Barst
5th September 2015, 03:05
De Europese asielcrisis in perspectief
Europa kampt met de grootste vluchtelingencrisis in 25 jaar. Maar hoe ‘Europees’ is de huidige asielcrisis eigenlijk? Wie gegevens over het aantal Syrische vluchtelingen dat wordt opgevangen in Europa afzet tegen wat buurlanden als Turkije, Libanon of Jordanië doen, kan moeilijk anders dan de opgang makende ‘vol-is-vol-gedachte’ relativeren.
UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties windt er al een tijd geen doekjes meer om: de Syrische burgeroorlog is de belangrijkste oorzaak. Maar niet enkel in Europa plaatst de toestroom van vluchtelingen overheden voor enorme uitdagingen.
Meer dan 4 miljoen mensen zijn intussen op de vlucht voor het conflict in Syrië, dat in 2011 losbarstte. Sinds het begin van 2015 vroegen meer dan 1.700 Syrische vluchtelingen asiel aan in ons land. Bijna 98% wordt erkend als vluchteling of krijgt subsidiaire bescherming toegekend.
Tussen april 2011 en eind juli van dit jaar vroegen in totaal 348.540 Syriërs asiel aan in Europa. De meeste onder hen deden dat in Duitsland (98.783) en Zweden (64.685). Ons land kreeg volgens de cijfers van UNHCR sinds april 2011 6.334 asielaanvragen van Syrische vluchtelingen te verwerken.
Die aantallen verdwijnen echter in het niets, in vergelijking met het aantal vluchtelingen waarmee de buurlanden van Syrië te maken krijgen. In Turkije leven ondertussen meer dan 1,9 miljoen door UNHCR geregistreerde vluchtelingen. Turkije was in 2014 al het land met het grootste aantal vluchtelingen, en dat zal in 2015 wellicht niet veranderen.
In Libanon, een land met ongeveer 4,4 miljoen inwoners, wonen vandaag iets meer dan 1,1 miljoen Syrische vluchtelingen. Het grootste vluchtelingenkamp voor Syrische vluchtelingen is Za’atari in Jordanië, met 79.000 bewoners. In schril contrast staat de resolute weigering van landen als Bahrein, Koeweit, Oman en Saoedi-Arabië om Syrische vluchtelingen op te nemen. Landen die niet aarzelen om zich politiek en militair wél te mengen in het conflict.
Heel weinig Syriërs vragen ook effectief asiel aan in de buurlanden. Door de enorme omvang van de vluchtelingenstroom worden ze wel automatisch erkend als vluchteling.
Voor de opvang worden de buurlanden bijgestaan door UNHCR. Eind juni trok de VN-organisatie echter aan de alarmbel over het gebrek aan fondsen. Eind mei van dit jaar had ze slechts 23% van het door verschillende landen beloofde geld ontvangen. Op 24 augustus stond de teller op 37%.
De huidige stroom van vluchtelingen naar Europa, via de Middellandse Zee of via de zogenaamde Balkanroute, bestaat echter niet enkel uit Syriërs. Zo vroegen in België tot juli 2015 net iets meer Irakezen (1.791) asiel aan dan Syriërs (1.731), gevolgd door Afghanen (1.286) en Somaliërs (1.190). Deze vier nationaliteiten maken het merendeel uit van de asielzoekers in België. Naar verwachting wordt augustus de drukste maand.
Duitsland ontving al het grootste aantal asielaanvragen van Europa. In de eerste zes maanden van 2015 waren dat er 218.221. Ook in Duitsland komen de asielzoekers vooral uit Syrië en Irak. Men verwacht op het einde van het jaar 800.000 asielaanvragen te hebben ontvangen. Per capita was Zweden in 2014 de grootste ontvanger van aanvragen, gevolgd door Hongarije.
Opvang in ontwikkelingslanden
Net als voor de Syrische vluchtelingen vertelt de opvangcrisis in Europa ook voor andere nationaliteiten lang niet het volledige verhaal. Zowel voor Irakese, Afghaanse als Somalische vluchtelingen, moeten we ook daarvoor in de eerste plaats kijken naar de buurlanden.
In Iran zijn de meer dan 32.000 Irakezen, na de Afghanen de grootste groep vluchtelingen. Zo’n 58.000 Irakese vluchtelingen verblijven in Jordanië en in Libanon zijn ze de grootste groep niet-Syrische asielzoekers. Veel van die Irakese vluchtelingen komen bovendien uit Syrië, waar ze naartoe waren gevlucht tijdens de Tweede Golfoorlog.
Eenzelfde verhaal valt te vertellen over de Afghaanse vluchtelingen. Drie decennia lang vormden ze wereldwijd de grootste groep vluchtelingen, tot ze eind 2014 werden ingehaald door hun Syrische lotgenoten. Afghaanse vluchtelingen verblijven hoofdzakelijk in buurlanden als Pakistan en Iran. In Pakistan leven er zo’n 1,5 miljoen en in Iran zijn er dat bijna 1 miljoen.
Tenslotte is ook de Somalische vluchtelingencrisis vooral merkbaar in de buurlanden. Enkel voor Kenia en Ethiopië zijn er momenteel cijfers voor 2015 beschikbaar, maar verspreid over die twee landen, Jemen, Oeganda, Djibouti, Egypte, Eritrea en Tanzania leven er momenteel 966.852 door UNHCR geregistreerde Somalische vluchtelingen.
We schetsten enkel de situatie voor vluchtelingen uit de voor België vier voornaamste landen van herkomst. Het totale cijfer plaatst de Europese asielcrisis nog verder in perspectief: meer dan 86% van alle vluchtelingen worden immers opgevangen in ontwikkelingslanden. Tien jaar geleden was dat nog maar 70%.
Die landen hebben bovendien vaak niet de middelen, financieel noch materieel, om in de opvang te voorzien. Er is ook meestal geen sprake van een goed uitgewerkte asielprocedure. UNHCR en verschillende ngo’s springen bij, maar hebben evengoed te kampen met een gebrek aan middelen.
De miserabele situatie in vele vluchtelingenkampen leidt er ook toe dat mensen eruit (willen) wegvluchten richting een ander buurland, of naar het beloofde continent Europa. UNHCR schat dat ongeveer 86 procent van de Syrische vluchtelingen in Jordanië die niet in een kamp verblijven onder de armoedegrens leven. In Libanon leeft 55 procent van de vluchtelingen in “sub-standard shelters”. Ook voor de opvang in deze landen is er volgens UNHCR dringend geld nodig.
Apache.be, 04-09-2015 (Jan Walraven)
Europa kampt met de grootste vluchtelingencrisis in 25 jaar. Maar hoe ‘Europees’ is de huidige asielcrisis eigenlijk? Wie gegevens over het aantal Syrische vluchtelingen dat wordt opgevangen in Europa afzet tegen wat buurlanden als Turkije, Libanon of Jordanië doen, kan moeilijk anders dan de opgang makende ‘vol-is-vol-gedachte’ relativeren.
UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties windt er al een tijd geen doekjes meer om: de Syrische burgeroorlog is de belangrijkste oorzaak. Maar niet enkel in Europa plaatst de toestroom van vluchtelingen overheden voor enorme uitdagingen.
Meer dan 4 miljoen mensen zijn intussen op de vlucht voor het conflict in Syrië, dat in 2011 losbarstte. Sinds het begin van 2015 vroegen meer dan 1.700 Syrische vluchtelingen asiel aan in ons land. Bijna 98% wordt erkend als vluchteling of krijgt subsidiaire bescherming toegekend.
Tussen april 2011 en eind juli van dit jaar vroegen in totaal 348.540 Syriërs asiel aan in Europa. De meeste onder hen deden dat in Duitsland (98.783) en Zweden (64.685). Ons land kreeg volgens de cijfers van UNHCR sinds april 2011 6.334 asielaanvragen van Syrische vluchtelingen te verwerken.
Die aantallen verdwijnen echter in het niets, in vergelijking met het aantal vluchtelingen waarmee de buurlanden van Syrië te maken krijgen. In Turkije leven ondertussen meer dan 1,9 miljoen door UNHCR geregistreerde vluchtelingen. Turkije was in 2014 al het land met het grootste aantal vluchtelingen, en dat zal in 2015 wellicht niet veranderen.
In Libanon, een land met ongeveer 4,4 miljoen inwoners, wonen vandaag iets meer dan 1,1 miljoen Syrische vluchtelingen. Het grootste vluchtelingenkamp voor Syrische vluchtelingen is Za’atari in Jordanië, met 79.000 bewoners. In schril contrast staat de resolute weigering van landen als Bahrein, Koeweit, Oman en Saoedi-Arabië om Syrische vluchtelingen op te nemen. Landen die niet aarzelen om zich politiek en militair wél te mengen in het conflict.
Heel weinig Syriërs vragen ook effectief asiel aan in de buurlanden. Door de enorme omvang van de vluchtelingenstroom worden ze wel automatisch erkend als vluchteling.
Voor de opvang worden de buurlanden bijgestaan door UNHCR. Eind juni trok de VN-organisatie echter aan de alarmbel over het gebrek aan fondsen. Eind mei van dit jaar had ze slechts 23% van het door verschillende landen beloofde geld ontvangen. Op 24 augustus stond de teller op 37%.
De huidige stroom van vluchtelingen naar Europa, via de Middellandse Zee of via de zogenaamde Balkanroute, bestaat echter niet enkel uit Syriërs. Zo vroegen in België tot juli 2015 net iets meer Irakezen (1.791) asiel aan dan Syriërs (1.731), gevolgd door Afghanen (1.286) en Somaliërs (1.190). Deze vier nationaliteiten maken het merendeel uit van de asielzoekers in België. Naar verwachting wordt augustus de drukste maand.
Duitsland ontving al het grootste aantal asielaanvragen van Europa. In de eerste zes maanden van 2015 waren dat er 218.221. Ook in Duitsland komen de asielzoekers vooral uit Syrië en Irak. Men verwacht op het einde van het jaar 800.000 asielaanvragen te hebben ontvangen. Per capita was Zweden in 2014 de grootste ontvanger van aanvragen, gevolgd door Hongarije.
Opvang in ontwikkelingslanden
Net als voor de Syrische vluchtelingen vertelt de opvangcrisis in Europa ook voor andere nationaliteiten lang niet het volledige verhaal. Zowel voor Irakese, Afghaanse als Somalische vluchtelingen, moeten we ook daarvoor in de eerste plaats kijken naar de buurlanden.
In Iran zijn de meer dan 32.000 Irakezen, na de Afghanen de grootste groep vluchtelingen. Zo’n 58.000 Irakese vluchtelingen verblijven in Jordanië en in Libanon zijn ze de grootste groep niet-Syrische asielzoekers. Veel van die Irakese vluchtelingen komen bovendien uit Syrië, waar ze naartoe waren gevlucht tijdens de Tweede Golfoorlog.
Eenzelfde verhaal valt te vertellen over de Afghaanse vluchtelingen. Drie decennia lang vormden ze wereldwijd de grootste groep vluchtelingen, tot ze eind 2014 werden ingehaald door hun Syrische lotgenoten. Afghaanse vluchtelingen verblijven hoofdzakelijk in buurlanden als Pakistan en Iran. In Pakistan leven er zo’n 1,5 miljoen en in Iran zijn er dat bijna 1 miljoen.
Tenslotte is ook de Somalische vluchtelingencrisis vooral merkbaar in de buurlanden. Enkel voor Kenia en Ethiopië zijn er momenteel cijfers voor 2015 beschikbaar, maar verspreid over die twee landen, Jemen, Oeganda, Djibouti, Egypte, Eritrea en Tanzania leven er momenteel 966.852 door UNHCR geregistreerde Somalische vluchtelingen.
We schetsten enkel de situatie voor vluchtelingen uit de voor België vier voornaamste landen van herkomst. Het totale cijfer plaatst de Europese asielcrisis nog verder in perspectief: meer dan 86% van alle vluchtelingen worden immers opgevangen in ontwikkelingslanden. Tien jaar geleden was dat nog maar 70%.
Die landen hebben bovendien vaak niet de middelen, financieel noch materieel, om in de opvang te voorzien. Er is ook meestal geen sprake van een goed uitgewerkte asielprocedure. UNHCR en verschillende ngo’s springen bij, maar hebben evengoed te kampen met een gebrek aan middelen.
De miserabele situatie in vele vluchtelingenkampen leidt er ook toe dat mensen eruit (willen) wegvluchten richting een ander buurland, of naar het beloofde continent Europa. UNHCR schat dat ongeveer 86 procent van de Syrische vluchtelingen in Jordanië die niet in een kamp verblijven onder de armoedegrens leven. In Libanon leeft 55 procent van de vluchtelingen in “sub-standard shelters”. Ook voor de opvang in deze landen is er volgens UNHCR dringend geld nodig.
Apache.be, 04-09-2015 (Jan Walraven)