PDA

Bekijk de volledige versie : Suggesties voor een andere wereld


Barst
21st November 2004, 18:46
DE ANTWOORDEN VAN HET ANTIGLOBALISME
VAN SEATTLE TOT PORTO ALEGRE


DE LANGE MARS VAN DE MENSELIJKE RECHTEN EN VRIJHEDEN

De mens zoekt voortdurend naar een leven van een betere kwaliteit. Die mens op zoek naar een beter leven schrijft een verhaal van rechten en vrijheden waarvan al aantrekkelijke hoofdstukken zijn verschenen. Zo verwijst het Handvest van de Verenigde Naties uit 1945 uitdrukkelijk en meermaals naar de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. De mooiste bladzijde creëerde de mens ongetwijfeld op 10 december 1948 toen de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ goedkeurde.
Die Verklaring telt slechts dertig artikelen, maar het is een rijke en veelzijdige tekst. Hij bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (tot en met artikel 21), de sociale en economische rechten (artikels 22 tot en met 25) en de culturele rechten (artikels 22, 26 en 27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (artikel 28). Ook dat rechten plichten meebrengen (artikel 29) staat erin.
Vele verdragen en conventies hebben daarna de Universele Verklaring aangevuld. Naast het recht op ontwikkeling worden nog andere collectieve mensenrechten of solidariteitsrechten geformuleerd, zoals het recht op vrede, het recht op een ongeschonden leefmilieu en het recht van volken op zelfbeschikking.
De overal en voor elke persoon geldende mensenrechten moeten uitzicht bieden op - zoals vooraan in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat - 'een wereld waarin de mensen vrijheid van meningsuiting en geloof zullen genieten en vrij zullen zijn van vrees en gebrek'. Die Verklaring ziet een economie in dienst van de mens, ambieert sociale rechtvaardigheid en sociale zekerheid en hamert op het recht op culturele ontplooi-ing.
Wie herkent in dit alles niet ook de ambities en de doelstellingen van de antiglobaliseringsbeweging?
Zover zijn we allemaal samen toch geraakt. Het zal sommigen nog verrassen, maar mensen uit de meest diverse culturen zijn merkwaardig eensgezind over wat kan, over wat in geen geval door de beugel kan en welke richting het uit zou moeten gaan.
Al ruim vijftig jaar is de Universele Verklaring wereldwijd een permanente aansporing om te strijden voor de rechten van de mens, tegen dictatuur en vervolging, tegen oorlog en geweld, tegen honger en uitbui-ting. En, voegt de antiglobaliseringsbeweging daaraan toe, tegen het huidige kapitalisme dat als oorzaak wordt geduid van veel menselijk, sociaal en ecologisch onheil dat de wereld treft en dus van de grootste miskenning van de mensenrechten.
De mens heeft nog een lange weg af te leggen om het leven humaner te maken. Maar dat werken aan een andere of een ‘nieuwe’ wereld moet altijd ook ten volle voortbouwen op wat de mensheid al heeft verworven. Ik aarzel niet om het streven van de antiglobaliseringsbeweging onder te brengen bij deze beweging naar meer menselijkheid.
Als ik me hierna waag aan het neerschrijven van een programma voor een andere wereld, zal ik niet al die rechten en vrijheden herhalen die wij allemaal, individueel én collectief, zouden moeten kunnen genieten. Neen, want dat programma - gedistilleerd uit de vele schatten die de mondiale antiglobaliseringsbeweging herbergt, uit het eerste Wereld Sociaal Forum, uit mijn eigen ervaringen en overtuigingen - moet zich voluit concentreren op wat moet gebeuren om die mensenrechten dichterbij te brengen.


PROGRAMMA VOOR EEN ANDERE WERELD: EEN KEUZE VOOR DE MENS (24)


A. Alle individuele en collectieve mensenrechten zijn er voor iedereen.

De mens is - individueel en collectief - gerechtigd en zelfs verplicht om zich in te zetten voor de verwezenlijking van die rechten en zich te verzetten tegen elke aantasting van zijn rechten.
In het bijzonder mag en moet hij zich verzetten tegen het huidige kapitalistische economische systeem dat zowel de mens, de natuur als de samenlevingen en de volkeren vernietigt en zo de grootste en meest structurele bedreiging vormt voor de vrijheden en rechten van de mens.
Tegenover die dreiging vragen speciaal het recht op democratie en het recht op zelfbeschikking alsook het pluralisme en de rijke verscheidenheid van het menselijk samenleven om respect en bescherming.
Daarom maakt de mondiale mensensamenleving werk van volgende maatregelen en alternatieven:

B. Radicale, participatieve democratie en integraal federalisme
De verdediging en de verwezenlijking van de mensenrechten en van het algemeen belang zijn het werk van politieke instellingen die zo dicht mogelijk bij de bevolking staan en van een actief participerende samenleving. De democratische vertegenwoordiging, inspraak en participatie van alle wereldburgers zijn lokaal geworteld in dorpsraad, stadsbestuur en in vormen van directe en participatieve democratie. Daar huist de actieve soevereiniteit van lokale gemeenschappen en van volkeren. Die vormt de basis voor de integraal federale inrichting van de wereld: burgers en volkeren delegeren bevoegdheden en beslissingsmachten aan regionale, nationale, supranationale of mondiale politieke vertegenwoordigingen en organen wanneer dat nodig is. Daarbij genieten culturele minderheden bescherming en autonomie.
Steunend op de ideeën en principes van de volkssoevereiniteit en het sociaal contract, van de rechtsstaat en de scheiding der machten, wordt de democratie zo verder uitgebouwd op alle bestuursniveaus, van de dorpsrepubliek tot het Wereldparlement.

C. Mondiale democratie - de wereld van de volkeren

De opkomst van een mondiaal economisch en financieel systeem dwingt de samenleving ook tot een verdere snelle, stapsgewijze federale uitbouw van democratische mondiale overheden, van een Wereldparlement, een wereldregering, een mondiale justitie en van noodzakelijke mondiale besturen en instrumenten. De volkssoevereiniteit gebiedt wel dat alle belangrijke internationale beslissingen, in het bijzonder de overdracht van bevoegdheden, genomen worden door de volkeren zelf.
Een democratische hervorming en versterking van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht van de Verenigde Naties vormen de beste weg naar mondiale democratie. Democratisch in de Algemene Vergadering tot stand gekomen VN-wetten kunnen dan onmiddellijk overal in werking treden; de Veiligheidsraad heeft niet langer permanente leden en kent geen vetorecht meer; de Economische en Sociale Raad krijgt de bevoegdheid over de gespecialiseerde VN-instellingen zoals FAO en WHO en integreert in zijn werking het IMF, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie; mensen en volkeren kunnen al hun rechten opeisen bij bevoegde internationale rechtbanken.

D. Primaat van de politiek - algemeen belang gaat voor privé-belang

De democratische instellingen beschermen de mens tegen misbruiken van machten die niet verkozen zijn en waar het gelijkheidsbeginsel niet geldt, in het bijzonder tegen de opdringerige economie en tegen elke vorm van dictatuur. Ze veroveren en organiseren de publieke ruimte waar haar algemene regels gelden voor iedereen. Een volwaardige democratie laat de terreinen van de economie, de ecologie, de samenleving, de kennis en de cultuur niet exclusief over aan de markt en aan privé-belangen, en in geen geval aan monopolies en dictaturen. Ze organiseert en waarborgt voor al die terreinen de democratische controle en participatie van haar burgers.

E. Kapitaal voor de mens, duurzaam beheerd

Economisch is het leidende principe niet langer dat het kapitaal arbeid aan het werk zet en de mens hoogstens wordt beschouwd als een productiefactor.
Om de economie terug in dienst van de mens te stellen moet het omgekeerde principe ingang vinden dat de mens gebruik maakt van kapitaal en dus recht op kapitaal heeft.
Onverminderd het recht op werk, rechtvaardig loon, gunstige arbeidsvoorwaarden en alle andere rechten die daarmee samenhangen omvat het recht op kapitaal:
zeggenschap over de aanwending van de natuurlijke rijkdommen of productiemiddelen zoals waters, landbouwgronden, weilanden, bossen en bodemrijkdommen, een zeggenschap die prioritair toebehoort aan wie daarvan moet leven. Die natuurlijke rijkdommen zijn ofwel publieke goederen, drinkbaar water bijvoorbeeld, ofwel gemeenschapsbezit, ofwel privé-eigendom onder strikte voorwaarden;
de genetische rijkdom van planten, dieren en van het menselijke leven is gemeenschappelijk eigendom van de mensheid;
verzekerde toegang tot krediet dat mensen kunnen inzetten als productiemiddel. Dit is het recht op financieel kapitaal.
Het recht op kapitaal verplicht de mens op zijn beurt tot een duurzaam beheer van dat kapitaal.

F. Recht om welvaart te creëren

Deze herverdeling van het kapitaal of de productiemiddelen is een bron van economisch dynamisme en van welvaartscreatie, want wanneer het kapitaal er is voor de mens, vloeit daar natuurlijk uit voort dat iedereen de kans en het recht heeft om welvaart te creëren. Dit is het recht op ondernemen, door goederen en diensten voort te brengen, voor zichzelf, voor familie en gemeenschap of voor de markt.
Dit recht is niet absoluut. Het wordt beperkt door democratische, sociale en ecologische doelstellingen en regels en in het algemeen doordat mens en samenleving voorrang kunnen hebben op het meer beperkte economische belang.

G. Een economie van de mens - economische democratie

Het recht op kapitaal en het recht om welvaart te creëren vormen de fundamenten van de economische democratie.
Wanneer de mens zijn arbeid inbrengt in een breder productieproces krijgt de economische democratie uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere democratische economische organisatievormen.
Democratie krijgt pas haar volle betekenis wanneer het gelijkheidsbeginsel politiek én economisch krachtig doorbreekt en zowel de politieke democratie als haar economische tegenhanger sterk ontwikkeld en levenskrachtig zijn.

H. Een economie voor de mens

Zoals de mens de economische vrijheid heeft om welvaart te creëren, zo heeft de samenleving het recht en de plicht om op een democratische wijze de beschikbare middelen aan te wenden om haar maatschappelijke doelen het best te realiseren.
Tot die middelen behoort ook de economie. Omdat de samenleving het algemene belang bewaakt moet zij de economie en de economisch bedrijvige mens de nodige regels opleggen.
Zeker wanneer de vrije markt in gebreke blijft, kunnen overheden en samenlevingen economisch initiatief ontplooien om hun doelstellingen te realiseren.

I. Voorrang voor thuismarkten en regionale markten

Lokale samenlevingen en staten hebben het recht om hun lokale economieën af te schermen van de wereldmarkt. Zeker wanneer het gaat om het verzekeren van de voedselproductie en het recht op voedsel zijn regionale gemeenschappelijke landbouwmarkten te verkiezen boven de volledig open wereldmarkt. Indien nodig zal dit gepaard moeten gaan met ingrijpende landverdelingen en landbouwhervormingen.
Meer algemeen kunnen landen en regio’s voorrang geven aan een thuismarkteconomie en aan regionale economische gemeenschappen. Deze produceren in de eerste plaats voor de eigen behoeften, helpen om tot volledige werkgelegenheid en inkomensspreiding te komen en dragen bij aan een gezond evenwicht tussen lokale, regionale en internationale economieën, op voorwaarde dat de economische kosten niet te hoog zijn en niet uitlopen op een welvaartsvernietigend protectionisme.

J. Handel ja, uitbuiting neen

Handel kan tot wederzijdse verrijking leiden in zover het gaat om echte handel, dit is een vrije keuze om goederen of diensten te verhandelen waaruit alle betrokkenen reëel voordeel halen. Is dat niet het geval, hebben we te maken met uitbuiting en die wordt verboden.
Democratische internationale instellingen waken over de belangen van al wie handel drijft, introduceren mechanismen op de wereldmarkten die een betere spreiding van de opbrengsten uit de wereldhandel verzekeren en steunen de ontwikkeling van thuismarkteconomieën en van regionale economische gemeenschappen. Een daartoe opgerichte internationale rechtbank kan elke vorm van oneerlijke concurrentie en van uitbuiting beoordelen en bestraffen.

K. Mondiale sociale kaderwet

Nationale overheden integreren alle internationaal aanvaarde sociale regels en arbeidsnormen van vooral de Internationale Arbeidsorganisatie in hun wetgeving en maken ze ook afdwingbaar ten aanzien van ondernemingen en personen die economisch bedrijvig zijn in het buitenland zodat ze overal geldig worden. Uiteindelijk moeten die sociale regels en normen het voorwerp uitmaken van een mondiale sociale kaderwet die overal en voor iedereen afdwingbaar is, onder andere ook bij een mondiale sociale rechtbank.

L. Grenzen aan economische machtsconcentratie en financiële speculatie

Economische markten moeten functioneren in het belang van alle mensen. Daartoe worden alle nodige regels en maatregelen uitgevaardigd, van beperkingen op de concentratie en de privatisering van economische activiteiten tot het instellen van de gezamenlijke eigendom van de productiemiddelen.
De democratische politieke overheden herstellen hun greep op het financieel kapitaal en de financiële markten, en nemen de permanente bedreiging weg die de wispelturige speculatie nu vormt voor de economieën overal ter wereld. Dit gebeurt onder andere door de invoering van kapitaalcontroles en van belastingen op kapitaalverrichtingen en door de opheffing van de fiscale paradijzen. De kwijtschelding van de schuldenlast van landen moet de hele bevolking ten goede komen.

M. Welvaartsverdeling en sociale economie

Een gedemocratiseerde economie die de hiervoor opgesomde spelregels moet eerbiedigen, zal al veel beter presteren op het vlak van de productie én van de verdeling van welvaart dan de huidige kapitalistische economie. Toch is niet gegarandeerd dat zij ook de goederen en vooral diensten zal waarderen die buiten de zogenaamde reguliere economie worden voortgebracht, waar het winstprincipe niet vooropstaat. Daar is wel degelijk een grote maatschappelijke vraag naar, maar dikwijls is er geen zogenaamd solvabele vraag voor. Overheden hebben er alle belang bij om deze sociale economie ademruimte te geven.

N. Voor iedereen een mondiaal basisinkomen

Zelfs een sterk sociaal gecorrigeerde economie én een behoorlijk uitgebouwde economische democratie kunnen niet garanderen dat de welvaart zo goed verdeeld wordt dat iedereen voldoende inkomen verwerft om in de levensnoodzakelijke behoeften te voorzien.
Onverminderd hun andere rechten op werk, op maatschappelijke zekerheid, op kapitaal en op het creëren van welvaart, hebben alle wereldburgers - omdat ze bestaan en dus in alle omstandigheden recht hebben op een menswaardig bestaan - recht op een mondiaal basisinkomen, hoog genoeg om in de basisbehoeften te voorzien.
Dit minimum van mondiale solidariteit is hun onvervreemdbaar aandeel in de aarde en hun waarborg dat ze hun essentiële mensenrechten kunnen uitoefenen. Tevens is het een stimulans van de sociale economie.
Het is het sluitstuk van een herverdeling van de mondiale welvaart die zelf ook weer de bron van economisch dynamisme en van creatie van welvaart is. Het is de erkenning dat iedereen schepper is van menselijke en maatschappelijke rijkdom en daartoe het pure overleven moet kunnen overstijgen zodat het basisinkomen ook een investering in de samenleving is.

O. Het milieu heeft zijn rechten

Het lot van de mens is onverbrekelijk verbonden met het ecosysteem aarde, zijn ruimteschip. Mens en economie moeten respectvol en duurzaam omgaan met de aarde en al haar ecosystemen.
Nationale overheden integreren alle internationaal aanvaarde milieuregels, normen en verdragen in hun wetgeving en maken ze ook afdwingbaar ten aanzien van ondernemingen en personen die economisch bedrijvig zijn in het buitenland, zodat ze overal geldig worden.
Uiteindelijk moeten die milieuregels en normen het voorwerp uitmaken van een mondiale ecologische kaderwet die overal afdwingbaar is, onder andere ook voor een internationale milieurechtbank. Die wet verplicht mens en economie ecologisch duurzaam te handelen en begeleidt ons ondermeer naar het tijdperk van de zonne-energie en al haar afgeleide vormen van hernieuwbare energie.

P. Dienstbare technologie - gebruik wetenschap en technologie voor wat ze waard zijn

Een duurzame economie moet de gerechtvaardigde materiële behoeften van alle wereldburgers kunnen invullen zonder het vermogen van de komende genera-ties aan te tasten om aan hun behoeften te voldoen. Om die goederen en diensten voort te brengen op een ecologisch, sociaal en economisch verantwoorde wijze maakt een duurzame economie volop gebruik van wat technologie en wetenschap te bieden hebben. Daarom sturen de overheden waar nodig de technologische ontwikkelingen ten dienste van die duurzame economie en stemmen ze zo af op de behoeften van de samenleving.
Het wetenschappelijk onderzoek blijft onverminderd vrij. De wetenschappelijke kennis is een publiek goed.

Q. Veiligheid

Zoals in nationale staten het geweldmonopolie toebehoort aan de overheid - die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen - zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale overheid. Een permanente en democratisch gecontroleerde supranationale VN-politiemacht verzekert samen met regionale politiemachten de veiligheid in de wereld, ook in landen die ten prooi vallen aan burgeroorlog of zwaar oncontroleerbaar geweld.
Massavernietigingswapens hebben geen bestaansrecht en worden vernietigd. De ontwikkeling en productie van wapens behoren tot het overheidsmonopolie. De handel en het bezit van wapens zijn zo veel mogelijk beperkt, sterk gereglementeerd en streng gecontroleerd. In elk geval is het privé-bezit van oorlogswapens verboden.
Een permanente internationale strafrechtbank beoordeelt oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Het structurele geweld (honger, armoede, vermijdbare ziekten en analfabetisme) dat vaak voorafgaat aan fysiek geweld moet gekeerd worden door een herverdeling van de mondiale welvaart.

R. Nood aan publieke goederen

Op elk bestuursniveau moeten goed functionerende overheden zorgen voor de publieke goederen die elke samenleving en elke economie nodig hebben, van waterbedeling, verkeerswegen en andere infrastructuur tot onderwijs en gezondheidszorg, van eigendomsregisters tot rechtbanken en politie.
Zeker heeft de wereld steeds meer nood aan internationale publieke goederen, van een internationaal rechtsapparaat en permanente VN-politiemacht, tot autoriteiten die daadkrachtig het broeikaseffect stoppen, die multinationale ondernemingen controleren, de biodiversiteit bewaken en meer algemeen zorgen voor het naleven van de mondiale economische, sociale en ecologische wetgeving en research doen naar geneesmiddelen voor ziekten die vooral woeden in weinig koopkrachtige gebieden. Het is dringend nodig dat de nationale overheden dergelijke mondiale opdrachten en bevoegdheden overdragen aan het mondiale bestuursniveau en toevertrouwen aan democratische mondiale instellingen.

S. Actieve overheden, participerende burgers

De overheden zijn de jongste decennia veel te ver en vooral op de verkeerde plaatsen in de achtergrond getreden. Een wereld die alternatieven voor het huidige kapitalistische systeem wil realiseren, heeft nood aan actieve overheden, ook al is het niet zozeer om alles zelf te doen en nog minder om iedereen te betuttelen. De overheden zijn de coach van de samenleving die zorgt voor goede spelregels en ze ook doet naleven.
Die overheden moeten bovenstaand programma voor een andere wereld realiseren, een programma voor een sociaal en ecologisch verantwoorde productie van welvaart en voor een eerlijke verdeling van die welvaart.
Zij moeten de publieke goederen en diensten aanbieden die de wereld nodig heeft. Overheden, in het bijzonder lokale overheden, organiseren zoveel mogelijk de participatie en inspraak van hun burgers in de besteding van publieke middelen en verfijnen zo zowel de politieke als de economische democratie.

T. Belastingplicht en maximuminkomen

Zo’n programma en zo’n politiek vereisen dat overheden over voldoende middelen kunnen beschikken. Als overheden de rechten van hun burgers bewaken en realiseren, dan hebben die burgers de plicht om de overheden van de nodige middelen te voorzien om hun opdracht uit te voeren.
Overheden zoeken die middelen eerst bij wie meer draagkrachtig is en door belastingen te heffen op de sociaal, ecologisch en economisch meer belastende activiteiten. In die logica heft een democratische mondiale overheid prioritair belastingen op internationale financiële verrichtingen en - zolang die er zijn - op de uitstoot van broeikasgassen en op monopolistische winsten.
Sociale rechtvaardigheid, ecologische noodzaken en de belangen van toekomstige generaties rechtvaardigen de invoering van een maximum inkomen waarover elke wereldburger jaarlijks kan beschikken. Dit maximum inkomen is gekoppeld aan het basisinkomen en kan dus maar stijgen indien ook het basisinkomen stijgt.

U. Bloeiende civiele samenleving

Een bloeiende civiele samenleving of een maatschappelijk middenveld is van levensbelang voor een democratische samenleving die actief de verwezenlijking van de mensenrechten voor iedereen nastreeft. De overheden moeten dat middenveld alle vrijheden geven en volop ontplooiingskansen verschaffen in de mate dat het om krachten gaat die het democratiseringsproces van de wereld verder stuwen. Zij zijn de medespeelsters en bondgenoten van de politieke vertegenwoordigsters in de verdediging en de uitbouw van een democratische samenleving.

V. De zin van cultuur

De vaak eeuwenoude bestaansbasis van hele gemeenschappen en volkeren is geworteld in hun levenswijze en cultuur. Veel mensen ervaren hun cultuur als sterke wegwijzer en zingever in hun leven. In die zin hebben de culturen van onze wereld recht op bescherming tegen de blinde markt en tegen nietsontziend winstbejag die de bestaansbasis van gemeenschappen en volkeren onderuit halen en er geen enkele zekerheid tegenover plaatsen.
Culturen verdienen geen respect voor de ongelijkheden en aantastingen van de mensenrechten die zij met zich meedragen. Vrije mensen en vrije samenlevingen hebben altijd het recht en zijn verplicht hun cultuur te democratiseren en te humaniseren.
De overheden moeten de verscheidenheid en de eigenheid van de vele culturen beschermen voor zover ze niet in tegenspraak zijn met de mensenrechten.

W. Het belang van informatie en van onafhankelijke media - mediademocratie

De democratisering van informatie is cruciaal om elke burger in staat te stellen actief en bewust deel te nemen aan samenleving en democratie.
Overheden moeten erover waken dat de samenleving beschikt over onafhankelijke en betrouwbare media. Zij stimuleren tevens degelijke, in de samenleving verankerde media, en dragen zo bij tot meer mediademocratie.
Zo kunnen media ook de functie vervullen van een controlerende vierde macht, van een tegenmacht die onrecht in democratische samenlevingen op het spoor komt en aanklaagt.

X. Eén leefbare wereld

Werken aan die éne leefbare wereld, democratisch, duurzaam, solidair, dat is de opdracht voor de hele mensensamenleving, dat is de maatstaf voor onze collectieve intelligentie.
De geschiedenis leert ons dat de mens tot het beste en het slechtste in staat is. We moeten vrezen voor het slechtste. En we kunnen hopen en werken voor het beste.


Dirk Barrez