PDA

Bekijk de volledige versie : Tomorrowland: de religieuze kant van dance music


Barst
10th October 2015, 13:56
‘Waar hemel en aarde elkaar ontmoeten’


Voor de elfde editie van Tomorrowland worden volgende week 180.000 bezoekers uit alle hoeken van de wereld verwacht. Muziektoeristen worden weleens vergeleken met pelgrims, dance zou de nieuwe religie zijn, Tomorrowland een hoogmis. Kun je écht gewagen van een spirituele ervaring, of is het vooral een slimme marketingtruc?


Tomorrowland 2014. De nacht valt tijdens de set van de Nederlandse dj Armin van Buuren. De muziek wordt intenser, de beats gaan door lijf en leden. In een mysterieuze sfeer en een sprookjesachtige lichtshow danst een tienduizendkoppige massa zich de ziel uit het halfnaakte lijf.

Zeepbellen drijven mee op het ritme van de technodecibels. Over het terrein galmt een stem: ‘Kus elkaar. Hou van elkaar.’ Vrienden en vriendinnen, bekenden en onbekenden vallen elkaar in de armen. Later zullen ze getuigen in de aftermovie van deze editie, over hoe ze zich voelden, die dag. Gelukkig, zorgeloos, verbonden met elkaar.

De stem, opnieuw: ‘People of Tomorrowland, unite. We are one!’ Zelfs Ban Ki-moon is mee. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties liet het motto ‘Let’s work as one towards dignity for all’ graveren in een plank van de One World-brug die Arne Quinze ontwierp. De massa bestaat van een afstand bekeken niet uit individuen, maar lijkt veeleer op een organisme, een anemoon die beweegt op de golfstroom van de muziek. Het heeft iets tribaals. Mensen dansen zich in trance. Vooraan staat de dj, als een hogepriester achter het altaar. Vingerdansend, manisch lachend. Beat per beat voert hij het publiek mee, tot het buiten zichzelf is van euforie en extase. Mensen huilen, mensen lachen. De intensiteit is meer dan aanstekelijk, ze heeft een bovenaards elan.


Technosjamanen

‘Ergens rond de 35 Hz voelden we de hand van God op onze rug. Hij duwde ons voorwaarts, dwong ons om sterker te worden, tilde onze lichamen en onze geest omhoog. Hij wilde dat we de persoon naast ons aankeken, dat we hem een hand gaven, dat we boven onszelf uitstegen door samen die oncontroleerbare vreugde te delen die we voelden in deze magische bubbel. Een bubbel die ons, voor één avond, beschermde tegen de horror, de waanzin en de vervuiling van de wereld buiten deze plek.’

De onbekende auteur van het ravers’ manifesto waar dit citaat uit komt, was wellicht een dichter. Had hij bollen geslikt, of komt dit recht uit het hart? Kun je echt spreken van een nieuwe spiritualiteit op evenementen zoals Tomorrowland?

Antropologen en sociologen erkennen het religieuze karakter van dance en de ervaringen die ravers beleven. Mensen gaan ernaartoe om te voelen. De Australische cultureel antropoloog Graham St. John noemt dj’s technosjamanen. St. John bestudeert de electronic dance music-cultuur al meer dan vijftien jaar, en ziet meer dan één gelijkenis tussen dance en religie. ‘In de jaren negentig groeide het verlangen naar een niet-traditionele religieuze ervaring, naar een bevrijding van de zintuigen’, schrijft hij in het boek Rave and Religion. Religie en zingeving trokken weg uit de tempels en de kerken, en doken elders op – soms in gemuteerde vorm. ‘Op raveparty’s, bijvoorbeeld, een fantasiewereld waar de utopische gedachte leeft en de belofte op een betere toekomst wordt gevierd en al dansend wordt afgedwongen.’

‘Rave is een ruimte waar je spiritueel ontwaakt. De rand van de dansvloer is de plek waar hemel en aarde elkaar ontmoeten’, noteert St. John nog.

In 1999 publiceerde een raver onder het pseudoniem Ramy een artikel in City Heat Magazine. Een prachtig fragment: ‘In “2001 A Space Odyssey” van Stanley Kubrick is er de scène The Dawn of Man, waar een stam van aapmensen wakker wordt rond een gigantische monoliet die tussen hen staat. Rave is zoals die scène. Als ik zwetende dansers zie die hun hoofd te rusten leggen op een gigantische box en hun borst voor een kloppende woofer plaatsen, zie ik dezelfde aapmens die twee miljoen jaar geleden gefascineerd naar een onbekend object staarde, het betastte, het besnuffelde en het kuste. Rave gaat over de toekomst. Rave inspireert ons om samen te komen als soort.’

Rave is geen manier van leven, rave is een ritueel, zegt Ramy: ‘Het is een oefening voor de ziel en voor het lichaam. De monoliet die we beklommen, was er alleen om ons te inspireren. We nemen ‘m niet mee als we naar ons werk gaan. Wat op de dansvloer gebeurt, verandert ons als mens.’

‘Rave is niet zomaar een evenement’, vindt ook Graham St. John. Volgens de onderzoeker kun je niet om het religieuze karakter van rave heen. Je ziet het in de vormgeving, in de projecties, in de muziek, in de visuele concepten, in het samplen van stemmen, in de artiestennamen, in de kleding. Rave maakt gebruik van symbolen uit bestaande geloofs- en filosofische systemen, maar doet dat à la carte: er is geen vaste canon, geen eenduidig verhaal. Het gevoel is eerder pantheïstisch, zegt de onderzoeker. De fantasie om samen te smelten met iets wat groter is dan onszelf, om verbinding te zoeken met een heilige kracht, is volgens St. John een symptoom van een romantische revival. Het spreekt mensen aan omdat ze ontgoocheld zijn in de moderne wereld en in institutionele religie.


Dionysische wereld

De rituelen waarbij een hele nacht wordt gedanst, hebben volgens Graham St. John diepe wortels in ons collectieve geheugen. Dansen is een rite de passage, een sjamanistische reis naar een andere mentale toestand. Dát is wat ravers volgens hem doen: ‘Ons doel is een positieve ruimte te creëren, vol liefde, waar we als één stam in trance kunnen gaan, net zoals onze voorouders dat deden.’

In Het Goddelijke Brein beschrijven neuropsychiater Michael McGuire en antropoloog Lionel Tiger dat religie, of toch het gemeenschapsaspect ervan, een creatie is van ons brein. ‘Om in groep te leven, heb je middelen nodig om de stress te verminderen’, stellen ze. ‘Conflicten kunnen worden bijgelegd – dieren die enkele ogenblikken daarvoor nog vijanden waren van elkaar, vergeten hun geschillen en gaan weer liefdevol met elkaar om. (...) Het lijkt soms alsof de groep zoiets als een religieuze feestdag viert. De dieren handelen traag en niet dreigend. De geluiden die ze maken, zijn zacht en eenvoudig, en jovialiteit is de algemeen aanvaarde norm. De dieren kiezen een goed beschermde en rustige plaats in het woud. Er schijnt een bijzonder soort licht, ongeveer zoals in de grote kathedralen die door hun afmetingen de kracht van licht en stilte schijnen te versterken. De gewone zorgen van het dagelijks leven lijken even vergeten.’

Oude rituelen, de echo van bacchanalen en deliriums: rave is de dionysische wereld van onze tijd, en is tegelijk zo oud als de mens zelf. Sommige antropologen menen dat raves dienen als een weg naar verlossing. Jonge mensen ontsnappen via rave aan de druk van hun familie, hun baas, de televisie, de waan van de dag. Tegelijk biedt de tijdelijke vrijheid de mogelijkheid om sociaal en psychologisch te experimenteren. Be-staande sociale regels, zoals kledingcodes, en overtuigingen worden opgehe- ven, een soort utopie wordt geïnstal- leerd.


Disney voor twintigers

Toch heeft Tomorrowland weinig gemeen met een gebedsbijeenkomst van Taizé. De Deense communicatiewetenschapper Fabian Holt nam het festival de voorbije jaren onder de loep. Hij ontkent niet dat er religieuze en spirituele elementen spelen in de festivalcultuur, maar die zijn niet zo diepzinnig als wat Graham St. John beschrijft. ‘Muziekfestivals zijn symbolische evenementen’, zegt Holt. ‘Sinds de wereldtentoonstellingen ontstonden in de negentiende eeuw, dienen zulke evenementen als platform voor nieuwe trends en ideeën. Gevestigde waarden en nog te ontdekken talent stonden er naast elkaar. Festivals konden ook dienen als motor of uiting van een sociale beweging. Woodstock, bijvoorbeeld, was meer dan een festival: het was een feest van maatschappijkritiek.’

‘Megafestivals als Coachella en Tomorrowland spelen een sleutelrol in de jeugdcultuur’, zegt Holt. ‘Maar in tegenstelling tot de festivals die voortkwamen uit een sociale beweging, en de raves in de jaren zeventig en tachtig, zijn populaire muziekfestivals mainstream geworden. Ze zijn er voor de consument, het zijn ondernemingen.’

De dancecultuur van Generatie Y is er een van show en spektakel, met sterren als David Guetta, Tiesto en Armin van Buuren die een georkestreerd spel van muziek en licht op het publiek loslaten, met de bedoeling het fysiek en emotioneel te beroeren. Recente studies in muziekpsychologie tonen aan dat sommige soorten muziek de emoties van mensen kunnen intensifiëren: hun hartslag versnelt, ze krijgen kippenvel en koude rillingen. Zo associëren ze uptempomuziek met geluk. Dj’s en producers weten dat, ze manipuleren de massa, brengen ze in vervoering. In die zin is de vergelijking met sjamanen niet eens vergezocht.

Maar het ene dancefestival is het andere niet. De fantasiewereld van Tomorrowland verschilt van de full moon-party’s in Goa of Burning Man in de woestijn van Nevada. Holt: ‘Burning Man is een non-profitfestival, van de deelnemers wordt verwacht dat ze hun steentje bijdragen en delen. Duizenden technici bouwen mee aan de tijdelijke stad, waar kunst, technologie en gemeenschapszin naar een nieuw niveau worden getild. Burning Man is een diepe persoonlijke ervaring voor de deelnemers. Interessant is dat Burning Man een bron van inspiratie is voor allerlei soorten muziekfestivals: van Glastonbury tot Tomorrowland probeert men die ervaring van een andere wereld, een Utopia, te recreëren. Maar wat wordt vergeten, is het belangrijkste wat Burning Man tot Burning Man maakt: het businessmodel, waarin mensen deelnemers in plaats van consumenten zijn.’

Tomorrowland doet het op zijn eigen manier. De stichters, broers Manu en Michiel Beers, wilden het verborgen nachtleven opentrekken: overdag dansen in plaats van ‘s nachts, in een kleurrijke en vrolijke omgeving waar iedereen zich welkom voelt. Het wonderland waar nu 180.000 mensen naartoe trekken, is een sterk staaltje van storytelling en marketing. De religieuze connotatie die antropologen erin zien, heeft er weinig mee te maken. De intensiteit van de livesets, het professioneel gebouwde sprookjesland met paddenstoelen, regenbogen, elfen en kabouters: het is eerder Disney voor twintigers dan een belofte van een andere wereld, meent Fabian Holt. ‘Het begint al met de naam van het festival: er wordt een universum gecreëerd, een andere wereld. Dat gebeurt ook in de gamewereld, of in films zoals The Hunger Games. Die fantasiewereld is een soort van utopische plek, waar young adults van houden.’

Maar het is wel een hedonistische utopie. ‘Ze is consumentgericht, en ze sluit heel nauw aan bij de wereld van de pretparken. Het design is ongeveer hetzelfde – industrieel gefabriceerde fantasie –, de retoriek is pompeus. Een van de motto’s van Tomorrowland is “Yesterday is history, tomorrow is a mystery, today is a gift, that’s why we call it the present.” Dat is een oud citaat uit kinderboeken, en het werd ook gebruikt in de tekenfilm Kung Fu Panda. Zo creeert men een kinderlijke neutraliteit, zodat elke consument zich lekker voelt. Het voordeel van zo’n happinesscultuur is dat het veilig en gemakkelijk is. Mensen hoeven de muziek niet eens goed te kennen, ze zijn welkom om te feesten.’


Kleine minderheid

Waarom investeren mensen tijd en geld om ergens naartoe te reizen, terwijl ze de muziek ook thuis kunnen beluisteren? De Nederlandse Leonieke Bolderman probeert het te achterhalen tijdens haar doctoraatsonderzoek in de kunst- en cultuurwetenschappen. ‘Muziektoerisme wordt dikwijls vergeleken met een pelgrimstocht, maar je moet de religieuze betekenis ervan relativeren’, zegt Bolderman. ‘Twee elementen komen overeen met een bedevaart: de persoonlijke ervaring, en het gemeenschappelijke: samen naar muziek luisteren in een tijdelijke ruimte, dat is bijzonder. Die aspecten vind je ook terug bij religie. Mensen kunnen ook volledig opgaan in muziek, of het nu klassiek is, pop of dance. In sommige gevallen kun je over een bijna religieuze ervaring spreken, maar dat gaat vooral op voor devote fans. Dat is een kleine minderheid. De meeste mensen gaan erheen om zich te amuseren.’

‘Voor sómmige mensen voelt dance als een religie’, beaamt Fabian Holt. ‘Er is een harde kern van fans die het ernstig neemt, mensen die werkelijk een andere wereld binnengaan, die daar een heel jaar mee bezig zijn. Voor hen is zo’n festival een transcendente ervaring. Eens het voorbij is, ervaren ze een gevoel van verlies, van rouw, omdat ze die positieve energie kwijt zijn. Ze kunnen amper uitleggen wat ze voelen.’

Sommige van die religieuze aspecten worden gecultiveerd in de films die Tomorrowland maakt, meent Holt, maar op het terrein zelf is het niet de drijvende kracht. Daar draait alles rond de positieve sfeer. ‘Er is meer sprake van een consumentencultuur dan van een religieuze cultuur’, zegt hij. ‘Trouwens, het viel me op dat men er het liefst van al met vlaggen van het thuisland zwaait. Het universele gevoel op Tomorrowland heeft dus meer nationalistische trekjes dan spirituele.’


Knack, 15-06-2015 (Cathérine Ongenae)