PDA

Bekijk de volledige versie : Bush vraagt oud-ministers om advies


Barst
6th January 2006, 22:56
Bush vraagt oud-ministers om advies


De Amerikaanse president Bush nodigde gisteren voormalige ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken uit. In 60 minuten wisselde hij met hen van gedachten over ‘Irak’.


Rond de tafel in de Roosevelt-kamer in het Witte Huis zaten gisteren de twaalf Amerikaanse mannen en één vrouw die sinds het presidentschap van John F. Kennedy betrokken waren bij alle Amerikaanse oorlogen of diplomatieke pogingen oorlog te voorkomen of te beëindigen. Gedurende bijna een uur luisterden deze voormalige ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken naar president Bush die nogmaals zijn strategie in Irak presenteerde, en wisselden ze met hem van gedachten over de komende „zes gevaarlijke maanden”, waarin opstandelingen de politieke vooruitgang in Irak zullen proberen te ondermijnen.

De bijeenkomst was, zo schrijven Amerikaanse kranten vandaag, een poging van de regering-Bush om meer steun te krijgen voor de manier waarop de VS de oorlog in Irak voeren. De Amerikaanse bevolking staat steeds meer afwijzend tegenover die oorlog. De oud-ministers nemen veelvuldig deel aan het openbare debat, nemen deel aan de invloedrijke politieke talkshows op zondagochtend, zijn veelgevraagde sprekers en schrijven opinieartikelen in kranten. Onder hen zijn enkele uitgesproken critici.

Aanwezig waren onder andere Colin Powell (Buitenlandse Zaken, Bush I) die zich na afloop van commentaar onthield, Robert McNamara (Buitenlandse Zaken, Kennedy en Johnson) die achteraf zijn eigen optreden tijdens de Vietnam-oorlog in twijfel trekt, James Baker III (Buitenlandse Zaken, Bush sr.), George Shultz (Buitenlandse Zaken, Reagan) en James Schlesinger (Defensie, Nixon). De huidige minister van Defensie, Rumsfeld, minister van Buitenlandse Zaken Rice, en vice-president Cheney zaten ook aan. Opvallende afwezige was Henry Kissinger (Buitenlandse Zaken, Nixon en Ford) die een gebroken schouder had.

Hoewel volgens William Cohen (Defensie, Clinton II), niemand vroeg om onmiddellijke terugtrekking uit Irak, werd er wel degelijk kritiek gegeven. „Enkele dingen die [Bush] hoorde, vond hij waarschijnlijk niet leuk”, zei Melvin Laird, (Defensie, Nixon) tegen de Los Angeles Times.

Met name Madeline Albright, minister van Buitenlandse Zaken onder Clinton, had kritiek. Al eerder sprak ze zich uit tegen de beslissing om Irak binnen te vallen en zei ze te vrezen voor imagoschade voor de VS. Gisteren herhaalde ze volgens een medewerker deze kritiek en zei Bush dat hij „een optionele oorlog, niet een noodzakelijk oorlog" voerde. Ze vroeg Bushvolgens de New York Times of zijn team – doordat „alle energie” werd gegeven aan de oorlog – de nucleaire dreiging van Iran en Noord-Korea niet uit de hand had laten lopen, en Latijns-Amerika en China niet had vergeten.

„Ik kan deze opmerking niet zo maar laten passeren”, antwoordde Bush volgens de krant. Volgens de president kan zijn regering „meer dan één ding tegelijkertijd doen” en heeft zij „de beste verstandhouding van welk land dan ook met Japan, China en Korea”.

De president toonde zich na afloop tevreden en zei dat hij hierdoor „de kans had gekregen om naar hun bezwaren, zorgen en voorstellen te luisteren over hoe verder te gaan”. „Niet iedereen rond de tafel was het eens met mijn beslissing om naar Irak te gaan. Maar dit zijn goede, betrouwbare Amerikanen die begrijpen dat we nu we eenmaal daar zijn, succes moeten hebben. We zullen hun advies ter harte nemen." Oud-minister Cohen was minder tevreden, zo vertelde hij de LA Times, en sprak over een „symbolische voordracht”: „Ik denk niet dat iemand van ons daar binnenliep met de gedachte dat er een reële kans was om het beleid te veranderen.”


NRC, 06 Januari 2006