PDA

Bekijk de volledige versie : Zoveel ouder worden we niet


Barst
5th January 2006, 04:42
Zoveel ouder worden we niet


Langer doorwerken is nodig, beweren economen en politici. Ze zeggen er niet bij dat de 65-plusser-van-nu helemaal niet zoveel betere kansen heeft op hoge ouderdom dan die uit 1960.


Een gevreesd stadsbeeld in 2050: er gaat een haastig iemand over straat, vermoedelijk aan de late kant. Een stoet van schoorvoetende wandelstokken en rollators staart hem na. De samenleving is ontwricht, er is een te gering aantal werkhanden.

De pensioenleeftijd moet omhoog, benadrukken economen en politici daarom. Dat kan. We worden een stuk ouder en zijn na ons 65ste gezonder dan vroeger. Zo zei de Tilburgse econoom Lans Bovenberg het onlangs in Trouw onder de kop ’Ooit gaan we langer werken’.

Ongetwijfeld, maar in zijn argumentatie zat de econoom er twee keer naast: 65-plussers worden weinig ouder dan vroeger, en gezonder zijn ze evenmin. Dat gelooft Bovenberg vast niet, en dat geldt voor velen. Vraag om je heen hoeveel langer mannen die vandaag 65 worden leven dan mannen die een halve eeuw geleden voor het laatst de fabriekspoort achter zich dicht trokken: ter redactie klonk het van ,,Minstens vijf, zeven, misschien wel tien jaar.” Nee, het is amper 1,8 jaar.

,,Ontnuchterend ja”, erkent Joop Garssen, demograaf aan het Centraal Bureau voor de Statistiek. ,,Iedereen verwart de levensverwachting bij de geboorte met het aantal jaren dat we aan het eind hebben gewonnen.”

Zo rekent de huidige mens zich rijk: voor mannen nam van 1900 tot 2000 de levensverwachting immers toe van 47 naar 75,5 jaar, voor vrouwen van 50 naar 80,5. Iedereen begrijpt dat dat mede komt door verminderde kindersterfte en minder slachtoffers aan (infectie)ziekten op jonge leeftijd, maar per saldo moeten oude mensen ook fiks hebben gewonnen.

Denken we. Die intuïtie lijdt schipbreuk bij het zien van de overlevingstafels van het CBS. Rond 1960 had een 65-jarige man een resterende levensverwachting van 13,87 jaar, in 2003 was dat 15,43 jaar. Het verschil is 1,56 jaar. Of: een beginnend AOW’er van 2003 zal gemiddeld maar anderhalf jaar ouder worden dan zijn leeftijdgenoot uit 1960. In 2004–met een laag sterftecijfer door het uitblijven van een griepepidemie–ziet het er een paar maanden gunstiger uit. Maar door de bank genomen duurt de oude dag voor mannen nu gemiddeld slechts 1,8 jaar langer dan een halve eeuw geleden. Het zij gezegd: voor vrouwen is het duidelijk meer, zo’n 3,6 jaar. Maar de man die vandaag zijn 70ste verjaardag viert, leeft gemiddeld zelfs maar 1 jaar langer dan de man die dat in 1960 deed.

En Française Jeanne Calment (122) en onze eigen Hendrikje van Andel (115) dan: verkenden zij niet, mét duizenden Japanse vrouwen én mannen, het lange leven dat ook ons in de nabije toekomst wacht?

Nee, we worden straks geen honderd. De ontnuchtering komt weer van demograaf Garssen: ,,Het toenemende aantal 100-plussers is misleidend, het bewijst geenszins dat we veel ouder worden. Er worden méér mensen oud, en dan krijg je ook meer uitschieters, maar toch maken de 100-plussers maar 0,009 procent van onze bevolking uit. Trouwens, die leeftijd van Hendrikje van Andel zit er de komende zes jaar sowieso niet meer in.”

Alles goed en best, schampert de econoom, maar zie ik de wereld nou grijzer worden of niet? ,,Zonder meer”, cijfert prof. Jan Latten van het CBS, hoogleraar sociale demografie aan de universiteit van Amsterdam, voor. ,,Met medicijnen en operaties schuiven meer mensen door naar de 80. Maar dan valt de sterftecurve plotseling steil naar beneden; dan gaan we collectief dood.”

Dat klinkt naar langer leven terwijl de conclusie moet luiden: we worden met z’n allen oud, maar oude mensen worden weinig ouder dan vroeger. Zelfs in 1861 hadden 65-plussers al een levensverwachting van ruim tien jaar. Latten: ,,Maar hoe groot was die groep toen, en hoe groot wordt die straks?

In 1950 had je 800 duizend ouderen op zes miljoen potentiële werkers, in 2030 zitten we met 4 miljoen AOW’ers op ruim 9 miljoen werkenden. Overigens haalt nog altijd een op de tien de 65 niet. Best veel.” Maar iedereen denkt dat dat lot de buurman zal treffen. Voor onszelf rekenen we op avondzon.

Hoe dan ook, we hebben een probleem. Garssen: ,,Zeker. Als je over enkele decennia eenzelfde verhouding wilt hebben van AOW’ers en werkenden als een halve eeuw terug, zou het me niet verbazen als je de pensioenleeftijd op termijn moet ophogen tot boven de 70 jaar.”

Was de levensduur maar van elastiek, maar de sterftecijfers laten zien dat er zonder spectaculaire verjongingskuren van het menselijk lichaam weinig rek in zit. Garssen: ,,Vreemd, hé, intuïtief zou je verwachten dat we tien tot twintig jaar winnen als we alle hartkwalen uitbannen. Maar de levensverwachting, gerekend vanaf de geboorte, gaat er maar 2 tot 3 jaar op vooruit. Teleurstellend. Een winst van tien jaar vereist dat sterfte van nu afneemt met 90 procent. Daar gelooft niemand in.”

Waarop Latten concludeert: ,,Laten we zeggen dat het eeuwige leven nog tamelijk ver weg ligt. We zijn eerder bang voor een trend de andere kant op, voor een tweedeling in de maatschappij: een klein deel leeft erg bewust en een groeiende groep wordt almaar zwaarder en beweegt minder.” Vooral in de VS vrezen gezondheidsdeskundigen voor de primeur in de geschiedenis dat een generatie haar eigen kinderen overleeft. Nederland richt zijn vizier ook gevaarlijk die kant op, al ziet Garssen in zijn cijfers dat de verbetering nu nog een ietsje sterker is dan de verslechtering. Maar voor hoe lang? Latten: ,,Er komen meer alleenstaanden, terwijl getrouwde mannen gemiddeld vier jaar langer leven. Vraag niet wat hier oorzaak en gevolg is, maar het helpt natuurlijk als een vrouw haar dementerende man eraan herinnert zijn pillen in te nemen.”

Een corrigerende sneer als ’Hou eens op met dat gezuip en gerook’ heeft ook effect. Met gezonder gedrag is er best wat winst te boeken, becijferde Garssen onlangs in de periodiek Bevolkingstrends van het CBS. Maar tegelijkertijd maakte hij zich niet de illusie dat de mens zich de soberheid van de langlevende zevendedagsadventisten of mormonen zal aanmeten. Een muis op rantsoen leeft ook langer, maar we gaan de winst natuurlijk niet zoeken in extra jaren met een knorrende maag. Kortom, 80 wás altijd al mooi, is het en blijft het.


Trouw, 05-01-2006