PDA

Bekijk de volledige versie : Gezinshereniging moeilijker, in België blijven wellicht niet


Barst
25th September 2015, 16:52
Gezinshereniging moeilijker, in België blijven wellicht niet


De regering-Michel werkt de komende weken aan een verstrenging van de wet op de gezinshereniging en een tijdelijk karakter van het vluchtelingenstatuut. CD&V volgt het dossier met argwaan op. ‘Er is nog niets beslist’, klinkt het.


‘Niemand heeft de aanpassing van de Conventie van Genčve op de regeringstafel gelegd.’ Premier Michel (MR) kon na de ministerraad vragen over het voorstel van N-VA-voorzitter Bart De Wever niet ontwijken. Rechts van Michel zat vicepremier Kris Peeters (CD&V) zichtbaar te gniffelen. Michel zelf bleef er stoďcijns bij: ‘Politieke partijen mogen ideeën vormen, dat is democratie.’ Zijn redenering blijft: wat niet op de regeringstafel komt, is niet mijn probleem. Wat voorlopig ook niet op die tafel komt, is een apart kindergeldstatuut voor vluchtelingen. Dat viel te horen in de marge van de persconferentie over de migratiecrisis.

De N-VA legde wel enkele andere voorstellen op tafel: een verstrenging van de wet op de gezinshereniging en een tijdelijk(er) verblijfsstatuut voor vluchtelingen. Dat laatste had staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) eerder al eens geopperd (DS 7 september). België kent al een tijdelijk verblijfsstatuut – de subsidiaire bescherming – maar Francken wil ook erkende vluchtelingen niet meteen uitzicht op een onbeperkt verblijf in ons land geven. Volgens premier Michel schuift Europa ook in die richting op en is het daarom goed dat België de discussie opent. De bedoeling zou wel zijn om na vijf jaar een definitief verblijf toe te kennen, iets wat ook in de voorzet van Francken zat.

Of dat voorstel veel zal wijzigen, is erg onzeker: wie weet wanneer het conflict in Syrië zal eindigen? Mogelijk kan het vluchtelingen wel ontmoedigen om naar België te komen.

Hetzelfde ontradingseffect kan een verstrenging van de wet op de gezinshereniging teweegbrengen. Vluchtelingen worden het eerste jaar na hun erkenning vrijgesteld van de voorwaarden voor gezinshereniging. Dat zijn: een inkomen hebben dat minstens 120 procent van het huidige leefloon voor personen met een gezin ten laste bedraagt, een dak boven het hoofd hebben en een ziekteverzekering. ‘Volgens de Europese richtlijnen kunnen we die termijn verlagen tot minimaal drie maanden’, zei Francken gisteren.

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) zou zich bovendien langer over de dossiers voor gezinshereniging mogen buigen. ‘Nu krijgt de DVZ zes maanden tijd. Haalt de dienst die termijn niet, dan is het oordeel sowieso positief’, zegt Francken. Die termijn kan opgetrokken worden tot negen maanden. ‘Dat is gezond verstand en pragmatisme’, voegde Michel eraan toe.


Sneller op arbeidsmarkt

Het is nu aan Francken om een concreet dossier voor te leggen aan de regering. Het parlement zal actief bij het dossier betrokken worden. Daar mag Francken een lastige klant verwachten aan CD&V, dat met lange tanden aan het dossier begint. ‘Er is nog niets beslist, we zullen de voor- en de nadelen zorgvuldig afwegen en de Europese voorwaarden goed bestuderen’, zegt CD&V-migratiespecialiste Nahima Lanjri. ‘De maatregelen moeten vooral iets bijbrengen.’

Bij de christendemocraten leeft de bezorgdheid dat het recht op gezinshereniging te veel wordt ingeperkt. Het kan voor CD&V niet de bedoeling zijn om gezinnen uit elkaar te trekken.

Toch moest de partij gisteren niet met een beteuterd gezicht op de persconferentie verschijnen. Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) heeft een koninklijk besluit klaar dat asielzoekers al vier maanden na hun registratie toegang tot de arbeidsmarkt moet bieden. Nu is dat na zes maanden. De sociale partners kwamen eerder al tot een akkoord daarover.


Nog geen verplichte spreiding

Ook een scenario voor een verplicht spreidingsplan van asielzoekers is gisteren besproken, hoewel dat oorspronkelijk niet het plan was. Het devies van de regering blijft: we laten gemeenten op vrijwillige basis plaatsen zoeken, maar als het moet, leggen we een verplichting op.

Een spreidingsplan zou gebaseerd zijn op verschillende factoren, zoals het aantal inwoners, het gemiddeld inkomen... Simulaties gaan nu naar een interkabinettenwerkgroep. Maar zo lang het niet moet, heeft de premier geen zin om burgemeesters de arm om te wringen.



DS, 25-09-2015 (Eveline Vergauwen)