PDA

Bekijk de volledige versie : Het goede voorbeeld, maar voor wie?


Barst
27th April 2015, 18:53
Het goede voorbeeld, maar voor wie?


Ook ouders aan de rand van het voetbalveld moeten worden opgevoed, zegt Hans Van Crombrugge. Daarbij kunnen en moeten de clubs helpen. En de overheid moet aangeven wat fair play concreet betekent.


‘Als Anderlecht moeten we het goede voorbeeld geven’, aldus Herman Van Holsbeeck, manager van voetbalclub Anderlecht. Dat zei hij niet in de discussies over het al dan niet schunnige overwinningsgedrag van Mitrovic. Wel verantwoordde hij zo dat hij een spelertje wegstuurde van wie de vader een scheidsrechter had geslagen (DS 25 april) . Het wangedrag van ouders is niet goed te praten en vaak schandalig, maar kinderen straffen vanwege het foutieve gedrag van de ouders is ook een regelrechte schande. En helemaal niet het goede voorbeeld.

Kinderen kiezen hun ouders niet, net zomin als de omstandigheden waarin ze opgroeien en wie hen opvoedt. Als samenleving hebben we een grote verantwoordelijkheid. Hoe dragen we er zorg voor dat elk kind, ondanks de vele ongelijkheden bij de geboorte, maximale kansen krijgt om zich te ontplooien? Daarom investeert de overheid in allerlei maatregelen en diensten, zoals kinderbijslag opvoedingsondersteuning, onderwijs… en vrije tijd.


Spelers tegen hun ouders beschermen

De jeugdwerking van sportclubs heeft een opvoedende rol en wordt door de overheid daarom op allerlei manieren ondersteund. Ik heb ook nog nooit van een club of een federatie gehoord, hoe rijk ook, die niet maximaal een beroep doet op de vele subsidies van gemeentelijke, provinciale en nationale overheden.

Het minste dat de samenleving mag verwachten is dat zeker de grote clubs dat geld aanwenden om hun pedagogische rol ten volle op te nemen. Anderlecht zou dan inderdaad het goede voorbeeld geven als de club zou investeren in een degelijke ouderwerking die de spelertjes niet straft als hun ouders zich misdragen, maar hen juist beschermt tegen het wangedrag van de ouders. Van Holsbeeck vindt in andere dossiers – wanneer buitenlandse clubs ‘zijn’ talenten proberen weg te kopen met hulp van de ouders – wel degelijk dat de spelers tegen hun ouders beschermd moeten worden. Als we het echt goed menen met de opvoeding van de spelertjes dan moeten we investeren in de opvoeding van de ouders. Niet elk voetbalclubje kan deze uitdaging aan, maar een voetbalclub als Anderlecht en bij uitbreiding de ploegen van de Pro League hebben daarvoor wel de middelen.


Investeringen met rendement

Het is geen kwestie van niet kunnen, maar van niet willen. Waarom worden de wat oudere spelers en ouders van de ploegen die in nationale reeksen uitkomen wel begeleid inzake onderwijs, financiën en rijgedrag? Waarom worden hier geen spelers weggestuurd, maar worden ouders letterlijk en figuurlijk op afstand gehouden? Wellicht om de eenvoudige reden dat de prioriteit ligt bij die spelers van wie men verwacht dat de investeringen zullen opbrengen. Een twaalfjarige die in een provinciale ploeg speelt, kun je dan gerust wegsturen. Als een vader van een zestienjarige speler die bij de U19 en in de nationale jeugdselecties speelt een ref zou slaan, dan lijkt de kans groter dat de vader het trainingscentrum niet meer mag betreden dan dat de zoon de club moet verlaten. En wellicht zou de manager dan zeggen dat de club het goede voorbeeld moet geven en het helemaal niet correct is om de zoon te straffen voor het gedrag van zijn vader.

Het wordt hoog tijd dat de overheid veel meer voorwaarden gaat stellen aan het geld dat ze geeft aan sportclubs en federaties. Het volstaat niet te eisen dat clubs een ‘Fairplay*charter’ en een ‘Panathlonverklaring’ ondertekenen. De overheid moet ook duidelijk en concreet aangeven wat fair play en rechten van het kind betekenen. Een kind straffen voor het gedrag van zijn ouders, is tegen de rechten van het kind, en getuigt niet van fair play.


DS, 27-04-2015 (Hans Van Crombrugge, pedagoog, Odisee Hogeschool)