij uit. ‘Je verkoopt je ziel aan de duivel. Ik verkocht mijn ziel voor wereldlijke rijkdom. Een tijdje voelde dat goed, toen niet meer. Vanwaar die omslag? Je moet jezelf iedere ochtend in de spiegel kijken. Ik stelde me voor hoe in de toekomst een zoon of dochter zou vragen, papa, wat doe jij voor werk? Wat kon ik dan zeggen?’


DS, 09-04-2016 (Joris Luyendijk)