PDA

Bekijk de volledige versie : Molenbeek, vrijhaven voor jihadi-strijders


Barst
28th August 2015, 02:41
Molenbeek, vrijhaven voor jihadi-strijders


‘Een hoge jeugdwerkloosheid en opruiende haatpredikers maken dat in Molenbeek het radicalisme welig tiert’, zegt Johan Leman, voorzitter van het integratiecentrum Foyer.


Gebeurt in Europa ergens een aanslag met jihadi-strijders, dan kijken pers en gerecht ogenblikkelijk richting Molenbeek. De Brusselse gemeente staat geboekstaafd als vrijhaven voor radicale moslimelementen.


Even een lijstje

Een van de daders van de terreuraanslag in Madrid in 2004 verbleef in Molenbeek, net zoals Mehdi Nemmouche, die in 2014 de aanslag pleegde op het Joods Museum in Brussel. Ook de twee doodgeschoten verdachten in Verviers waren afkomstig uit de omgeving. Ayoub el-Khazzani, de verdachte van de verijdelde aanslag in een Thalys-trein, verbleef naar het schijnt even bij zus die in de snel groeiende gemeente woont.

Na de aanslagen in Parijs en op de redactielokalen van Charlie Hebdo volgden ook een resem huiszoekingen en arrestaties.

Om nog maar te zwijgen over de vele, de meer dan honderd Molenbeekse jongeren die naar Syrië getrokken zijn om te vechten met de Islamitische Staat. Met als bekendste strijder wellicht Abdelhamid Abaaoud, die in 2014 zijn dertienjarige broertje Younnes meesleurde en vanuit het buitenland aanslagen plande in ons land.


‘We hebben een probleem’

‘We moeten niet flauw doen: we hebben een probleem’, zegt Françoise Schepmans (MR), sinds eind 2013 burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek. Ze wijst naar de vorige bestuurders. ‘Ik heb Molenbeek na 2000 zien veranderen. Er woonden altijd al veel allochtonen, maar er kwam toen plots een religieus-ideologische cultuur op.’

Het is vandaag ook moeilijk om extremisten uit de massa te pikken, zegt Schepmans. ‘Het is voor hen makkelijk om zich te verstoppen, omdat hier zo veel allochtonen zijn. Dat is niet stigmatiserend, het is de realiteit.’

Van de 100.000 inwoners zou 40 procent een allochtone achtergrond hebben. Binnen een tiental jaar zelfs 50 procent, denkt Montasser AlDe’emeh, onderzoeker aan de Universiteit van Nijmegen die in Molenbeek woont. ‘Veel meer dan pakweg Antwerpen of Mechelen. Sommige moslims komen hier wonen, omdat ze denken dat ze zich hier goed zullen voelen en op hun gemak als moslims kunnen leven. Je kan hier zelfs in nikab naar de bakker. Een absolute minderheid van hen heeft slechte bedoelingen, of gaat zich te buiten aan religieus geïnspireerd radicalisme. Ze krijgen soms vat op de jeugd. Vaak omdat hier ook jongeren zitten die door armoede weinig structuur hebben in hun leven.’


Haatpredikers aanpakken

Nieuw is het fenomeen van radicalisme niet, zegt Johan Leman, voorzitter van het integratiecentrum Foyer, dat in Molenbeek ligt. ‘Reeds eind jaren negentig, als mijn geheugen goed werkt, was sjeik Bassam Ayachi actief in Molenbeek. Hij leidde het Centre Islamique Belge. Als toenmalig directeur van het federaal CGKR heb ik toen klacht neergelegd tegen hem voor antisemitische uitspraken op zijn site. Meer dan een jaar heeft het gerecht daar niets mee gedaan. Het is pas na herhaald indienen van een klacht dat daar een eerste reactie op gekomen is.’

Later werd Ayachi veroordeeld voor terrorisme, samen met zijn vrouw.

Volgens Leman gaat het probleem niet minderen als de haatpredikers (met zijn vele bereidwillige volgers en sympathisanten die materiële steun verlenen) niet worden aangepakt. ‘Zo lang men hier af en toe sommige barbus ronselend of prekend actief laat zijn, is het dweilen met de kraan open.’

Op langere termijn moeten de politiek en samenleving inzetten op de jeugd, aldus Leman. Om op die manier structureel de lont uit het vuur te halen. ‘De gemeente zelf zou er ondertussen goed aan doen om te leren iets meer samen te werken met werkingen die niet onder de institutionele gemeentelijke koepel vallen. Er bestaan echt ernstige jongerenwerkingen buiten de gemeentelijke initiatieven, zoals dit ook het geval is voor werkingen met ouders. En die zijn – sorry – soms stukken beter georganiseerd en effectief dan sommige gemeentelijke initiatieven.’


DSAvond, 27-08-2015 (Maarten Goethals)