Barst
30th August 2015, 19:22
‘Europa dreigt uiteen te vallen’
Veel tijd om van zijn pensioen te genieten, krijgt de Franse topdiplomaat en politieke loodgieter Pierre Vimont niet. Op vraag van Donald Tusk bereidt hij de Europees-Afrikaanse top over migratie voor, een dossier dat muurvast zit. ‘De huidige Europese leiders praten enkel nog over het belang van hun land.’
In de vrijwel lege ontbijtzaal van een Brussels hotel zit een heer in pak met zilvergrijs golvend haar. Om hem heen heerste afgelopen maanden constant chaos: de Griekse crisis, weer een eurogroep of Europese top, terugkerende jihadi’s, de oorlog in Oekraïne, migrantenstromen, grenscontroles in het hart van Europa – is dit tijdelijk, of betekent dit het eind van Schengen?
Hij eet een croissant en drinkt thee. De Fransman Pierre Vimont was afgelopen vijf jaar de hoogste ambtenaar van de nieuwe Buitenlandse Dienst van Europa, de European External Action Service (EEAS). Als orde en beheerstheid nog bestaan, is hij het toonbeeld.
Onder Catherine Ashton, de eerste Hoge Buitenlandvertegenwoordiger die Europa ooit had, zorgde Vimont in de begintijd van de EEAS meestal voor de inhoud. Ashton was onervaren en Vimont had een lange, succesvolle carrière in de Franse buitenlandse dienst achter de rug.
Nu, een halfjaar na het aantreden van Federica Mogherini, Ashtons Italiaanse opvolger, is Vimont met pensioen. Maar hij blijft in Brussel, de stad waar hij al tweemaal eerder woonde. Hij wordt senior associate bij Carnegie Europe, een Amerikaanse denktank in Brussel. Eindelijk, zegt hij, krijgt hij meer tijd om na te denken.
Kort nadat de afspraak voor het interview is gemaakt, vraagt Europees president Donald Tusk hem om de voorbereidingen te doen van een Europees-Afrikaanse top in november. Die gaat grotendeels over migratie – politiek gevoelig. Vimont waarschuwt dat hij zich over migratie enigszins moet inhouden.
Wat is er aan de hand met Europa?
‘Europa heeft geen politieke strategie en geen doel meer. Twintig, vijfentwintig jaar geleden startten we de laatste gemeenschappelijke projecten op: de interne markt en de euro. Helmut Kohl en François Mitterrand waren de drijvende krachten, zij hadden visie. De huidige leiders hebben die minder, ze praten over het belang van hun land. Weinigen hebben oog voor het Europees belang en de historische relevantie daarvan.’
‘Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker is zich daar sterk van bewust. Hij wil dat Europa zich met minder dingen bemoeit. De Britse premier David Cameron is niet de enige die daarom vraagt, veel lidstaten willen dit. Maar op terreinen als de euro en migratie moeten we juist wél verder integreren. Juncker wil een brug slaan tussen de crediteuren en Griekenland. En hij stelt een echte migratiepolitiek voor.’
Europa heeft nog één kans, zegt Juncker.
‘Hij zit er niet ver naast. Europa heeft twee fasen gekend. De eerste fase was de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Die duurde tot het verdrag van Maastricht in 1992 (de voltooiing interne markt, red.). In die periode integreerde Europa steeds verder. Toen stagneerde het. Dat is fase twee. Er kwamen geen nieuwe projecten meer, alleen nieuwe landen.’
‘Lidstaten wilden macht terug, al voor “Maastricht”. Ze wilden lucht. Brussel ging minder controleren wat ze deden. De Griekse crisis is de fall-out van dit verschijnsel. We hebben de teugels gevierd, terwijl we wisten dat Griekenland problemen had.’
‘Ook die tweede fase loopt ten einde. We moeten een nieuwe fase in, die verdere integratie vereist, maar er is een gebrek aan ideeën. Zo dreigt datgene wat we hebben uiteen te vallen.’
Zoals Schengen en de euro?
‘Ja. En de buitenlandse politiek. We moeten landen weer verenigen rond ideeën.’
Verdwijnt Europa anders?
‘Nee, het wordt disfunctioneel.’
Frans-Duitse as
Waar moeten die ideeën vandaan komen?
‘Met 28 lidstaten in een zaal “strategisch praten” is zinloos. Daarom is de Frans-Duitse relatie, die altijd de basis van Europa was, zo belangrijk.’
‘Toen Frankrijk en Duitsland economisch nog gelijkwaardig waren, bedachten ze samen ideeën. Die complementariteit missen we nu. Europa is een vredesproject tussen Parijs en Berlijn. Als zij een deal sloten, trokken ze de rest mee.’
Duitsland het calvinistische noorden, Frankrijk het latijnse zuiden?
‘Parijs en Berlijn waren het zelden eens, maar gaven elk één helft van Europa een stem. Zo ontstonden alle grote Europese projecten, meestal tijdens crises.’
Merkel en Hollande bereidden de laatste toppen over Griekenland samen voor. Hoe significant is dat?
‘Dit was weer zo’n crisismoment. De machine moet nodig worden doorgestart.’
Hoe gaat het verder met Griekenland?
‘De onzekerheid gaat een tijdje duren. Er is veel vertrouwen verdampt, veel gescholden. Het referendum (over het Europese reddingsplan, uitgeschreven door de Griekse premier Alexis Tsipras, red.) was een misrekening. Als je een betere balans wilt tussen groei en bezuinigen, loop je toch niet uit vergaderingen? Daarna onderhandel je nog moeilijk door. Is het democratisch als één land over de gemeenschappelijke europolitiek beslist? Op zeker moment was er voor de Europeanen nog maar één Griekse gesprekspartner: de gouverneur van de nationale bank. Verder niemand. Voor het vertrouwen hersteld is, zijn we even verder.’
Waar ligt de oplossing?
‘Ik denk dat het IMF gelijk heeft: in het deels kwijtschelden van de schuld. Veel mensen beamen dat. Maar in dit klimaat van wantrouwen is dat politiek moeilijk. De geldschieters kunnen een tijdlang héél strikt worden. Regeringsleiders moeten zichzelf fundamentele vragen stellen: is de euro omkeerbaar of niet? Ik ben daar niet zeker van. Als er één vertrekt, krijg je besmetting. Beleggers denken: wie volgt? Dat maakt sommige landen, zoals Spanje of Italië, kwetsbaar.’
Harde Britten
Hoe denkt u over die andere dreigende exit, de Britse?
‘De Britten hebben al het Europa dat ze willen: grotendeels een interne markt. Aan de rest doen ze nauwelijks mee. Als ze zich buiten de EU plaatsen, verliezen ze zeggenschap. Dat is precies de reden dat ze er destijds bij gingen: ze wilden meebeslissen, niet alles aan Parijs en Berlijn overlaten. Als het niet oppast, krijgt Groot-Brittannië het Frans-Duitse onderonsje dat het net wilde vermijden.’
Steeds meer landen willen de harde Britse lijn tegen open grenzen overnemen.
‘Ja, zelfs Nicolas Sarkozy en populistische partijen in landen als Zweden willen Schengen aanpassen. Ook hier hebben we een strategie nodig. Iedereen praat alleen over illegale migratie en hoe we die moeten stoppen. Toch is illegale migratie maar één stukje van de puzzel. Waarom komen mensen illegaal naar Europa? Omdat ze weg willen, maar er zijn nauwelijks legale kanalen. Als we hen perspectief bieden, kunnen we de controle terugkrijgen. Dat krijgen we niet als we alleen muren bouwen.’
Wat voor perspectief?
‘Dat hangt af van de mensen over wie je het hebt. Syriërs, die de oorlog zijn ontvlucht en in Libanon, Turkije en Jordanië pessimistisch beginnen te worden, moeten we opvang bieden. Dit zijn klassieke vluchtelingen, middenklassers bovendien: dokters, juristen. De Commissie heeft de lidstaten eindelijk zover gekregen dat we er 40.000 opnemen.’
Dat zijn we toch verplicht, volgens de Geneefse conventies?
‘Dat klopt. Veel Europeanen zijn emotioneel over migratie en verliezen het bredere beeld uit het oog; 40.000 vluchtelingen is, zo bekeken, heel wat. Een andere groep die perspectief nodig heeft, zijn economische migranten uit Afrika. Hier moeten we twee dingen doen. Eén: een Europees immigratiebeleid formuleren. Europa vergrijst en kan economisch niet zonder immigranten. We moeten bepalen wie we dan nodig hebben, en een aantal van hen de kans geven te komen. De overigen moeten we helpen in eigen land een beter bestaan op te bouwen.’
Proberen we dat niet al jaren?
‘Ja, maar we doen het niet goed. Toen Spanje een migratiestroom uit Afrika via de Canarische eilanden kreeg, startte Madrid, noodgedwongen, projecten met Afrikaanse landen op: gezamenlijke marinepatrouilles, trainingsprogramma’s en zelfs een legaal migratiekanaal waarvoor mensen zich konden inschrijven. Als je eenmaal op een lijst staat, wacht je op je beurt. Of je probeert je verder te bekwamen, om nog meer kans te maken. Dan ga je niet illegaal.’
Wordt dat de inzet voor ‘uw’ EU-Afrikatop in november?
‘Het idee is dat je alleen een oplossing vindt als je samenwerkt, én als je het probleem in een bredere context plaatst. Als je alleen kijkt naar wie er in Europa hoeveel illegalen opvangt, kom je er niet. Dan lopen we vast. En als Europa Afrika de les blijft lezen, zoals tot nog toe, komen we er evenmin.’
Machtspolitiek
Hoe kijkt u terug op die eerste vijf jaar Europese buitenlandse dienst?
‘Vijf jaar geleden voegden we de diplomatieke dienst van de Europese Commissie samen met nationale diplomatieke diensten, met verschillende culturen en uiteenlopende visies. Ik heb altijd gezegd: dit wordt lastig. Maar het was lastiger dan ik dacht.’
Waarom?
‘We hebben de klassieke buitenlandpolitiek van de lidstaten, machtspolitiek à la het Congres van Wenen, samengevoegd met de antimachtspolitiek van het naoorlogse Europa, dat politiek bedrijft via mensenrechten en handel. Bovendien moeten besluiten unaniem worden genomen. Op de vraag wat Europa is en moet doen, heeft elke hoofdstad een ander antwoord. Dat maakt het moeilijk om te reageren op crises als in Oekraïne.’
Zijn we naïef geweest over Rusland?
‘Ja. We hadden meer klassieke machtspolitiek moeten voeren. We zaten te veel op een technisch spoor met Rusland: praten over visa en handel en te weinig over politiek. Daardoor hebben we belangrijke signalen van het Kremlin gemist.’
Hoe moet je Moskou aanpakken?
‘We moeten allereerst streng zijn: Rusland schendt alle regels. Maar met een permanente confrontatie komen we niet uit de crisis, we moeten blijven een dialoog voeren.’
‘Dialoog’ blijft het sleutelwoord in Europa?
‘Natuurlijk, maar hopelijk met iets meer richtingsgevoel dan vroeger.’
© NRC Handelsblad - DS, 29-08-2015 (Caroline de Gruyter)
Veel tijd om van zijn pensioen te genieten, krijgt de Franse topdiplomaat en politieke loodgieter Pierre Vimont niet. Op vraag van Donald Tusk bereidt hij de Europees-Afrikaanse top over migratie voor, een dossier dat muurvast zit. ‘De huidige Europese leiders praten enkel nog over het belang van hun land.’
In de vrijwel lege ontbijtzaal van een Brussels hotel zit een heer in pak met zilvergrijs golvend haar. Om hem heen heerste afgelopen maanden constant chaos: de Griekse crisis, weer een eurogroep of Europese top, terugkerende jihadi’s, de oorlog in Oekraïne, migrantenstromen, grenscontroles in het hart van Europa – is dit tijdelijk, of betekent dit het eind van Schengen?
Hij eet een croissant en drinkt thee. De Fransman Pierre Vimont was afgelopen vijf jaar de hoogste ambtenaar van de nieuwe Buitenlandse Dienst van Europa, de European External Action Service (EEAS). Als orde en beheerstheid nog bestaan, is hij het toonbeeld.
Onder Catherine Ashton, de eerste Hoge Buitenlandvertegenwoordiger die Europa ooit had, zorgde Vimont in de begintijd van de EEAS meestal voor de inhoud. Ashton was onervaren en Vimont had een lange, succesvolle carrière in de Franse buitenlandse dienst achter de rug.
Nu, een halfjaar na het aantreden van Federica Mogherini, Ashtons Italiaanse opvolger, is Vimont met pensioen. Maar hij blijft in Brussel, de stad waar hij al tweemaal eerder woonde. Hij wordt senior associate bij Carnegie Europe, een Amerikaanse denktank in Brussel. Eindelijk, zegt hij, krijgt hij meer tijd om na te denken.
Kort nadat de afspraak voor het interview is gemaakt, vraagt Europees president Donald Tusk hem om de voorbereidingen te doen van een Europees-Afrikaanse top in november. Die gaat grotendeels over migratie – politiek gevoelig. Vimont waarschuwt dat hij zich over migratie enigszins moet inhouden.
Wat is er aan de hand met Europa?
‘Europa heeft geen politieke strategie en geen doel meer. Twintig, vijfentwintig jaar geleden startten we de laatste gemeenschappelijke projecten op: de interne markt en de euro. Helmut Kohl en François Mitterrand waren de drijvende krachten, zij hadden visie. De huidige leiders hebben die minder, ze praten over het belang van hun land. Weinigen hebben oog voor het Europees belang en de historische relevantie daarvan.’
‘Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker is zich daar sterk van bewust. Hij wil dat Europa zich met minder dingen bemoeit. De Britse premier David Cameron is niet de enige die daarom vraagt, veel lidstaten willen dit. Maar op terreinen als de euro en migratie moeten we juist wél verder integreren. Juncker wil een brug slaan tussen de crediteuren en Griekenland. En hij stelt een echte migratiepolitiek voor.’
Europa heeft nog één kans, zegt Juncker.
‘Hij zit er niet ver naast. Europa heeft twee fasen gekend. De eerste fase was de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Die duurde tot het verdrag van Maastricht in 1992 (de voltooiing interne markt, red.). In die periode integreerde Europa steeds verder. Toen stagneerde het. Dat is fase twee. Er kwamen geen nieuwe projecten meer, alleen nieuwe landen.’
‘Lidstaten wilden macht terug, al voor “Maastricht”. Ze wilden lucht. Brussel ging minder controleren wat ze deden. De Griekse crisis is de fall-out van dit verschijnsel. We hebben de teugels gevierd, terwijl we wisten dat Griekenland problemen had.’
‘Ook die tweede fase loopt ten einde. We moeten een nieuwe fase in, die verdere integratie vereist, maar er is een gebrek aan ideeën. Zo dreigt datgene wat we hebben uiteen te vallen.’
Zoals Schengen en de euro?
‘Ja. En de buitenlandse politiek. We moeten landen weer verenigen rond ideeën.’
Verdwijnt Europa anders?
‘Nee, het wordt disfunctioneel.’
Frans-Duitse as
Waar moeten die ideeën vandaan komen?
‘Met 28 lidstaten in een zaal “strategisch praten” is zinloos. Daarom is de Frans-Duitse relatie, die altijd de basis van Europa was, zo belangrijk.’
‘Toen Frankrijk en Duitsland economisch nog gelijkwaardig waren, bedachten ze samen ideeën. Die complementariteit missen we nu. Europa is een vredesproject tussen Parijs en Berlijn. Als zij een deal sloten, trokken ze de rest mee.’
Duitsland het calvinistische noorden, Frankrijk het latijnse zuiden?
‘Parijs en Berlijn waren het zelden eens, maar gaven elk één helft van Europa een stem. Zo ontstonden alle grote Europese projecten, meestal tijdens crises.’
Merkel en Hollande bereidden de laatste toppen over Griekenland samen voor. Hoe significant is dat?
‘Dit was weer zo’n crisismoment. De machine moet nodig worden doorgestart.’
Hoe gaat het verder met Griekenland?
‘De onzekerheid gaat een tijdje duren. Er is veel vertrouwen verdampt, veel gescholden. Het referendum (over het Europese reddingsplan, uitgeschreven door de Griekse premier Alexis Tsipras, red.) was een misrekening. Als je een betere balans wilt tussen groei en bezuinigen, loop je toch niet uit vergaderingen? Daarna onderhandel je nog moeilijk door. Is het democratisch als één land over de gemeenschappelijke europolitiek beslist? Op zeker moment was er voor de Europeanen nog maar één Griekse gesprekspartner: de gouverneur van de nationale bank. Verder niemand. Voor het vertrouwen hersteld is, zijn we even verder.’
Waar ligt de oplossing?
‘Ik denk dat het IMF gelijk heeft: in het deels kwijtschelden van de schuld. Veel mensen beamen dat. Maar in dit klimaat van wantrouwen is dat politiek moeilijk. De geldschieters kunnen een tijdlang héél strikt worden. Regeringsleiders moeten zichzelf fundamentele vragen stellen: is de euro omkeerbaar of niet? Ik ben daar niet zeker van. Als er één vertrekt, krijg je besmetting. Beleggers denken: wie volgt? Dat maakt sommige landen, zoals Spanje of Italië, kwetsbaar.’
Harde Britten
Hoe denkt u over die andere dreigende exit, de Britse?
‘De Britten hebben al het Europa dat ze willen: grotendeels een interne markt. Aan de rest doen ze nauwelijks mee. Als ze zich buiten de EU plaatsen, verliezen ze zeggenschap. Dat is precies de reden dat ze er destijds bij gingen: ze wilden meebeslissen, niet alles aan Parijs en Berlijn overlaten. Als het niet oppast, krijgt Groot-Brittannië het Frans-Duitse onderonsje dat het net wilde vermijden.’
Steeds meer landen willen de harde Britse lijn tegen open grenzen overnemen.
‘Ja, zelfs Nicolas Sarkozy en populistische partijen in landen als Zweden willen Schengen aanpassen. Ook hier hebben we een strategie nodig. Iedereen praat alleen over illegale migratie en hoe we die moeten stoppen. Toch is illegale migratie maar één stukje van de puzzel. Waarom komen mensen illegaal naar Europa? Omdat ze weg willen, maar er zijn nauwelijks legale kanalen. Als we hen perspectief bieden, kunnen we de controle terugkrijgen. Dat krijgen we niet als we alleen muren bouwen.’
Wat voor perspectief?
‘Dat hangt af van de mensen over wie je het hebt. Syriërs, die de oorlog zijn ontvlucht en in Libanon, Turkije en Jordanië pessimistisch beginnen te worden, moeten we opvang bieden. Dit zijn klassieke vluchtelingen, middenklassers bovendien: dokters, juristen. De Commissie heeft de lidstaten eindelijk zover gekregen dat we er 40.000 opnemen.’
Dat zijn we toch verplicht, volgens de Geneefse conventies?
‘Dat klopt. Veel Europeanen zijn emotioneel over migratie en verliezen het bredere beeld uit het oog; 40.000 vluchtelingen is, zo bekeken, heel wat. Een andere groep die perspectief nodig heeft, zijn economische migranten uit Afrika. Hier moeten we twee dingen doen. Eén: een Europees immigratiebeleid formuleren. Europa vergrijst en kan economisch niet zonder immigranten. We moeten bepalen wie we dan nodig hebben, en een aantal van hen de kans geven te komen. De overigen moeten we helpen in eigen land een beter bestaan op te bouwen.’
Proberen we dat niet al jaren?
‘Ja, maar we doen het niet goed. Toen Spanje een migratiestroom uit Afrika via de Canarische eilanden kreeg, startte Madrid, noodgedwongen, projecten met Afrikaanse landen op: gezamenlijke marinepatrouilles, trainingsprogramma’s en zelfs een legaal migratiekanaal waarvoor mensen zich konden inschrijven. Als je eenmaal op een lijst staat, wacht je op je beurt. Of je probeert je verder te bekwamen, om nog meer kans te maken. Dan ga je niet illegaal.’
Wordt dat de inzet voor ‘uw’ EU-Afrikatop in november?
‘Het idee is dat je alleen een oplossing vindt als je samenwerkt, én als je het probleem in een bredere context plaatst. Als je alleen kijkt naar wie er in Europa hoeveel illegalen opvangt, kom je er niet. Dan lopen we vast. En als Europa Afrika de les blijft lezen, zoals tot nog toe, komen we er evenmin.’
Machtspolitiek
Hoe kijkt u terug op die eerste vijf jaar Europese buitenlandse dienst?
‘Vijf jaar geleden voegden we de diplomatieke dienst van de Europese Commissie samen met nationale diplomatieke diensten, met verschillende culturen en uiteenlopende visies. Ik heb altijd gezegd: dit wordt lastig. Maar het was lastiger dan ik dacht.’
Waarom?
‘We hebben de klassieke buitenlandpolitiek van de lidstaten, machtspolitiek à la het Congres van Wenen, samengevoegd met de antimachtspolitiek van het naoorlogse Europa, dat politiek bedrijft via mensenrechten en handel. Bovendien moeten besluiten unaniem worden genomen. Op de vraag wat Europa is en moet doen, heeft elke hoofdstad een ander antwoord. Dat maakt het moeilijk om te reageren op crises als in Oekraïne.’
Zijn we naïef geweest over Rusland?
‘Ja. We hadden meer klassieke machtspolitiek moeten voeren. We zaten te veel op een technisch spoor met Rusland: praten over visa en handel en te weinig over politiek. Daardoor hebben we belangrijke signalen van het Kremlin gemist.’
Hoe moet je Moskou aanpakken?
‘We moeten allereerst streng zijn: Rusland schendt alle regels. Maar met een permanente confrontatie komen we niet uit de crisis, we moeten blijven een dialoog voeren.’
‘Dialoog’ blijft het sleutelwoord in Europa?
‘Natuurlijk, maar hopelijk met iets meer richtingsgevoel dan vroeger.’
© NRC Handelsblad - DS, 29-08-2015 (Caroline de Gruyter)