Gertjan.s*els
1st November 2015, 21:21
Deze fascinatie voor duisternis moét ons verbazen in een tijd die trots is op haar Verlichting', vindt Ignace Demaerel. Hij is geen fan van Halloween. 'Het koopgedrag van mensen opkrikken kan je ook met mooie alternatieven.
Halloween verovert sinds enkele decennia onze contreien, en vult scholen, bibliotheken, winkelstraten en winkelramen, boekwinkels en bioscopen en vele huiskamers: je kan er niet naast kijken: de pompoenen grijnzen je van overal aan. Op de hoek van onze straat tel ik 25 heksenfiguren op één vensterbank. Toch was dit 'feest' voor de huidige 50-plussers totaal onbekend in hun kindertijd. Het is dus een zeer recent verschijnsel, en geïmporteerd uit Angelsaksische landen. Met welke wind is dit komen overwaaien, en hoe blij moeten we ermee zijn?
In de Verenigde Staten maakte Halloween vooral opgang in de tweede helft van de 19e eeuw, maar de oorsprong ervan is natuurlijk veel ouder en gaat terug naar een oud Keltisch geestengeloof. Onze nog-niet-zo-verlichte voorouders geloofden dat op 31 oktober de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar.
Er doen twee mogelijke verklaringen de ronde voor de uitgesneden pompoenen: ofwel dat de Kelten maskers droegen om de boze geesten af te weren (zoals trouwens in veel animistische culturen), ofwel dat ze als voedsel werden neergelegd om de goede geesten van de overledenen aan te trekken. Heeft het belang welke van de twee juist is? Heidendom en rationele uitleg zijn nooit goed samen gegaan. Alsof geesten bang zouden zijn voor pompoenen...? Zijn die echt niet intelligenter dan dat? Alsof geesten eten nodig hebben?
Wij, intellectuele, hoogopgeleide westerlingen vinden zulk dwaas geloof hoogstens interessant als curiosum in een museum. Maar waarom overspoelen die vreemde restanten ons dan zo massaal tegenwoordig? Wie heeft dit feest eigenlijk 'officieel' ingevoerd? Niemand natuurlijk, tenzij de commercie die blijkbaar op zoek was naar wéér een pepmiddel om u en mij naar de winkels en pretparken te lokken. Moest er weeral een kick gecreëerd worden om onze economie non-stop draaiend te houden?
Halloween blijft toch een beetje bizar en geeft een vreemde smaak in de mond. Het heeft geen duidelijke achtergrond, geen inspirerende inhoud, geen appellerende, verheven boodschap. Wat maakt het dan zo snel zo populair? Vanwaar die vreemde fascinatie voor horror? Gaat het enkel om 'lekker griezelen', onschuldig amusement, spookje spelen, of speelt het in op iets donkers in ons? Voor mij is het voer voor psychologen of psychiaters wat mensen in deze griezelhype aantrekt. Het is genoeg stof voor tien doctoraten.
Want hoe moet je dit anders noemen, die fascinatie voor alles wat morbide en luguber is? Van de kinderboeken en stripverhalen gaat de helft over zombies, vampieren, skeletten, demonen, aliens, bloedzuigers, trollen, monsters, weerwolven, heksen en tovenaars, betoverde wezens, vervloekingen en bezweringen, bezetenheid... In computerspelletjes moet het bloed niet alleen vloeien met emmers, maar nog liever in het rond spuiten, en de monsters worden steeds maar afzichtelijker. Het genre van de horrorfilms moet altijd vérder gaan om mensen te lokken met nóg straffere kicks, bloedstollend en sinister, het uitmelken van wreedheid en sadisme: hoe weerzinwekkender, hoe choquerender, hoe perverser, hoe liever.
'Maar het is toch slechts een virtuele wereld?', hoor ik iemand zeggen. Wel, in sommige delen van de wereld is horror de realiteit. Sommige van de huidige vluchtelingen uit oorlogsgebieden hebben de dood voor ogen gezien, en véchten om te léven. En wij, verwende westerlingen die zóveel overvloed hebben, flirten met de dood als amusement en hobby. Zij hebben horror gezien in hun eigen leven, en vluchten eruit weg, en wij zoeken het op voor de smullen ervan. Rare jongens, die mensen! Of hebben we het té goed, en vervelen we ons gewoon te pletter?
Onze rationalistische cultuur meende zich te moeten ontdoen van haar 'irrationele' christelijke erfenis, die ze verouderd acht, maar keert terug naar religieuze opvattingen die nóg ouder zijn: de middeleeuwen bestempelen we graag als duister en barbaars, en we prefereren het Germaanse heidendom. In de psychologie zouden ze zoiets 'regressie' noemen. Kan een ganse cultuur aan regressie lijden?
Deze fascinatie voor duisternis moét ons verbazen in een tijd die trots is op haar Verlichting! Is het een puur toeval dat sinds ongeveer 50 jaar onze maatschappij steeds meer seculier wordt, religie-vrij, en dat tegelijk al zulk soort spirituele junk binnenkomt? De christelijke symbolen moesten verdwijnen uit de openbare plaatsen, want ze gaven aanstoot aan de niet-gelovigen. Ze zijn vervangen door afzichtelijke heksenfiguren vol vieze wratten. Van vooruitgang gesproken!
Kan iemand mij één meerwaarde noemen van Halloween? Eén positieve bijdrage aan onze cultuur? Het koopgedrag van mensen opkrikken kan je ook met mooie alternatieven. Bakkers, ontsier uw heerlijke taarten niet langer met lelijke halloween-chocolaatjes erop. Komaan, professionele reclamejongens, wees eens creatief, en verzin een 'dag van de herfstkleuren', een 'dag van de vriendschap' of iets beters!
Maar ik wil nog veel meer een passionele oproep doen aan alle scholen en onderwijsmensen: giet onze kinderen niet vol met die rommel, maar geef ze iets esthetisch en constructiefs mee. De pedagogische waarde van Halloween is nul, pardon, 'min vijf'. Bespaar je de moeite van je klaslokalen en gangen vol te hangen met namaak-spinnenwebben en zwarte heksenhoeden.
En, van goede smaak gesproken: spaar die arme pompoenen die onschuldig opgeofferd worden! Waarom al die schrijnende voedselverspilling? Maak er liever heerlijke pompoensoep van! Met wat wortelen, ajuinen, genoeg peper en een geutje room!
Bron: www.knack.be (http://www.knack.be/nieuws/belgie/kan-iemand-mij-een-meerwaarde-noemen-van-halloween/article-opinion-621783.html)
---
Mening:
Plezier. Zo, de kop van het artikel is beantwoord. Plezier is immers een beduidende meerwaarde. Het is niet omdat de auteur verbitterd voor het haardvuur zit te mompelen 'waren we maar weer de glorie van Christus aan het verheerlijken', dat anderen hier geen leut aan beleven. Onze christelijke feestdagen verheerlijken we immers maar al te graag omwille van hun diepgaande roots, dàt zijn pas feestdagen met een meerwaarde. Al vraag ik me af hoeveel mensen er hartstochtelijk uit hun bed stormen op Pasen, peinzend 'ik kan niet wachten om de roem van Christus te prijzen!'. Voor de doorsnee mens brengen deze feestdagen hen hoogstens samen met hun medemens, wat Halloween evengoed doet.
Het verheugt me wel dat de auteur erkent dat de ontleding van de fascinatie voor het lugubere best aan psychologen kan worden overgelaten, zijn analyse is maar lulkoek. Ik zou mezelf niet bepaald een connaisseur van horrorfilms noemen maar vanuit mijn beperkte ervaring weet ik wel te zeggen dat deze niet louter steunen op het 'uitmelken van wreedheid en sadisme', althans niet diegenen met een greintje integriteit. Ikzelf ben nog geen recensie tegengekomen van Saw II onder het mom van 'in deze film werd 3,5l meer bloed gebruikt dan in Saw I en werden 4 meer ledematen deskundig verwijderd, puik werk!', mensen die van dit genre houden hebben doorgaans hogere standaarden.
Zijn vergelijking met de gruwel die sommige vluchtelingen moeten doorstaan, bracht enkel een zucht bij me teweeg. Een erg, erg diepe zucht. Deze drogreden is haast van hetzelfde niveau als toen moederlief zei 'de kindjes in Afrika zouden daar heel blij mee zijn', iedere keer ik wat groene zooi liet liggen op mijn bord. Ja het zou ongepast zijn mocht ik verkleed als IS-strijder een asielcentrum komen binnenstormen terwijl ik vuurwerk in het rond gooi. Ik betwijfel wel dat wanneer ik als weerwolf verkleed asielcentra bezoek, er veel mensen in tranen zullen uitbarsten omdat dit het trauma bovenhaalt van de dag toen de weerwolvenclan hun ganse dorp uiteenreet.
Het enigste geldige argument is zijn verwijzing naar de commercialisering van feestdagen, wat uiteraard terecht is. Maar dit geldt voor feestdagen in hun totaliteit, niets ontsnapt aan deze trend. Dus in plaats van Halloween hiervoor terecht te stellen, zou de auteur beter een artikel wijden aan deze problematiek in zijn geheel.
Halloween verovert sinds enkele decennia onze contreien, en vult scholen, bibliotheken, winkelstraten en winkelramen, boekwinkels en bioscopen en vele huiskamers: je kan er niet naast kijken: de pompoenen grijnzen je van overal aan. Op de hoek van onze straat tel ik 25 heksenfiguren op één vensterbank. Toch was dit 'feest' voor de huidige 50-plussers totaal onbekend in hun kindertijd. Het is dus een zeer recent verschijnsel, en geïmporteerd uit Angelsaksische landen. Met welke wind is dit komen overwaaien, en hoe blij moeten we ermee zijn?
In de Verenigde Staten maakte Halloween vooral opgang in de tweede helft van de 19e eeuw, maar de oorsprong ervan is natuurlijk veel ouder en gaat terug naar een oud Keltisch geestengeloof. Onze nog-niet-zo-verlichte voorouders geloofden dat op 31 oktober de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar.
Er doen twee mogelijke verklaringen de ronde voor de uitgesneden pompoenen: ofwel dat de Kelten maskers droegen om de boze geesten af te weren (zoals trouwens in veel animistische culturen), ofwel dat ze als voedsel werden neergelegd om de goede geesten van de overledenen aan te trekken. Heeft het belang welke van de twee juist is? Heidendom en rationele uitleg zijn nooit goed samen gegaan. Alsof geesten bang zouden zijn voor pompoenen...? Zijn die echt niet intelligenter dan dat? Alsof geesten eten nodig hebben?
Wij, intellectuele, hoogopgeleide westerlingen vinden zulk dwaas geloof hoogstens interessant als curiosum in een museum. Maar waarom overspoelen die vreemde restanten ons dan zo massaal tegenwoordig? Wie heeft dit feest eigenlijk 'officieel' ingevoerd? Niemand natuurlijk, tenzij de commercie die blijkbaar op zoek was naar wéér een pepmiddel om u en mij naar de winkels en pretparken te lokken. Moest er weeral een kick gecreëerd worden om onze economie non-stop draaiend te houden?
Halloween blijft toch een beetje bizar en geeft een vreemde smaak in de mond. Het heeft geen duidelijke achtergrond, geen inspirerende inhoud, geen appellerende, verheven boodschap. Wat maakt het dan zo snel zo populair? Vanwaar die vreemde fascinatie voor horror? Gaat het enkel om 'lekker griezelen', onschuldig amusement, spookje spelen, of speelt het in op iets donkers in ons? Voor mij is het voer voor psychologen of psychiaters wat mensen in deze griezelhype aantrekt. Het is genoeg stof voor tien doctoraten.
Want hoe moet je dit anders noemen, die fascinatie voor alles wat morbide en luguber is? Van de kinderboeken en stripverhalen gaat de helft over zombies, vampieren, skeletten, demonen, aliens, bloedzuigers, trollen, monsters, weerwolven, heksen en tovenaars, betoverde wezens, vervloekingen en bezweringen, bezetenheid... In computerspelletjes moet het bloed niet alleen vloeien met emmers, maar nog liever in het rond spuiten, en de monsters worden steeds maar afzichtelijker. Het genre van de horrorfilms moet altijd vérder gaan om mensen te lokken met nóg straffere kicks, bloedstollend en sinister, het uitmelken van wreedheid en sadisme: hoe weerzinwekkender, hoe choquerender, hoe perverser, hoe liever.
'Maar het is toch slechts een virtuele wereld?', hoor ik iemand zeggen. Wel, in sommige delen van de wereld is horror de realiteit. Sommige van de huidige vluchtelingen uit oorlogsgebieden hebben de dood voor ogen gezien, en véchten om te léven. En wij, verwende westerlingen die zóveel overvloed hebben, flirten met de dood als amusement en hobby. Zij hebben horror gezien in hun eigen leven, en vluchten eruit weg, en wij zoeken het op voor de smullen ervan. Rare jongens, die mensen! Of hebben we het té goed, en vervelen we ons gewoon te pletter?
Onze rationalistische cultuur meende zich te moeten ontdoen van haar 'irrationele' christelijke erfenis, die ze verouderd acht, maar keert terug naar religieuze opvattingen die nóg ouder zijn: de middeleeuwen bestempelen we graag als duister en barbaars, en we prefereren het Germaanse heidendom. In de psychologie zouden ze zoiets 'regressie' noemen. Kan een ganse cultuur aan regressie lijden?
Deze fascinatie voor duisternis moét ons verbazen in een tijd die trots is op haar Verlichting! Is het een puur toeval dat sinds ongeveer 50 jaar onze maatschappij steeds meer seculier wordt, religie-vrij, en dat tegelijk al zulk soort spirituele junk binnenkomt? De christelijke symbolen moesten verdwijnen uit de openbare plaatsen, want ze gaven aanstoot aan de niet-gelovigen. Ze zijn vervangen door afzichtelijke heksenfiguren vol vieze wratten. Van vooruitgang gesproken!
Kan iemand mij één meerwaarde noemen van Halloween? Eén positieve bijdrage aan onze cultuur? Het koopgedrag van mensen opkrikken kan je ook met mooie alternatieven. Bakkers, ontsier uw heerlijke taarten niet langer met lelijke halloween-chocolaatjes erop. Komaan, professionele reclamejongens, wees eens creatief, en verzin een 'dag van de herfstkleuren', een 'dag van de vriendschap' of iets beters!
Maar ik wil nog veel meer een passionele oproep doen aan alle scholen en onderwijsmensen: giet onze kinderen niet vol met die rommel, maar geef ze iets esthetisch en constructiefs mee. De pedagogische waarde van Halloween is nul, pardon, 'min vijf'. Bespaar je de moeite van je klaslokalen en gangen vol te hangen met namaak-spinnenwebben en zwarte heksenhoeden.
En, van goede smaak gesproken: spaar die arme pompoenen die onschuldig opgeofferd worden! Waarom al die schrijnende voedselverspilling? Maak er liever heerlijke pompoensoep van! Met wat wortelen, ajuinen, genoeg peper en een geutje room!
Bron: www.knack.be (http://www.knack.be/nieuws/belgie/kan-iemand-mij-een-meerwaarde-noemen-van-halloween/article-opinion-621783.html)
---
Mening:
Plezier. Zo, de kop van het artikel is beantwoord. Plezier is immers een beduidende meerwaarde. Het is niet omdat de auteur verbitterd voor het haardvuur zit te mompelen 'waren we maar weer de glorie van Christus aan het verheerlijken', dat anderen hier geen leut aan beleven. Onze christelijke feestdagen verheerlijken we immers maar al te graag omwille van hun diepgaande roots, dàt zijn pas feestdagen met een meerwaarde. Al vraag ik me af hoeveel mensen er hartstochtelijk uit hun bed stormen op Pasen, peinzend 'ik kan niet wachten om de roem van Christus te prijzen!'. Voor de doorsnee mens brengen deze feestdagen hen hoogstens samen met hun medemens, wat Halloween evengoed doet.
Het verheugt me wel dat de auteur erkent dat de ontleding van de fascinatie voor het lugubere best aan psychologen kan worden overgelaten, zijn analyse is maar lulkoek. Ik zou mezelf niet bepaald een connaisseur van horrorfilms noemen maar vanuit mijn beperkte ervaring weet ik wel te zeggen dat deze niet louter steunen op het 'uitmelken van wreedheid en sadisme', althans niet diegenen met een greintje integriteit. Ikzelf ben nog geen recensie tegengekomen van Saw II onder het mom van 'in deze film werd 3,5l meer bloed gebruikt dan in Saw I en werden 4 meer ledematen deskundig verwijderd, puik werk!', mensen die van dit genre houden hebben doorgaans hogere standaarden.
Zijn vergelijking met de gruwel die sommige vluchtelingen moeten doorstaan, bracht enkel een zucht bij me teweeg. Een erg, erg diepe zucht. Deze drogreden is haast van hetzelfde niveau als toen moederlief zei 'de kindjes in Afrika zouden daar heel blij mee zijn', iedere keer ik wat groene zooi liet liggen op mijn bord. Ja het zou ongepast zijn mocht ik verkleed als IS-strijder een asielcentrum komen binnenstormen terwijl ik vuurwerk in het rond gooi. Ik betwijfel wel dat wanneer ik als weerwolf verkleed asielcentra bezoek, er veel mensen in tranen zullen uitbarsten omdat dit het trauma bovenhaalt van de dag toen de weerwolvenclan hun ganse dorp uiteenreet.
Het enigste geldige argument is zijn verwijzing naar de commercialisering van feestdagen, wat uiteraard terecht is. Maar dit geldt voor feestdagen in hun totaliteit, niets ontsnapt aan deze trend. Dus in plaats van Halloween hiervoor terecht te stellen, zou de auteur beter een artikel wijden aan deze problematiek in zijn geheel.