PDA

Bekijk de volledige versie : Vrijwillig terugkeerbeleid schiet doel voorbij


Barst
19th September 2015, 17:33
Vrijwillig terugkeerbeleid schiet doel voorbij


Het Belgische vrijwillige terugkeerbeleid, dat migranten moet begeleiden bij de terugkeer naar hun land van herkomst, schiet zijn doel voorbij. Ondanks premies en begeleiding is er van duurzame re-integratie ter plaatse zelden sprake. Vooral Oost-Europeanen en Russen duiken binnen de kortste keren opnieuw op in ons land.


Eerder deze week keerden tientallen Iraakse asielzoekers vrijwillig terug naar hun land van herkomst. Ze trokken hun asielaanvraag in nadat het nieuws bekend geraakt was dat het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen de dossiers van alleenstaande mannen uit Bagdad op non-actief had gezet omdat hun verhalen niet geloofwaardig klinken.

Bijna elke migrant die vanuit België wil terugkeren naar zijn land, komt in aanmerking voor vrijwillige terugkeer. De bus- of vliegreis naar hun land is gratis, ze krijgen administratieve begeleiding, een terugkeerpremie (250 euro voor een volwassene, 125 euro voor een kind) en een re-integratiepremie om een nieuw leven op te bouwen.

Maar uit interviews die De Standaard afnam met terugkeerders in Ghana en Oekraïne en ook met een Irakees aan de avond voor zijn vertrek (zie reportage), blijkt dat de re-integratiepremie niet toereikend is om een nieuw leven op te bouwen in het land van herkomst. Omdat er te weinig geld en opvolging is. De geïnterviewde terugkeerders overwegen allemaal om opnieuw naar België terug te keren.


Oneigenlijk gebruik

Bovendien wordt ook oneigenlijk gebruikgemaakt van het project vrijwillige terugkeer. Uit cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) blijkt dat het vorig jaar om 3.459 mensen ging. Twee derde daarvan, of 2.076 mensen, hebben nooit asiel aangevraagd. Die groep is vaak afkomstig uit Oost-Europa of Rusland. Veertig procent van de vrijwillige terugkeerders in 2014 komt uit Roemenië, Rusland en Oekraïne.

Zij keren wel naar hun land terug, maar met de bedoeling later weer naar West-Europa te komen om te werken en geld te verdienen. Zij zijn dan ook niet in de re-integratiepremie geïnteresseerd omdat ze dan vijf jaar ons land niet meer in mogen.

Dat er veelvuldig op en neer wordt gereisd tussen Oost-Europese landen en België, bevestigt ook de IOM in Kiev, de hoofdstad van Oekraïne. En dus besteedt de IOM veel geld aan het financieren van de vlieg- en bustickets van mensen die daarna opnieuw in ons land opduiken.

Ook het Protestants Sociaal Centrum (PSC) in Antwerpen, de grootste partner van de IOM in Vlaanderen, ziet regelmatig dezelfde mensen terug in Antwerpen die voorheen al eens gebruikmaakten van de regeling van vrijwillige terugkeer. De IOM in Kiev is op de hoogte van die misbruiken. ‘Oekraïne kampt met een hoge werkloosheid en een enorme inflatie. Mensen verarmen in recordtempo. Naar West-Europa komen is de enige manier om geld te verdienen’, zegt Joelia Jatsenko van de IOM in Kiev.

‘Het vrijwillige terugkeerbeleid is geen waterdicht systeem’, zo heeft intussen ook Mariëlle Tra, stafmedewerker van de IOM in het Ghanese Accra, ondervonden. ‘Mensen shoppen, op zoek naar een beter leven. Ze komen terug en vertrekken opnieuw onder een andere naam naar Italië of Zwitserland. De programma’s zijn niet aan elkaar gelinkt, dus dat kan. Om de problematiek van vluchtelingen op te lossen, moet er meer in het land zelf geïnvesteerd worden. Anders zullen mensen blijven vertrekken.’


Vrijwillig terugkeerbeleid op maat

Lokale IOM-partners, de uitvoerders van het beleid en ook wetenschappers pleiten daarnaast voor een vrijwillig terugkeerbeleid op maat. ‘Vandaag gebruikt men objectieve criteria om te bepalen wie welke steun krijgt’, zegt Ine Lietaert, verbonden aan de vakgroep sociaal werk en sociale pedagogiek van de Universiteit Gent. Uit haar onderzoek blijkt dat het efficiënter en duurzamer is om te kijken naar de lokale noden, om vervolgens het budget daarvan afhankelijk te maken. ‘Op basis van die informatie moet de re-integratiepremie worden bepaald, zodat de ondersteuning juist terechtkomt en optimaal gebruikt kan worden.’

Ook Bengin Hadj, verantwoordelijke inzake vrijwillige terugkeer bij het PSC, vindt dat de re-integratiepremie aangepast moet worden aan de economische situatie in het land van herkomst en de persoonlijke situatie van de terugkeerder.


Parasol en limonade

Mariëlle Tra van de IOM in Accra vult aan. ‘Vertrek van de specifieke situatie van de terugkeerder. Welke opleiding heeft hij genoten? Heeft hij eigen kapitaal? Hoe ziet zijn netwerk er uit? Koppel dat aan de situatie in het land. In Ghana is de werkloosheid enorm. Het opzetten van een eigen handeltje is vaak de enige manier om in hun levensonderhoud te voorzien. Sommige terugkeerders krijgen slechts 700 euro mee. Behalve de huur van winkelruimte, die vaak twee jaar vooruit moet worden betaald, kun je daar alleen een parasol en een paar kratten limonade mee kopen om op de stoep te verkopen.’

Staatssecretaris Theo Francken voor Asiel en Migratie (N-VA) geeft toe dat de cijfers van vrijwillige terugkeer laag liggen en dat er mensen misbruik maken van het systeem. Hogere premies gaan daar volgens Francken niets aan veranderen. ‘Er werd een actieplan opgesteld en daarvan zien we reeds de eerste resultaten, de cijfers vrijwillige terugkeer liggen weer in stijgende lijn. Indien we niets ondernemen, keert er niemand terug. Dat is ook geen oplossing. Ons devies is immers nog altijd: vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet.’


DS, 19-09-2015 (Janine Meijer - Marjorie Blomme)