Chloë.v*nmingeroet
19th November 2015, 20:38
Oriënteer kinderen naar de juiste sport en ze zullen blijven sporten en beter sporten. Adviseer kinderen in hun bewegingsontwikkeling en je krijgt een gezondere bevolking, minder drop-outs en op termijn meer toppers. Er is geen goede reden om het ‘Vlaams Sportkompas’ niet op grote schaal toe te passen.
De directeurs van een groep basisscholen die voor het eerst met het Vlaams Sportkompas werden geconfronteerd, waren geen voorstander, maar ze hadden ook maar met een half oor geluisterd. “Dus, professor, u wilt de kinderen nog een labeltje meer opplakken? Zo van: jij bent een goed voetballertje in spe?”
Matthieu Lenoir, professor aan de vakgroep bewegingswetenschappen van de UGent is weleens moedeloos geworden van de ongefundeerde kritiek. Dat ze de DDR wilden kopiëren en zo. “Dat willen we helemaal niet”, legt hij uit. “We geven geen punten zoals kind X scoort 97 op 100 voor voetbal. Maar we willen wel kinderen al in de lagere school een advies geven: als je gaat sporten, dan denken wij dat dit de beste sporten zijn voor jou. Sporten, in het meervoud, want wij zijn in de meeste gevallen ook tegen een te vroege specialisatie. En we houden in het hele proces van talentidentificatie ook nog eens terdege rekening met wat ze graag doen.”
Vandaag wordt aan de UGent over het Sportkompas een achtste doctoraat in de vakgroep sport- en bewegingswetenschappen verdedigd door Johan Pion, een licentiaat LO van 58, gepokt en gemazeld in de gymnastiek, die ooit het Bloso verliet om onderzoeker te worden.
Oriëntatie, geen selectie
Onder de leiding van professor Lenoir heeft Pion zowat zijn levenswerk gemaakt van het Vlaams Sportkompas. Zijn doctoraat heet The Flemish Sports Compass, From sports orientation to elite performance prediction. In een wetenschappelijk artikel over de talentdetectie met het oog op de olympische aspiraties van Hamburg 2024 en wat de Duitse sport moet doen om er opnieuw bovenop te komen, wordt alvast herhaaldelijk verwezen naar het Vlaams Sportkompas.
Hoe werkt dat kompas? Johan Pion: “Ideaal worden zoveel mogelijk kinderen van het vierde leerjaar getest op hun bewegingsvaardigheden via een batterij van zestien tests. Testen mag het probleem niet zijn in ons overzichtelijke landje (regio), want er zitten 40.000 kinderen over heel Vlaanderen in een vierde leerjaar en die hebben allemaal een leraar lichamelijke opvoeding. Die resultaten worden in databases ondergebracht en vergeleken met de gewenste eigenschappen voor de verschillende sporten. Maar tegelijk wordt aan die kinderen door middel van een interactieve app ook gevraagd wat ze graag doen. Gooi je graag met een bal? Loop je graag hard? Of loop je liever lang? Of speel je liever met anderen samen? Wat je graag doet, kun je ook goed en wat je goed kunt, doe je ook liever en zul je langer volhouden.”
Dé verdienste in dat Sportkompas ligt in het advies op jonge leeftijd. “Het is een beweegadvies, voor iedereen. Volledig vrijblijvend, net zoals het advies inzake studierichtingen ook vrijblijvend is. Als wij van een kind denken dat balsporten beter aanleunt bij wat het kan en wil, maar dat kind gaat zwemmen omdat het zwembad om de hoek is, dan is dat ook goed. Als het maar sport. Alleen is de kans groot dat het kind snel afhaakt, omdat het niet plezant is om altijd de laatste te zijn.
“Wij selecteren niet, want dat staat gelijk met de-selecteren. Je haalt er vijftig uit van de honderd en naar de andere vijftig kijk je niet meer om. Wij willen oriënteren. Er zal dus niet iemand in Brussel of Gent zitten die afgaande op de testresultaten kinderen verplicht om die sport wel en die sport niet te doen, maar ouders en kinderen hebben soms hulp nodig bij die keuze en die kunnen wij bieden met het Sportkompas.”
Eigen mening: Sport komt altijd maar meer en meer in aanmerking, zeker voor kinderen op jongere leeftijd. Een test die dan zegt voor welke sport uw kind aanleg heeft en kan voorspellen wie zal doorstromen is een leuk gegeven. Het is in de eerste plaats zeer belangrijk om te weten welke sport u kind zelf heel graag doet maar ook om te weten of hij later verdere doorstroming kansen heeft in een bepaalde sport. Wat wel een nadeel kan vormen doordat ouders hun kind gaan verplichten om die sport te beoefenen omdat ze weten dat hij/zij misschien later bepaalde kansen zal hebben. Hierbij loopt denk ik dan het gevaar dat ouders te gefixeerd gaan zijn op die bepaalde sport.
Bron: De Morgen
17/11/2015
De directeurs van een groep basisscholen die voor het eerst met het Vlaams Sportkompas werden geconfronteerd, waren geen voorstander, maar ze hadden ook maar met een half oor geluisterd. “Dus, professor, u wilt de kinderen nog een labeltje meer opplakken? Zo van: jij bent een goed voetballertje in spe?”
Matthieu Lenoir, professor aan de vakgroep bewegingswetenschappen van de UGent is weleens moedeloos geworden van de ongefundeerde kritiek. Dat ze de DDR wilden kopiëren en zo. “Dat willen we helemaal niet”, legt hij uit. “We geven geen punten zoals kind X scoort 97 op 100 voor voetbal. Maar we willen wel kinderen al in de lagere school een advies geven: als je gaat sporten, dan denken wij dat dit de beste sporten zijn voor jou. Sporten, in het meervoud, want wij zijn in de meeste gevallen ook tegen een te vroege specialisatie. En we houden in het hele proces van talentidentificatie ook nog eens terdege rekening met wat ze graag doen.”
Vandaag wordt aan de UGent over het Sportkompas een achtste doctoraat in de vakgroep sport- en bewegingswetenschappen verdedigd door Johan Pion, een licentiaat LO van 58, gepokt en gemazeld in de gymnastiek, die ooit het Bloso verliet om onderzoeker te worden.
Oriëntatie, geen selectie
Onder de leiding van professor Lenoir heeft Pion zowat zijn levenswerk gemaakt van het Vlaams Sportkompas. Zijn doctoraat heet The Flemish Sports Compass, From sports orientation to elite performance prediction. In een wetenschappelijk artikel over de talentdetectie met het oog op de olympische aspiraties van Hamburg 2024 en wat de Duitse sport moet doen om er opnieuw bovenop te komen, wordt alvast herhaaldelijk verwezen naar het Vlaams Sportkompas.
Hoe werkt dat kompas? Johan Pion: “Ideaal worden zoveel mogelijk kinderen van het vierde leerjaar getest op hun bewegingsvaardigheden via een batterij van zestien tests. Testen mag het probleem niet zijn in ons overzichtelijke landje (regio), want er zitten 40.000 kinderen over heel Vlaanderen in een vierde leerjaar en die hebben allemaal een leraar lichamelijke opvoeding. Die resultaten worden in databases ondergebracht en vergeleken met de gewenste eigenschappen voor de verschillende sporten. Maar tegelijk wordt aan die kinderen door middel van een interactieve app ook gevraagd wat ze graag doen. Gooi je graag met een bal? Loop je graag hard? Of loop je liever lang? Of speel je liever met anderen samen? Wat je graag doet, kun je ook goed en wat je goed kunt, doe je ook liever en zul je langer volhouden.”
Dé verdienste in dat Sportkompas ligt in het advies op jonge leeftijd. “Het is een beweegadvies, voor iedereen. Volledig vrijblijvend, net zoals het advies inzake studierichtingen ook vrijblijvend is. Als wij van een kind denken dat balsporten beter aanleunt bij wat het kan en wil, maar dat kind gaat zwemmen omdat het zwembad om de hoek is, dan is dat ook goed. Als het maar sport. Alleen is de kans groot dat het kind snel afhaakt, omdat het niet plezant is om altijd de laatste te zijn.
“Wij selecteren niet, want dat staat gelijk met de-selecteren. Je haalt er vijftig uit van de honderd en naar de andere vijftig kijk je niet meer om. Wij willen oriënteren. Er zal dus niet iemand in Brussel of Gent zitten die afgaande op de testresultaten kinderen verplicht om die sport wel en die sport niet te doen, maar ouders en kinderen hebben soms hulp nodig bij die keuze en die kunnen wij bieden met het Sportkompas.”
Eigen mening: Sport komt altijd maar meer en meer in aanmerking, zeker voor kinderen op jongere leeftijd. Een test die dan zegt voor welke sport uw kind aanleg heeft en kan voorspellen wie zal doorstromen is een leuk gegeven. Het is in de eerste plaats zeer belangrijk om te weten welke sport u kind zelf heel graag doet maar ook om te weten of hij later verdere doorstroming kansen heeft in een bepaalde sport. Wat wel een nadeel kan vormen doordat ouders hun kind gaan verplichten om die sport te beoefenen omdat ze weten dat hij/zij misschien later bepaalde kansen zal hebben. Hierbij loopt denk ik dan het gevaar dat ouders te gefixeerd gaan zijn op die bepaalde sport.
Bron: De Morgen
17/11/2015