PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Als de vrouw wint, wint de hele samenleving’


Barst
19th September 2015, 17:53
‘Als de vrouw wint, wint de hele samenleving’

Darya Safai, ‘Lopen tegen de wind. Laat Iraanse vrouwen in hun stadions’. Uitgeverij De Vliegende Keeper.


‘Een sportstadion is als een kleine maatschappij: als de vrouwen daar worden buitengesloten, worden ze in de hele samenleving buitengesloten.’ De Iraans-Belgische Darya Safai tilt zwaar aan de foto van kersvers Anderlecht-speler Mahmoud Hassan. Ze weet dan ook waarover ze spreekt.


De Egyptische voetballer Mahmoud ‘Trezeguet’ Hassan (20) is nog maar twee weken aan de slag bij RSC Anderlecht maar heeft zonder een minuut te spelen al tegen heel wat schenen geschopt. Op zijn Facebook- en Instagram-account postte hij vorig weekend een tribunefoto waarop de vrouwelijke supporters waren uitgewist (zie foto). Het leverde hem behalve een berg kritiek – onder meer van staatssecretaris voor Gelijke kansen Elke Sleurs (N-VA) – ook drie klachten op bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Een van de vrouwen die een klacht indienden, is de Iraans-Belgische tandarts Darya Safai (40). Met haar actiegroep ‘Let Iranian women enter their stadiums’ vecht ze voor het recht van vrouwen in haar geboorteland Iran om een sportwedstrijd bij te wonen, wat vandaag verboden is.

Voor de foto van Trezeguet kan ze geen begrip opbrengen, alle officiële excuses ten spijt: ‘De houding van Trezeguet is de pijnlijke realiteit in mijn vaderland. We kunnen toch niet toelaten dat in het hart van Europa ook maar de minste stap in die richting wordt gezet?’


Vandaag vinden Belgische vrouwen vlot hun weg naar sportstadions. Vormt een twintigjarige Egyptenaar daar dan zo’n grote bedreiging voor?

Darya Safai: ‘Extremisme verspreidt zich over de hele wereld en alles wat neigt naar een dergelijke schadelijke ideologie waarin sommigen meer waard zijn dan anderen, moeten we in de kiem smoren. Het is niet zozeer de foto maar de gedachte die Trezeguet verspreidt: “Vrouwen horen niet thuis in een stadion.” Van een voetballer die zoveel publieke aandacht krijgt, is dat een bijzonder problematisch signaal. Wat mij nog het meest stoort, is de nogal lichte reactie van de club. Anderlecht had hier harder op moeten reageren.’


Voor u volstaan zijn publieke excuses niet?

‘Neen, de club zou een duidelijk standpunt moeten innemen en zo’n gedrag veroordelen. Hiermee kunnen ze een voorbeeld stellen en tonen dat discriminatie op basis van geslacht onaanvaardbaar is. Dit is geen banaal bericht dat we nodeloos opblazen, maar een praktijk waar miljoenen vrouwen dagelijks mee geconfronteerd worden. In de Islamitische Republiek Iran worden ze niet alleen weg gecensureerd van foto’s en tv-beelden, maar uit het hele openbare leven. Ik stel de slappe reactie van David Steegen, de persverantwoordelijke van Anderlecht, dat het een “ongelukkige Facebook-post” was, op dezelfde lijn als de relativerende verklaring van de FIVB, de internationale volleybalbond. Toen in juni bleek dat de wedstrijden van de World League in Teheran nog altijd niet toegankelijk waren voor vrouwen, zoals de FIVB nochtans geëist had, klonk het zo: “De FIVB begrijpt en respecteert de situatie van de wedstrijden in Teheran. De veiligheid van het publiek is prioritair. Als sportorganisatie heeft de FIVB niet de macht om de culturele of sociale paradigma’s te dicteren.” Een cultureel paradigma: dat is dus het schaamlapje dat de westerse landen gebruiken om de discriminatie van vrouwen goed te praten. Mahmoud Hassan is een moslim, dus moeten we maar begrip tonen?’


Onder de nieuwe Iraanse president Hassan Rohani is de ongelijkheid tussen man en vrouw alleen maar toegenomen. Voor een oplossing kijkt u naar het westen. Maar voor het religieuze regime in Iran is het westen ‘des duivels’, dus hoeveel slagkracht heeft een westers statement daar?

‘Dat hangt ervan af op welke manier je dat statement maakt. In de sportwereld zijn ook veel politieke en financiële belangen. Als de voetbalwereld, maar evengoed andere sporttakken zoals volleybal, de voorwaarde opnemen dat Iran slechts mag meedoen als het garandeert dat vrouwen ook toegang hebben tot de wedstrijden, dan heb je wél een stok achter de deur. Sportwedstrijden zijn zeer belangrijk voor Iran, dus zo’n boodschap zal hopelijk zijn doel niet missen. Iran zal hopelijk zelf op een bepaald moment inzien dat als het niet geïsoleerd wil blijven, het zich voor een stuk moet aanpassen aan de democratische waarden van de rest van de wereld.’


Met uw actiegroep wil u vrouwen in uw geboorteland Iran opnieuw toegang geven tot sportstadions. Waarom is dat voor u zo’n belangrijk strijdpunt?

‘Een sportstadion is als een kleine maatschappij: als de vrouwen daar worden buitengesloten, worden ze in de hele samenleving buitengesloten. Voor ik in 2000 samen met mijn man naar België vluchtte, werd ik als meisje en als jonge vrouw in Iran dagelijks gediscrimineerd: ik werd terechtgewezen omdat ik als meisje te luid had gelachen en had bijvoorbeeld het recht niet om met een fiets te rijden. Het verbod om een sportwedstrijd bij te wonen, was de zoveelste vernederende beperking. Een die me persoonlijk raakte, omdat ik zelf grote fan was van de nationale ploeg. Toen Iran zich in 1997 na de beslissende match tegen Australië plaatste voor het WK, stroomden na de overwinning de straten vol met mensen. In een land waarin dansen, muziek en feesten verboden zijn, waar vrouwen niet graag op straat worden gezien en waar een permanent samenscholingsverbod heerst, was dit een ongeziene uitbarsting van vreugde en geluk. Het was alsof we achttien jaar feest hadden opgespaard en dat er nu in een keer uit moest. We voelden ons verbonden met elkaar en waren trots op Iran. Als sport dat kan teweegbrengen, dacht ik, wil ik er voortaan bij zijn in het stadion. Waarom zouden wij, vrouwen, zo’n feest dan niet live mogen meemaken? Met mijn gevecht tegen het stadionverbod probeer ik de mensen ook bewust te maken van al de andere discriminaties die vrouwen in de Islamitische Republiek Iran moeten ondergaan. Dit gaat dus niet alleen over de strijd tegen het stadionverbod maar ook tegen elke lelijke vorm van genderdiscriminatie waarvan de helft van de bevolking het slachtoffer is.’


Hoeveel discriminatie of seksisme ervaart u in België?

‘Weinig. Ik vluchtte samen met mijn man in 2000 naar België en we bouwden hier onze tandartsenpraktijk uit. Alle patiënten en mensen zijn zeer vriendelijk en delen dezelfde waarden. Maar ik volg nog elke dag het nieuws uit Iran en de dagelijkse verhalen van vrouwen die vechten voor hun rechten, zijn schrijnend. Ik prijs me gelukkig dat we hier leven in een democratisch land waar de wetgeving zowel aan de kant van de man als de vrouw staat. Maar ik vergeet mijn landgenoten niet en ik probeer met mijn vrijheid de stem te zijn voor de mensen van wie de basisrechten dagelijks worden geschonden. In Iran geldt de shariawetgeving, en daarmee duwen ze de vrouwen naar de marge van de maatschappij. Je hebt weinig houvast als vrouw als de wetten zich tegen jou keren.’


U lijkt een dubbele strijd te voeren: als de vrouw wint, wint de samenleving?

‘Absoluut. We moeten werk maken van gelijke rechten voor mannen en vrouwen door de pleitbezorgers van mensenrechten en democratie in die landen te ondersteunen, want zo verzwak je de positie van extremisten. Wist je dat tot drie jaar geleden, voor er quota werden ingevoerd, vrouwen in Iran goed waren voor 67 procent van alle universiteitsstudenten? Iraanse vrouwen willen niets liever dan vooruitgang en hun wil om te studeren is daarvan het beste bewijs. Ik vind dat we ons dat meer moeten aantrekken, omdat het niet louter problemen ‘aan de andere kant van de wereld’ zijn: onderdrukking is besmettelijk gedachtegoed.’

‘Daarom moeten we in het Westen een duidelijk statement maken tegen landen als Iran: “Wij, de wereld, kijken naar jullie”.’


DS, 19-09-2015 (Sarah Vankersschaever)