PDA

Bekijk de volledige versie : Mississippi. As Big As I Wanna Be


Barst
12th April 2015, 13:51
Mississippi barst: de dikste staat is arm, slecht opgeleid en ongezond – en zwart


Obesitas is het grootste gevaar voor de wereldgezondheid, en nergens méér dan in de VS. Het zwaartepunt van de Amerikaanse onderbuik ligt in Mississippi, waar zwarte mannen van stevige vrouwen houden en voedselgiganten en ziekenhuizen goed geld verdienen aan al dat vet. En pizza een groente is.


Ochtendtelevisie in Mississippi. Het ene spotje na het andere over medicijnen tegen brandend maagzuur. Telkens dezelfde boodschap: aan een copieuze tafel trekt één meneer een pijnlijk gezicht. Gelukkig is er dat wonderpilletje dat zure oprispingen spoorslags doet verdwijnen. Weldra zit meneer weer vrolijk te schransen, geen centje pijn. Objection of the body: overruled.

De drie miljoen inwoners van de Magnolia State zijn een gulzig volkje. Ruim 35 % van hen lijdt aan obesitas. Deskundigen voorspellen dat dat binnen de vijftien jaar zal oplopen tot 67 %.

Sinds mensenheugenis is de Mississippian het dikste kindje van de klas (gevolgd door West-Virginia en Arkansas). Bovendien is het verschil met andere staten groot. In Colorado, een jonge en sportieve staat, is ‘slechts’ 21 % van de bevolking zo zwaarlijvig.

Je ziet het in het straatbeeld. In Mississippi wandelen mensen niet, ze rijden. Ze eten niet, ze vreten. Ze stappen niet, ze wobbelen. Wat je niet ziet, zijn de mensen die te dik zijn om hun huis nog te verlaten. Wat je wel ziet, zijn mensen die worden geduwd in gehandicaptenkarretjes: in veel gevallen is corpulentie hun enige handicap – te zwaar om zelf te stappen.

Dat Europeanen bij hun eerste bezoek aan de VS onder de indruk zijn van de vetzucht, is niet nieuw, maar het fenomeen groeit wel exponentieel: in 2000 leed in geen enkele Amerikaanse staat meer dan 10 % van de mensen aan obesitas. Vandaag lijdt in álle staten meer dan 20 % van de mensen aan obesitas. In twaalf staten overstijgt dat zelfs de 30 %, één op de drie mensen is er gezondheidsbedreigend dik. De acht zwaarst getroffen staten bevinden zich allemaal in het diepe zuiden: conservatieve streken met een grote afkeer voor de overheid, en zeker voor yankee-wijsneuzen uit Washington die menen te moeten bepalen wat de burger doet of laat.


Waar zijn de slanken?

Nu president Barack Obama aan zijn laatste spurt in het Witte Huis begint, mag de vraag ook stilaan gesteld worden naar het eindrapport van Michelle Obama. De first lady, te intelligent en ambitieus om alleen lintjes door te knippen, werd een kruisvaarster tegen obesitas, volgens gezondheidswetenschappers een nog grotere bedreiging voor de volksgezondheid dan roken ooit is geweest.

Haar Let’s move-campagne hééft al vruchten afgeworpen. Dat obesitas onder Amerikaanse kleuters in 2014 voor het eerst is gestabiliseerd, is een lichtpuntje. In andere leeftijdscategorieën is een kentering echter nog niet in zicht. Het globale percentage obese Amerikanen steeg tussen 2013 en 2014 van 27 naar 29 procent.

Met alle gevolgen van dien: een verdere toename van hart- en vaatziekten, diabetes, kankers, artrose, depressie. Er blijft een lange weg te gaan, vol met obstakels van een machtige tegenstander: de lobby van de voedingsindustrie is driemaal groter dan de tabakslobby.

Vooral het zuiden blijft onbuigzaam. De hoogdringendheid dringt niet door in de publieke opinie. Wijdverspreid is de opvatting dat suiker en vet essentiële grondstoffen zijn die een mens energie geven tijdens een dag hard werken. In 2013 liep ik voor een reportage over illegale immigratie in Texas een dag mee met een zwarte deputy-sheriff van 160 kilo. Wat hij en zijn collega’s als lunch binnenwerkten in een fastfoodrestaurant, was onvoorstelbaar, maar zij beschouwden de schranspartij als onontbeerlijk om de namiddag door te komen. Ook suiker heb je nodig om te functioneren, denken ze: ‘real sugar’ pronkt een opvallende sticker op veel flesjes frisdrank.

‘De bevolking is doof voor preventiecampagnes’, zegt Alex Ebel, voedingsdeskundige in een hospitaal in Jackson, de hoofdstad van Mississippi. Hij en zijn collega’s vechten tegen een draak met zeven koppen. De beste motivatie om af te slanken, is mensen zien die slank zijn. Maar wat als die rolmodellen de uitzondering worden?

Mississippi staat in veel negatieve ranglijsten bovenaan. De dikste staat, maar ook de armste, de slechts opgeleide en de meest ongezonde. En met ruim 37 % Afro-Amerikanen ook de zwartste. Het ene heeft met het andere te maken, al verklaart het zeker niet alles. Zo zijn ook blanke en goed verdienende Mississippians gemiddeld dikker dan hun tegenhangers uit het noorden. Een regio die wegzakt in een moeras van vet en suiker.


More value

‘The deep-fried south’ noemen ze het zuiden van de VS spottend – het gefrituurde zuiden. Het streekgerecht bij uitstek is fried catfish. Langs de highways liggen enorme kwekerijen. Meerval is een vrij smakeloze vis. Het gerecht heeft zijn populariteit vooral te danken aan de lage prijs en aan het korstje van gefrituurd maïsmeel. En het maïsbrood, de tartaarsaus en de frieten erbij.

De andere lokale favoriet is barbecue. Southerners doen lyrisch over hun soul food. Eettentjes die pretenderen ‘the best barbecue food in town’ te serveren, bieden nochtans niets meer dan wat wij in België op onze rooster aantreffen. Alleen zijn de porties veel groter, en ‘rijker’. Zelfs een banale baked potato verandert in een formidabele caloriebom als hij loaded wordt met een berg zure room, kaas en spekreepjes. Ook vrouwen en kinderen werken het gezwind naar binnen.

Amerikanen eisen boordevolle borden. More value, een populair begrip in de reclame, slaat altijd op hoeveelheid nooit op kwaliteit. Zelfs in een steakhouse waar je een goed glas Californische wijn kunt krijgen in plaats van alleen sweet iced tea, en waar ze rundvlees serveren waarin je de prairie nog proeft, bots je op zuiderse aberraties. Zoals de populaire country fried steak: gepaneerd en gefrituurd, opgediend met een vettige saus.

Ook thuis koken zuiderlingen alsof ze het woord cholesterol nooit gehoord hebben. Gebakken of gefrituurd vlees, en dan vooral de vette en goedkope delen van het dier, is het hoofdbestanddeel. Als er al groenten op tafel komen, dan hoort ook daar vet bij. Veel mensen koken hun groenten samen met een varkensbot voor de smaak, of gieten spekvet over hun gegaarde groenten.

Moderne voedingspatronen? Zelfs in het zakendistrict van Jackson slaan healthbars en sushirestaurants niet aan. En is ontbijten sowieso calorierijk in de VS met zijn wafels en verloren brood, dan kijkt in het zuiden niemand nog op van de geur van crabcakes met hollandaisesaus in de ochtend.


Wisselbeker

Suiker is een nog grotere verslaving dan vet. Extra large snoeprepen. Individuele porties roomijs die bij ons als dessert voor een klein gezin worden beschouwd. Of gefrituurde varkenshuid, een snack die hier nog populairder is dan chips of nacho’s.

Maar het meest ontstellende is de consumptie van cola en tientallen andere softdrinks in verpakkingen van 60 cl. en meer. Alex Ebel: ‘Vijftien jaar geleden doken de eerste gevallen van diabetes-type 2 bij jongeren op. Vandaag komt ‘ouderdomsdiabetes’ zelfs voor bij kinderen jonger dan 10 jaar. Ze krijgen zoveel suiker binnen dat hun pancreas het niet meer verwerkt krijgt.’

Michael Bloomberg, de burgemeester van New York, probeerde de verkoop van frisdrank in enorme bekers te beperken: hij werd teruggefloten door de rechter. Bedrijven als de Coca-Cola Company spelen hun invloed ten volle uit. Steeds weer duikt hun argument op: dat reglementering het leven moeilijk maakt voor kleine neringdoeners en dus de economie fnuikt, en dat controle over je gewicht en gezondheid een privéverantwoordelijkheid is. Uitgerekend in Mississippi vaardigde het Congres een wet uit die het lokale besturen verbiedt beperkingen op te leggen. Het verbod werd door de nationale media ‘de anti-Bloombergwet’ gedoopt.

Toch is er vooruitgang. Onder druk van Washington moeten restaurants informatie kunnen verstrekken over de voedings- en caloriewaarde van hun gerechten. ‘Bedrijven worden gedwongen eerlijker te zijn’, zegt Alex Ebel. ‘Alles wordt beter controleerbaar. Wat ben je ermee dat op ontbijtgranen moet staan hoeveel calorieën ze per portie bevatten, als niemand weet wat een portie is? Daarover zijn nu officiële normen bepaald, zodat mensen kunnen vergelijken. Ik heb nog geweten dat een normale cola in een wegrestaurant 25 cl. was. Vandaag is het op de meeste plaatsen 60 cl. Drink er daar twee van en je hebt 500 calorieën extra binnen.’

Aspartaam, stevia en andere calorieloze zoetmakers hebben weinig succes. In de rekken van de supermarkten of in de drankautomaten van de fastfoodketens is het zoeken naar light- en zeroproducten.


Pizza plukken

Amerikanen zijn altijd copieuze eters geweest, maar ze trachten dat te compenseren met fitness en work-out. Heel wat voedingsdeskundigen zien ook in die wankele balans een verklaring voor de vetzucht in het zuiden. Mississippi heeft een subtropisch klimaat, een groot deel van het jaar is het er te heet en vochtig om buiten aan sport te doen. En indoorfitness klinkt goed, maar waar vind je er één in een landelijke streek waar een negorij van vijfduizend inwoners al ‘stad’ genoemd wordt?

Sporten zou minder nodig zijn, als mensen tijdens hun dagelijkse bezigheden fysieke inspanningen leverden. Meer nog dan elders in de VS lijkt de levensstijl echter gericht op het vermijden van iedere stap. Wie in Europa cash nodig heeft, gaat te voet of met de fiets naar een Bancontact of eventueel met de auto, maar als je niet vlakbij kunt parkeren, moet je toch een stukje stappen. Zo gaat het ook in New York en San Francisco, maar niet in Tupelo en Vicksburg. Daar rijd je naar de drive through-ATM-automaat.

Steeds meer dingen kun je hier doen zonder je auto te verlaten: koffie halen bij Starbucks, bier kopen in de drankwinkel, naar de supermarkt gaan. Het personeel geeft je de producten die je aanduidt. Booming business. Als ik opmerk dat dat misschien wel comfortabel is, maar ook een tikje vadsig, bekijken de locals me geamuseerd.

‘We leven in een society of convenience’, zegt Alex Ebel. ‘Dat een inspanning moeten leveren beter voor je kan zijn dan géén inspanning te moeten leveren, krijg je hier niet verkocht.’

Bewegen zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn, zeker voor kinderen, maar veel Amerikanen komen niet eens aan duizend passen per dag. Investeren in voetpaden is het nieuwe ordewoord. Op veel plaatsen zijn die er gewoon niet omdat wijken als te onveilig beschouwd worden, omdat afstanden te groot zijn, maar vooral uit pure gemakzucht. Speeltuinen en parken zijn er nauwelijks omdat de belastingvrezende overheden de hand op de knip houden, en armlastige scholen schrappen sport van hun curriculum.

Ook volwassenen bewegen veel minder dan vroegere generaties. ‘Traditioneel werkte de overgrote meerderheid van deze mensen in de landbouw, hielpen ze bij het oogsten van katoen en soja. Vandaag werkt geen enkele succesvolle boer nog met handarbeiders, alles gaat met hoogtechnologische machines. De vroegere plukkers zitten thuis, spelen een spelletje op hun computer en stoppen een pizza in de oven.’


Geen probleem

Woensdagnamiddag. In een voorstadje van Jackson heb ik een afspraak met een diëtiste gespecialiseerd in gewichtsverlies voor dames. Ik bel aan bij het bouwvallig ogende gebouwtje. Vergeefs. Een voorbijganger zegt me dat ik mijn tijd sta te verdoen. ‘Vorige week gesloten. Je zag er ook nooit een hond binnengaan.’

Aan de overkant van de straat is een Wall-Mart. Op de parkeerplaats worden gigantische hoeveelheden eten en drank in auto’s geladen. De failliete diëtiste tegenover de paletten met tweeliterflessen cola, een gevecht tegen de bierkaai.

‘Alles begint met bewustwording’, zegt Alex Ebel. ‘Wie vertelt die mensen dat ze echt een probleem hebben? Mississippi is de Amerikaanse staat met het laagste aantal artsen per duizend inwoners. De meeste mensen gaan zelden naar de dokter, preventiecampagnes botsen op een muur van onverschilligheid. 300.000 doden per jaar in de VS? En dan?’

‘Het ontbreekt ook aan peer pressure. Als zo’n dikkerd van 200 kilo naar Californië verhuist, waar veel mensen bezig zijn met een gezonde levensstijl, is de kans groot dat hij ook iets aan zijn gewicht gaat doen. Maar in deze microkosmos heersen andere normen over wat acceptabel is. Waarom zou ik afzien terwijl anderen zich te goed blijven doen aan wat ik ook lekker vind?’


As big as I wanna be

Onder de zwarte bevolking komt daar nog een complicerende factor bovenop: een andere appreciatie van wat mooi en sexy is. Alex Ebel praat wat zachter. Raciale verklaringen liggen altijd gevoelig. ‘Veel Afro-Amerikanen houden van ronde vrouwen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met hun economische geschiedenis. Zwarte mensen in dit land hebben zoveel armoede en honger gekend, dat het nog lang kan duren voor de connectie tussen welvaart en extra kilo’s aan je lijf helemaal zal verdwijnen.’

Er valt niet naast te kijken: in de supermarkt, in het uitgaansleven, overal kogelronde vrouwen met korte topjes en spannende jeans die in tegenstelling tot blanke lotgenotes geen enkel probleem hebben met hun rondingen. ‘Omdat ze er ook succes mee hebben.’

Zelfs wie sportieve ambities koestert, hoeft niet altijd te vermageren. De populairste sport voor jongens is American football: uitgerekend een van de zeldzame sporten waar coaches het aankweken van kilo’s aanmoedigen. En meisjes? Op tv zie ik beelden van een lokale turnwedstrijd. Het is een merkwaardig mollige stoet, in een sport waar we pluimgewichtjes gewend zijn.

‘Veel tienermeisjes rebelleren tegen het schoonheidsideaal van de bladen’, zegt Alex Ebel. ‘Op zich is dat prima, dat ze zich niet ongelukkig laten maken door het onrealistische ideaalbeeld van fotomodellen. Maar de slinger moet ook niet doorslaan in de andere richting. De I wanna be as big as I wanna be-attitude is erg in de mode. De gêne is ver te zoeken, en een béétje gêne kan geen kwaad. ‘

Ebel heeft niet alle hoop opgegeven. ‘Veel families doen hun best om gezonde keuzes te maken, al is het maar om te vermijden dat ze suikerziekte of hart- en vaatziekten krijgen. Mississippi telt veel mensen die niet verzekerd zijn tegen medische risico’s.’

Maar de verleidingen zijn groot en permanent. In een gigantische supermarkt vind ik welgeteld één kleine rayon met verse groenten, tegenover hele afdelingen met goedkope fastfood en enorme pizza’s van 6 dollar waarmee je een heel gezin kunt voeden.

Pizza’s hebben trouwens een groot voordeel voor ouders met weinig geld: hun geweten wordt gesust. Toen Michelle Obama aan scholen oplegde dat die meer verse groenten moesten serveren om hun federale subsidies te behouden, kregen die met steun van de pizzaproducenten gedaan dat het Congres de pizza als een groente bestempelde. Er is tomatensaus in verwerkt.


Obesitas, de pandemie

Groenten en fruit is sowieso een vreemd verhaal. In principe zou er geen enkele schaarste mogen zijn in Mississippi, dat met zijn warme klimaat en veelvuldige overstromingen uiterst vruchtbare grond heeft. Het is bij de distributie dat het vastloopt. Absurd genoeg bevinden zich vooral in de rivierdelta gebieden die voedselwoestijnen worden genoemd: in een straal van vijftig kilometer is er geen supermarkt of groenteboer te vinden. Vader of moeder maakt er eenmaal om de week of om de veertien dagen een trip van enkele uren om inkopen te doen. Waarop het hele gezin weer voor een poosje uit de diepvries kan eten.

De federale regering stimuleert boerenmarkten, waar plaatselijke telers hun verse producten rechtstreeks aan de klant aanbieden. Dat mag dan trendy zijn in kosmopolitische steden aan de kusten, in teruggetrokken delen van de meest verarmde staat van de VS werkt het voor geen meter. Kinderen zijn niet opgegroeid met andere smaken dan die van pizza en spare ribs.

Of er een kentering komt, en hoe dan juist, het blijft onduidelijk. Wellicht zal de medische noodzaak eerst een economische of zelfs militaire noodzaak moeten worden. Bedrijfsleiders worden zich stilaan meer bewust van de daling in productiviteit door de gewichtsgerelateerde gezondheidsproblemen van hun personeel. Militaire deskundigen maken zich zorgen waar ze nog fysiek parate rekruten vinden.

Andere lobbygroepen vinden het best zo. Ook de medische sector. Alex Ebel, zelf voedingsdeskundige in een hospitaal, doet een markante bekentenis. ‘Eerlijk, voor ziekenhuizen is preventie geen grote prioriteit. Wij verdienen goed geld aan obesitas: aan dieetprogramma’s, liposucties en maagringen, en andere operaties. Vanuit het oogpunt van de volksgezondheid moet er dringend iets gebeuren, maar voor onze sector is het een goudmijn.’

Afwachten wanneer de obesitas-pandemie ook een punt wordt op de politieke agenda. Merkwaardig genoeg is een debat over sociale transfers nog niet losgebarsten al liggen de gezondheidsuitgaven per hoofd uiteraard een stuk hoger in de dikke staten dan in de andere. Misschien is het probleem al te ver gevorderd. Geen enkele partij kan obesitas nog culpabiliseren zonder daarmee een aanzienlijk deel van haar kiezers voor het hoofd te stoten.


DSWeekblad, 11-04-2015 (Steven De Foer)