PDA

Bekijk de volledige versie : Paul Scheffer over het morele dilemma van de vluchtelingencrisis


Barst
27th September 2015, 18:30
‘We moeten ons geweten niet aanlengen met eigenbelang’


Paul Scheffer, de Nederlandse hoogleraar die vijftien jaar geleden het multiculturele drama uit de taboesfeer haalde, is op zijn hoede voor te veel goede bedoelingen in de vluchtelingencrisis. Maar evengoed huivert hij van populisten die van vluchtelingen tweederangsburgers willen maken. ‘Zij lijden aan morele doofheid.’


‘Tja, voor makkelijke antwoorden was je bij mij niet aan het juiste adres. Over de vluchtelingencrisis kan je niet spreken zonder te struikelen. Deze problematiek gedijt alleen bij nuance, niet bij morele absolutismen.’

Aan het einde van het gesprek verontschuldigt Paul Scheffer zich voor het aarzelend en misschien wat verwarrende gesprek. Vijftien jaar geleden schreef hij het essay Het multiculturele drama, waarmee hij het taboe over de problematische integratie van migranten doorbrak. Het essay zorgde toen voor enorme ophef, maar deze keer wil Scheffer vooral rede en empathie terugbrengen in het debat. ‘Ik voel zoals vele mensen een grote verlegenheid bij deze crisis. Dit is een écht moreel dilemma. Ik stel me nog altijd dezelfde vragen over migratie, integratie en Europa als de voorbije vijftien jaar, maar de context is vandaag wel helemaal anders. En ook ik ben veranderd, de voorbije maanden.’


Door deze crisis?

‘Wie niet? Ik vind bijvoorbeeld dat we meer mensen moeten opvangen dan ik vijf jaar geleden zou hebben gezegd. En hoewel ik vaak heb voorspeld dat deze vluchtelingenstroom er zat aan te komen, is het toch nog iets anders om er echt mee geconfronteerd te worden. Dit raakt mij, zoals het velen raakt.’

‘Tegelijk hebben we de verantwoordelijkheid om verder te denken. Na de aardbeving in Haïti schonken we massaal hulp, maar enkele weken later keken we alweer de andere kant uit. Ook nu beleven we een opwelling van medeleven, maar er is ook nood aan een duurzame betrokkenheid. Vandaar mijn verlegenheid: hoe moeten we, voorbij de emotie, hiermee omgaan?’

‘Ik heb de indruk dat sommige mensen denken: op dit grenzeloze leed is alleen een grenzeloos antwoord mogelijk. Zelf vrees ik dat dit geen duurzame ethiek is. We staan immers voor een integratieopdracht die vele jaren zal duren, en bovendien boven op een eerdere, slechts half gelukte integratie van nieuwkomers komt. Daarom moeten we ons wél de vraag stellen waar we de grens trekken tegenover alle ellende en chaos die ons omringen.’


Omdat we in Europa niet al die ellende kunnen opvangen?

‘Deze crisis maakt op zijn minst duidelijk dat we ons niet langer kunnen afsluiten voor de structurele ontwrichting in vele landen net buiten Europa. En zelfs al zou je het kunnen, de noden zijn zo groot dat je het niet mag willen.’

‘Maar ik hoed me voor een moraliteit die is gebaseerd op beelden, en niet op ervaringen. De socioloog Max Weber maakte het onderscheid tussen een Gesinnungsethik, een gewetensethiek, en de Verantwortungsethik, een verantwoordelijkheidsethiek. De eerste spruit voor uit de eigen gewetensnood en bekommert zich niet om de gevolgen. Mensen willen helpen. De tweede ethiek heeft juist die lange termijn voor ogen en baseert zich op de dagelijkse ervaringen met diversiteit, in scholen, op het werk, in de wijken. Sinds 1975 heeft Nederland ongeveer driekwart miljoen vluchtelingen opgevangen. De ervaring leert dat het met de groepen die de laatste twintig jaar zijn gekomen, niet zo goed gaat. Van de Somaliërs heeft een op de vier werk en leeft de helft van een uitkering. Van de Irakezen werkt 34 procent en heeft een op de drie een uitkering. Bij de Afghanen is dat 42 procent en een op de vier. Alleen de Iraniërs doen het goed doen: 60 procent werkt, slechts een op de vijf leeft van een uitkering.’
‘Als we ons dan toch zo betrokken voelen bij vluchtelingen, waarom hebben we dan voor al die mensen in het verleden niet veel meer gedaan?’


We hebben een te naïef beeld van de vluchtelingen?

‘Het is een manier om de werkelijkheid niet onder ogen te zien. Als de komst van vluchtelingen zozeer in ons belang was, dan hadden we ze toch al veel eerder uitgenodigd? En als we zelf baat hebben bij deze immigratie, dan is helpen geen morele opdracht meer.’

‘Ik vind trouwens dat we dat moreel appel dan consequent moeten doortrekken. Het betekent dat we ons ook openstellen voor conservatieve moslims die onze manier van leven in vraag stellen. Want vluchtelingen kan je niet onderscheiden naargelang hun al dan niet liberale gezindheid. Alleen wie ook daartoe bereid is, beseft echt wat er aan de hand is.’


Ondernemers maken zich sterk dat ze de geschoolde Syrische vluchtelingen kunnen integreren in de vele knelpuntberoepen op de arbeidsmarkt. Ze spreken van een win-winsituatie.

‘We zouden vooralsnog beter uitgaan van een verlies-verliessituatie. Die vluchtelingen hebben alles achtergelaten. Ze zijn getraumatiseerd, spreken de taal niet,... Ik hoorde een politicus spreken over menselijk kapitaal dat in Europa aankomt. Ik vrees dat we vooral veel menselijk ongeluk zullen moeten opvangen. Als we die mensen in onze samenleving willen integreren, zal dat ons meer kosten dan opleveren.’

‘Dus laten we bescheiden zijn in onze goede intenties en afstappen van die win-winretoriek. We mogen de morele opdracht niet meteen aanlengen met eigenbelang.’
‘De realiteit is dat de integratie van al die vluchtelingen botst met ons eigenbelang. Pas als we dit alles onder ogen durven te zien, wordt de ware omvang van onze morele opdracht duidelijk.’


En wat is die ware omvang?

‘Ik hoor mensen zeggen dat Nederland 50.000 Syriërs moet opvangen. Eigenlijk hebben ze het dan over 200.000 Syriërs, want ze zullen via gezinshereniging ook hun vrouw en kinderen laten overkomen.’

‘De immigratiedeskundige Han Entzinger heeft ooit berekend dat in Nederland nooit meer dan 60.000 Turkse en Marokkaanse gastarbeiders hebben gewerkt. Op een halve eeuw hebben zij gemeenschappen van ieder 400.000 mensen voortgebracht. Ook dat moet je onder ogen zien. Dan kan je nog beslissen om evenveel Syriërs op te nemen. Maar dan wel in het besef dat er een aanzienlijke integratieopdracht voor ons ligt.’


Politieke vluchtelingen zijn wel een ander type migrant dan gastarbeiders. Bovendien is er vandaag wél een integratiebeleid, en is volgmigratie aan banden gelegd door strengere regels voor gezinshereniging.

‘Achter de eerste golf van weerbare, hoogopgeleide migranten zal snel de golf van lager opgeleiden volgen. Trouwens, ook hier stelt zich een moreel dilemma: ik heb altijd geleerd dat je vluchtelingen niet moet taxeren op hun waarde voor de arbeidsmarkt, maar op hun noden. Moeten we daarom niet op de eerste plaats de minst weerbaren helpen? De ouderen en de gezinnen die nu nog vast zitten in de ruïnes van Homs?’
‘Volgmigratie zal er ook altijd zijn, want je kan mensen nu eenmaal niet verbieden om te trouwen met de persoon van eigen vrije keuze.’

‘En de scheidingslijn, ten slotte, tussen politieke en economische vluchtelingen is zeer moeilijk te trekken. Hoe kan je in godsnaam de waarachtigheid van zo’n vluchtelingenverhaal controleren? Bovendien zijn veel Syriërs niet op de vlucht voor levensgevaar, maar voor de uitzichtloosheid van een leven in de vluchtelingenkampen. Na vijf jaar wachten zijn ze radeloos. Toch moeten we die mensen aanmoedigen om daar te blijven. Hoogstens kunnen we hun levensomstandigheden verlichten.’


U toont niet veel vertrouwen in veel van de goede bedoelingen die we om ons heen zien.

‘Kijk gewoon naar de geschiedenis van de gastarbeid. We hebben die mensen op korte termijn gebruikt en als samenleving gedumpt toen we hen niet meer nodig hadden. Wie garandeert mij dat we deze keer wel betrokken zullen blijven bij deze vluchtelingen? En ik heb het niet alleen over de ondernemers. Ook de vakbonden, de kerken of de scholen hebben de voorbije vijftig jaar bijzonder weinig gedaan om die migranten duurzaam te integreren in onze samenleving. Ik vrees dat men snel, wanneer de opvang moeilijker blijkt dan verwacht, naar de overheid zal kijken: zij moet dit maar oplossen.’
‘Ik zeg u, de overheid kan deze opdracht niet alleen aan.’


Wat is dan wel de correcte houding tegenover al die vluchtelingen die hier stranden?

‘Er zijn duizenden manieren om die mensen te helpen. En hoe meer burgerinitiatieven, hoe beter. Al was het maar omdat ze al die clichés van het racistische Vlaanderen of Nederland weerleggen.’

‘Maar laten we deze keer niet vergeten dat migratie een samenlevingsvraagstuk is, dat we ook als samenleving moeten aanpakken. Zoals in de Verenigde Staten. Daar kan je bijna geen kerk binnenstappen of er is hulp voor migranten. Hier is heel ons maatschappelijk middenveld apathisch, omdat men altijd denkt dat de overheid de taalcursussen wel zal organiseren. Ik hoop dat de werkgevers en de vakbonden over enkele jaren nog altijd betrokken blijven bij de vraag hoe ze die mensen aan werk kunnen helpen.’


Er zijn ook politici die de vluchtelingen afschilderen als profiteurs en opportunisten die we beter buiten houden.

‘Zulke typeringen zijn toch vooral een excuus voor morele doofheid. Gelukkig wil de meerderheid van de bevolking deze vluchtelingen niet de rug toekeren, blijkt uit recente opiniepeilingen. Maar uit diezelfde enquêtes blijkt ook dat een meerderheid er zich van bewust is dat hun integratie met veel conflicten en moeilijkheden gepaard zal gaan. Dat is wat ik humanitair realisme noem. Het is de houding die ik ook zelf bepleit.’


De Duitsers schoven al uw bezwaren opzij. ‘Wir schaffen das’, zei Angela Merkel.

‘Ik twijfel niet aan hun nobele motieven, maar zie er toch een vorm van morele hoogmoed in, die ten val zal komen.’

‘Dat kon alleen in Duitsland gebeuren. Eerst hebben ze ons hun begrotingsethiek opgelegd, nu leggen ze ons hun Gesinnungsethik op. Niet toevallig zijn beide calvinistisch van oorsprong. Dat is waarom de Nederlanders zich zo verwant voelen met de Duitsers.’

‘Ook het recente verleden speelt een rol. Tijdens de Griekse crisis was Duitsland de dwingeland. Plots werden ze het land waar iedereen naartoe wilde. Er trok een groot gevoel van opluchting door de Duitse samenleving. Eindelijk konden ze iets groots doen, nadat ze de anderen klein hadden gehouden.’

‘Maar Duitsland zal niet vijf jaar na elkaar een miljoen vluchtelingen opnemen. En al helemaal niet met de gezinsherenigingen die hierop zullen volgen. Trouwens, amper drie weken na Merkels uitspraken moest Duitsland zijn grenzen weer bewaken. Je kan niet helpen zonder grenzen te trekken.’


Grenzen aan het aantal mensen dat we opvangen?

‘We kunnen niet anders dan quota instellen. Het gaat al lang niet meer om vier miljoen Syriërs alleen. In Irak, Afghanistan of Libië is de situatie amper beter. En wat gebeurt er straks in Egypte, of Algerije? Het beperken van het aantal vluchtelingen is de enige manier om draagvlak onder de bevolking te behouden.’


Zit de beperking waarvoor u pleit niet al besloten in het onderscheid tussen politieke vluchtelingen en economische migranten? Duitsland zal de eerste groep opvangen, zoals de Conventie van Genève voorschrijft. Maar economische migranten zal het terugsturen.

‘Maar door de grote hoeveelheden loopt hun registratiesysteem nu al vast. En het duurt maanden voor zo’n asielaanvraag onderzocht is. Hoe ga je van een miljoen mensen hun achtergrond beoordelen? Zelfs met de beperkte instroom van de voorbije jaren zitten de asielcentra overvol omdat hun procedure jarenlang aansleept.’
‘De realiteit is dat met zoveel vluchtelingen het onderscheid tussen asielzoekers en economische migranten haast niet te maken valt.’


Vindt u dan dat het onderscheid moet worden opgeheven?

‘Neen. Maar laten we wel nadenken wie we zullen helpen. Zij wiens leven direct in gevaar is? Of ook zij die inmiddels veilig in een vluchtelingenkamp zitten, maar de uitzichtloosheid daar ontvluchten? Persoonlijk denk ik niet dat we hen moeten aanmoedigen om naar hier te komen.’


Maar hoe doe je dat concreet?

‘Door de situatie ter plekke te verbeteren, maar ook door de buitengrenzen beter te bewaken. Het was een grote vergissing van Europa om de binnengrenzen af te breken zonder de buitengrenzen beter te bewaken. We ervaren de grenzen van Italië of Griekenland nog niet als gemeenschappelijk. Het gevolg van open grenzen is dat de chaos en de burgeroorlogen rond Europa steeds meer deel worden van onze stedelijke realiteit. Een begin daarvan zie je al in sommige Parijse voorsteden.’

‘Het opheffen van de binnengrenzen was een geweldig gebaar. We hebben een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid en democratie gecreëerd. Maar zo’n open samenleving moet je in een woelige wereld ook weten te beschermen. Europa kan maar als waardengemeenschap standhouden als het ook een veiligheidsgemeenschap weet te zijn voor zijn bewoners. Mensen moeten zich beschermd voelen.’

‘Als we dat niet doen, roepen we populistisch protectionisme op. Nu al zie je hoe die buitengrenzen een terugtrekkende beweging maken. Zelfs steden dreigen op een bepaald moment muren op te trekken. Rotterdam en Malmö kondigden ooit een moratorium af op laaggeschoolde migratie omdat ze het gevoel hadden dat hun nationale regeringen geen effectief migratiebeleid voerden. Iets gelijkaardigs is nu op Europees niveau bezig.’


Wat vindt u van het spreidingsplan?

‘Ik vind dat uitstekend, zolang quota rekening houden met het welvaartsniveau van de verschillende landen. Ik snap heel goed dat een land als Roemenië of Hongarije veel minder mensen kan opnemen dan Duitsland.’

‘Maar op langere termijn hebben zo’n quota natuurlijk veel minder betekenis. Als de vluchtelingen eenmaal erkend zijn, mogen ze na een aantal jaren sowieso vrij rondreizen binnen Europa. En dan kunnen ze alsnog naar Duitsland als ze dat wensen. Dat is wat uiteindelijk ook gebeurde met het Nederlandse spreidingsplan over de gemeenten. Veel vluchtelingen trokken op termijn toch naar de Randstad, want daar is werk en bevinden zich hun gemeenschappen. Ze bleven echt niet in Friese dorpen hangen.’

‘Daarom gaat ook het argument niet op dat Europa wel vijf miljoen vluchtelingen kan opvangen, omdat dit slechts een procent van de Europese bevolking is. Die vijf miljoen zullen wel bijna allemaal naar Noordwest-Europa komen, en hoofdzakelijk naar de grote steden hier. Dat geeft een heel andere impact dan het cijfer van een op de honderd laat uitschijnen.’


In Vlaanderen en Nederland wordt ook gepleit voor een apart sociaal statuut voort vluchtelingen.

‘Zodat we binnenkort in het land met tweehonderdduizend tweederangsburgers zitten, zonder inkomen, kindergeld of fatsoenlijke huisvesting? Is dat dan wat we willen?’

‘Zo’n apart sociaal statuut ondermijnt onze cultuur van burgerschap. In Libanon vangen ze inderdaad anderhalf miljoen mensen op, maar die mensen moeten het zelf uitzoeken. Amerika neemt ook makkelijker migranten op dan Europa, omdat ze veel minder verzorgingsstaat hebben. Net omdat wij zo’n hoge norm van sociale integratie en bescherming hebben, is het aantal mensen dat we kunnen opvangen, beperkt.’


U wil Fort Europa versterken?

‘Dat is zo’n cliché. De helft van al onze grote steden, van Malmö tot Lyon en Birmingham tot Amsterdam, bestaat voor meer dan de helft uit migrantengezinnen. We hadden nooit een migratiesamenleving kunnen worden als Europa effectief een fort was geweest.’

‘Maar dat we onze buitengrenzen beter moeten bewaken, en een gemeenschappelijk asielbeleid op poten moeten zetten, lijkt me evident. Het volstaat om naar de wereld net buiten Europa te kijken, om te beseffen dat onze open samenleving alleen kan gedijen binnen stabiele grenzen. Dat is de kern van ons moreel dilemma: hoe kunnen we onze multireligieuze en multi-etnische democratie experiment beschermen, zonder ons af te sluiten van de crisis die zich daarbuiten afspeelt?’


Maar hoe kan u moreel aanvaarden dat we eerst met onze militaire interventies de Arabische wereld in chaos storten, en vervolgens de deuren sluiten voor de mensen die voor dat geweld op de loop gaan?

‘Twee zaken daarover. Het klopt dat de balans van al onze interventies catastrofaal is, zeker als je die afmeet aan de eigen doelstellingen, het brengen van stabiliteit en democratie.’

‘Maar dat neemt niet weg dat de crisis in de Arabische wereld er op de eerste plaats één van eigen makelij, en is al veel langer gaande is. Het Arab Human Development Report uit 2002, opgesteld door Arabische wetenschappers zelf, maakte een verbijsterende diagnose over de stand van vrijheden, economische ontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek in de regio. Het grote probleem van de Arabische wereld is dat men zich daar niet de vraag stelt hoe het zover is kunnen komen, maar wie hen deze crisis heeft aangedaan. De zelfkritische diagnose ontbreekt. Men legt de schuld buitenaf.’


U hekelde ooit de westerse machtspolitiek tijdens de Koude Oorlog, en pleitte voor een waardenpolitiek in het Europese buitenlands beleid. Maar toen Europa vanuit zijn waarden de Arabische revoluties steunde, creëerde het alleen maar meer geweld. Moeten we dan toch liever de Egyptische dictator Al-Sisi steunen?

‘De les van Oost-Europa was dat je geen stabiliteit kan kopen tegen de prijs van vrijheid. Maar ook dat vrijheid gedijt naarmate er een sterke civil society is ontwikkeld. In Oost-Europa was die historisch veel meer aanwezig dan in het Midden-Oosten.’

‘Ik heb vooral het gevoel dat het Westen helemaal geen strategie heeft voor het Midden-Oosten. Nochtans ligt hetzelfde dilemma voor als tijdens de Koude Oorlog. Nu in de Arabische wereld, maar ook in Rusland en Turkije, een autocratische terugval bezig is, rijst de vraag of we opnieuw voor stabiliteit kiezen tegen de prijs van vrijheid?’

‘Ik denk dat dit niet werkt. Want wat is de betekenis van de waardengemeenschap die Europa wil zijn, als onze belangrijkste bondgenoot in de regio Saudi-Arabië is, het theocratische land bij uitstek, dat een agressieve islam over de wereld verspreidt? Wat betekenen onze waarden, als we in Egypte een militaire dictatuur steunen, nadat die een democratisch verkozen president de nek om wrong? Zelfs Assad is plots onze impliciete bondgenoot geworden, omdat we IS als een veel grotere bedreiging beschouwen.’

‘Die tredmolen van vriend en vijand waar we in verstrikt zijn geraakt, is niet vol te houden. Maar misschien moeten we vooral erkennen dat we veel minder kunnen doen dan we zouden willen.’


Bent u somberder geworden over het Europese project?

‘Net niet. Ik hou me inmiddels bijna veertig jaar met Europa bezig, en ik kan me nog de tijd herinneren dat Europa achterpaginanieuws was. Sinds zeven jaar heeft alle belangrijke nieuws een Europese dimensie. Er heeft in de geesten een stille revolutie plaatsgevonden. We snappen voor het eerst dat het Griekse begrotingstekort ook ons begrotingstekort is geworden, en dat de Italiaanse grenzen ook de onze zijn. Onze mentale ruimte is enorm aan het uitdijen.’

‘Ik denk dat ook in dit conflict een nieuwe Europese verbeelding in de maak is. De euro is niet ten onder gegaan, omdat er zoveel politiek kapitaal in is geïnvesteerd en de mensen ook wel beseften dat met het verdwijnen van de euro iets wezenlijks zou zijn mislukt. Daarom denk ik dat ook Schengen niet zal sterven. Met vallen en opstaan zal Europa zijn buitengrenzen versterken en een veiligheidsgemeenschap vormgeven, om toch maar het vrije interne verkeer niet te moeten opgeven. Niet alleen wegens de onmiskenbare economische voordelen, maar ook omdat het zo wezenlijk is voor het beschavingsideaal dat Europa is.’


Velen beschouwen de vluchtelingencrisis als een grotere bedreiging voor Europa dan de eurocrisis.

‘Europa krijgt net gestalte in dit soort crises.’

‘Tot twee jaar geleden was het wegwerken van binnengrenzen vooral een verhaal van interne pacificatie. De grote Frans-Duitse verzoening. Mijn stelling is dat het de komende vijftig jaar zal gaan over de Europese buitengrenzen. En over de plaats van Europa in de wijde wereld.’

‘En daarbij niet vanuit een perspectief van verval: dat we moeten integreren omdat de macht van Europa in de wereld afneemt. Integendeel, we moeten over Europa’s buitengrenzen denken vanuit een geloof in de vitaliteit van Europa. Er willen geen miljoenen mensen naar hier migreren als we een samenleving in verval zouden zijn.’


DS, 26-09-2015 (Ruud Goossens - Lieven Sioen)