Barst
18th February 2015, 08:50
De Vlaamse Dienst voor Apathie en Bezigheidstherapie
Ellen S. is 28, hoogopgeleid, gemotiveerd, maar slaagt er zonder ervaring maar niet in een job te vinden. Op naar de VDAB, denkt u? Een cv opstellen en de website vdab.be verkennen blijken toch niet veel zoden aan de dijk te brengen als potentiële werkgevers iemand overgekwalificeerd vinden.
Wat een ellende, werk zoeken en – vooral – vinden. Laat ik mij eerst voorstellen. Ik ben Ellen, 28 jaar, hooggeschoold, en al 18 maanden op zoek naar een job. Meer precies prijken er twee universitaire diploma’s op mijn nachtkastje: een zeer gegeerde master in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen en de nog relevantere master in de klinische psychologie. Nu daag ik u uit om met die diploma’s werk te vinden in de achterbuurten van Oost-Limburg – en verre omstreken. De enkele geschoolde jobs in de buurt zijn een walhalla voor een ander soort mens: de geprivilegieerde mens-met-ervaring. Een onbereikbare graal voor de arme, godverlaten ziel die nergens de kans krijgt om ervaring op te doen.
Voor u mij beschuldigt van selectieve sollicitaties: ik solliciteer voor alles. Administratieve jobs. Gerantenjobs. Maatschappelijk-assistentenjobs. Want ik wil werken. Ik wil geen paria zijn. Ik wil mij nuttig voelen. Ik wil een loonbriefje, hoe mager ook. Ik wil niet maandelijks een dopkaart in de vakbondsbrievenbus droppen, om dan op mijn schamele 400 euro te wachten. There’s more to me than that.
Ik heb een goed cv. Een op maat geschreven motivatiebrief voor elke specifieke functie. Ik heb een auto. Ik spreek mijn talen. Ik ben gemotiveerd. Ik schrijf zonder dt-fouten. Ik ben op de hoogte van moderne computertoepassingen. Ik wil bijscholen. Ik snák ernaar om mijzelf te ontplooien, om mij in een massa informatie te begraven en er dan wijzer uit te komen. Ik ben een vrouwelijke SpongeBob, op zoek naar water.
Ik ben Ellen, en ik heb heel wat in mijn mars. Vraag maar aan de man van de VDAB, meneer M., die keurig opzocht of mijn diploma’s van hogeschool- dan wel van universitair niveau waren.
Eenmaal in de drie weken zakt mijn gemoed tot onder het vriespunt, telkens als ik moet plaatsnemen op de gewatteerde stoel aan het bureau van meneer M. ‘En, hoe zit het ermee?’, klinkt het dan. Ik slaak een zucht richting RAL9010-hemelgewelven en draai met mijn ogen. ‘Nog niets, vrees ik.’ Hij: ‘Dan doen we daar iets aan.’
De eerste keer keek ik hem hoopvol aan. M. meende wat hij zei. Hij zou mij aan een job helpen, hier en nu! Ik spitste de oren. ‘Heb je al gezocht op de site van 11.be?’ Ik knikte, maar voelde me opgelaten. The man has no clue. Ik kijk op álle internetpagina’s met jobs. Mijn laatste restjes hoop begroef ik diep onder de zoden.
‘Misschien kan je cv beter.’ Yep, kan. Misschien moet ik het laten customizen bij een headhunter-bureau, inclusief grafische vormgeving met mijn initialen prominent aanwezig, met een foto waarop ik bescheiden en toch vol zelfvertrouwen werf-mij-aan-gewijs in de lens kijk. Helaas, dat is niet wat de VDAB mij biedt. De VDAB haalt dt-fouten uit je motivatiebrief, maar voor de rest koester je als hooggeschoolde best niet te veel verwachtingen.
Ik herinner het mij als de dag van gisteren, de eerste VDAB-informatiesessie. Een overenthousiaste stagiair besprak uitvoerig wat een cv inhield en wat daar het best instaat. Ook de motivatiebrief kwam aan bod. Wie dat wilde, kon na het verplichte nummertje blijven om samen met de VDAB-consulent stap voor stap zijn cv en motivatiebrief op te stellen. Er was zelfs de mogelijkheid om een inwijding in de wondere wereld van de VDAB-website te krijgen. Ik droop stilletjes af, weer een illusie armer.
Terug naar meneer M. ‘Heb je je VDAB-profiel al eens aangepast’, klonk het aan de andere kant van het bureau. Ik knikte. ‘Werkgevers kijken ook op de VDAB-site, op zoek naar arbeidskrachten.’ M. opende mijn profiel. ‘Waarom staat er niets bij het vakje “muzikale therapie”?’ Ik keek de man verbouwereerd aan. ‘Omdat ik daar niet in geschoold ben’, probeerde ik. ‘Dan klik je toch “basiskennis” aan!’ Oké, euhm, als het moet. Opdracht nummer 1, te volbrengen voor afspraak nummer 2.
Tegen afspraak nummer 3 zei meneer M. dat hij mij moest doorverwijzen. ‘Bekijk het niet als een straf, zie het als een kans.’ Ik moest mijn opwachting maken bij Groep Intro. Dit mysterieuze collectief behoefde toch iets meer uitleg. ‘En wat is de bedoeling daarvan?’ ‘Je op weg helpen naar een job.’ Hm, was dat ook niet een hoofdopdracht van dat andere collectief, de VDAB? Sarcasme begon zich van mij meester te maken en ik vroeg hem op de man af welke meerwaarde Groep Intro voor mij zou betekenen. ‘Tijdens deze begeleiding wordt er maatpak-gewijs gekeken naar elke werkzoekende. Groep Intro begeleidt intensiever en heeft een uitstekende uitstroom.’ ‘Ook voor mensen met een diploma?’, vroeg ik hem. Het antwoord moest hij mij schuldig blijven.
Ik deed wat van mij verwacht werd en daagde om negen uur op. Meneer A., iemand die ‘wel van grapjes en van interactie houdt’, opende de sessie. ‘Jullie zijn hier omdat jullie een job willen.’ Klopt. Kaftjes werden uitgedeeld met veiligheidsrichtlijnen, er werd besproken dat schade aan het gebouw aanbrengen not done en respect een basishouding was. En ja, het merendeel van de aanwezigen was boven de dertig. We mochten ons voorstellen. Ik vroeg wat de bedoeling van de sessies was. ‘Heeft de VDAB dat niet uitgelegd?’, vroeg de man. ‘Ja, maar nogal beknopt.’ Meteen volgde een aantal verwensingen aan het adres van de VDAB, over zijn dualiteit van jobfacilitator en rechter. Geen antwoord op mijn vraag. Of toch. ‘We gaan elkaar leren hoe je een goede indruk maakt tijdens een sollicitatiegesprek, hoe je een cv en motivatiebrief opstelt.’ Dat werd mij te veel. Ik vertelde over de 200 motivatiebrieven die ik had verstuurd. Over het uitvoerige cv, met een moderne lay-out. Over sollicitatiegesprekken, waarbij ik niet word gekozen omdat ik hooggeschoold ben en daardoor meteen mijn biezen zou pakken richting beter betaalde job zodra de kans zich aanbood – aldus de potentiële werkgever. ‘Dan kunnen anderen wel wat van je leren...’
De tweede helft van de sessie bestond uit het invullen van een formulier dat we grotendeels al op de VDAB-website hadden ingevuld (Welke job wil je? Welke diploma’s heb je?). Voornamen werden geoefend. Enkele grapjes moesten verhullen dat de lesinhoud zo luchtledig was als de gaten in een emmentaler, dat de man ter plekke stond te improviseren, en dat… Ach, de les liep een uur vroeger af. Volgende afspraak over twee dagen, daarna nog driemaal de volgende week. Maar wie niet waagt, niet wint en ik vroeg hem of ik de groepsfase mocht overslaan. Waarschijnlijk zag hij de hopeloosheid van de situatie ook in, en hij stond dat toe. Op naar de individuele begeleiding.
Tot slot nog dit: als u in de positie van werkgever zit, wilt u dan zo goed zijn om uw werkzoekende medemens respectvol te behandelen? U hoeft ons niet allemaal aan te nemen, maar geef ten minste een teken van leven. Mail even dat de sollicitatie goed is aangekomen. Dat u ons op de hoogte brengt als er een beslissing wordt genomen. En wees wat origineler en vriendelijker dan: ‘Geachte mevrouw, wij hebben u niet weerhouden voor deze functie. Vriendelijke groeten.’ Velen zullen u dankbaar zijn.
Vriendelijke groeten,
Ellen S.
DS, 17-02-2015
Ellen S. is 28, hoogopgeleid, gemotiveerd, maar slaagt er zonder ervaring maar niet in een job te vinden. Op naar de VDAB, denkt u? Een cv opstellen en de website vdab.be verkennen blijken toch niet veel zoden aan de dijk te brengen als potentiële werkgevers iemand overgekwalificeerd vinden.
Wat een ellende, werk zoeken en – vooral – vinden. Laat ik mij eerst voorstellen. Ik ben Ellen, 28 jaar, hooggeschoold, en al 18 maanden op zoek naar een job. Meer precies prijken er twee universitaire diploma’s op mijn nachtkastje: een zeer gegeerde master in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen en de nog relevantere master in de klinische psychologie. Nu daag ik u uit om met die diploma’s werk te vinden in de achterbuurten van Oost-Limburg – en verre omstreken. De enkele geschoolde jobs in de buurt zijn een walhalla voor een ander soort mens: de geprivilegieerde mens-met-ervaring. Een onbereikbare graal voor de arme, godverlaten ziel die nergens de kans krijgt om ervaring op te doen.
Voor u mij beschuldigt van selectieve sollicitaties: ik solliciteer voor alles. Administratieve jobs. Gerantenjobs. Maatschappelijk-assistentenjobs. Want ik wil werken. Ik wil geen paria zijn. Ik wil mij nuttig voelen. Ik wil een loonbriefje, hoe mager ook. Ik wil niet maandelijks een dopkaart in de vakbondsbrievenbus droppen, om dan op mijn schamele 400 euro te wachten. There’s more to me than that.
Ik heb een goed cv. Een op maat geschreven motivatiebrief voor elke specifieke functie. Ik heb een auto. Ik spreek mijn talen. Ik ben gemotiveerd. Ik schrijf zonder dt-fouten. Ik ben op de hoogte van moderne computertoepassingen. Ik wil bijscholen. Ik snák ernaar om mijzelf te ontplooien, om mij in een massa informatie te begraven en er dan wijzer uit te komen. Ik ben een vrouwelijke SpongeBob, op zoek naar water.
Ik ben Ellen, en ik heb heel wat in mijn mars. Vraag maar aan de man van de VDAB, meneer M., die keurig opzocht of mijn diploma’s van hogeschool- dan wel van universitair niveau waren.
Eenmaal in de drie weken zakt mijn gemoed tot onder het vriespunt, telkens als ik moet plaatsnemen op de gewatteerde stoel aan het bureau van meneer M. ‘En, hoe zit het ermee?’, klinkt het dan. Ik slaak een zucht richting RAL9010-hemelgewelven en draai met mijn ogen. ‘Nog niets, vrees ik.’ Hij: ‘Dan doen we daar iets aan.’
De eerste keer keek ik hem hoopvol aan. M. meende wat hij zei. Hij zou mij aan een job helpen, hier en nu! Ik spitste de oren. ‘Heb je al gezocht op de site van 11.be?’ Ik knikte, maar voelde me opgelaten. The man has no clue. Ik kijk op álle internetpagina’s met jobs. Mijn laatste restjes hoop begroef ik diep onder de zoden.
‘Misschien kan je cv beter.’ Yep, kan. Misschien moet ik het laten customizen bij een headhunter-bureau, inclusief grafische vormgeving met mijn initialen prominent aanwezig, met een foto waarop ik bescheiden en toch vol zelfvertrouwen werf-mij-aan-gewijs in de lens kijk. Helaas, dat is niet wat de VDAB mij biedt. De VDAB haalt dt-fouten uit je motivatiebrief, maar voor de rest koester je als hooggeschoolde best niet te veel verwachtingen.
Ik herinner het mij als de dag van gisteren, de eerste VDAB-informatiesessie. Een overenthousiaste stagiair besprak uitvoerig wat een cv inhield en wat daar het best instaat. Ook de motivatiebrief kwam aan bod. Wie dat wilde, kon na het verplichte nummertje blijven om samen met de VDAB-consulent stap voor stap zijn cv en motivatiebrief op te stellen. Er was zelfs de mogelijkheid om een inwijding in de wondere wereld van de VDAB-website te krijgen. Ik droop stilletjes af, weer een illusie armer.
Terug naar meneer M. ‘Heb je je VDAB-profiel al eens aangepast’, klonk het aan de andere kant van het bureau. Ik knikte. ‘Werkgevers kijken ook op de VDAB-site, op zoek naar arbeidskrachten.’ M. opende mijn profiel. ‘Waarom staat er niets bij het vakje “muzikale therapie”?’ Ik keek de man verbouwereerd aan. ‘Omdat ik daar niet in geschoold ben’, probeerde ik. ‘Dan klik je toch “basiskennis” aan!’ Oké, euhm, als het moet. Opdracht nummer 1, te volbrengen voor afspraak nummer 2.
Tegen afspraak nummer 3 zei meneer M. dat hij mij moest doorverwijzen. ‘Bekijk het niet als een straf, zie het als een kans.’ Ik moest mijn opwachting maken bij Groep Intro. Dit mysterieuze collectief behoefde toch iets meer uitleg. ‘En wat is de bedoeling daarvan?’ ‘Je op weg helpen naar een job.’ Hm, was dat ook niet een hoofdopdracht van dat andere collectief, de VDAB? Sarcasme begon zich van mij meester te maken en ik vroeg hem op de man af welke meerwaarde Groep Intro voor mij zou betekenen. ‘Tijdens deze begeleiding wordt er maatpak-gewijs gekeken naar elke werkzoekende. Groep Intro begeleidt intensiever en heeft een uitstekende uitstroom.’ ‘Ook voor mensen met een diploma?’, vroeg ik hem. Het antwoord moest hij mij schuldig blijven.
Ik deed wat van mij verwacht werd en daagde om negen uur op. Meneer A., iemand die ‘wel van grapjes en van interactie houdt’, opende de sessie. ‘Jullie zijn hier omdat jullie een job willen.’ Klopt. Kaftjes werden uitgedeeld met veiligheidsrichtlijnen, er werd besproken dat schade aan het gebouw aanbrengen not done en respect een basishouding was. En ja, het merendeel van de aanwezigen was boven de dertig. We mochten ons voorstellen. Ik vroeg wat de bedoeling van de sessies was. ‘Heeft de VDAB dat niet uitgelegd?’, vroeg de man. ‘Ja, maar nogal beknopt.’ Meteen volgde een aantal verwensingen aan het adres van de VDAB, over zijn dualiteit van jobfacilitator en rechter. Geen antwoord op mijn vraag. Of toch. ‘We gaan elkaar leren hoe je een goede indruk maakt tijdens een sollicitatiegesprek, hoe je een cv en motivatiebrief opstelt.’ Dat werd mij te veel. Ik vertelde over de 200 motivatiebrieven die ik had verstuurd. Over het uitvoerige cv, met een moderne lay-out. Over sollicitatiegesprekken, waarbij ik niet word gekozen omdat ik hooggeschoold ben en daardoor meteen mijn biezen zou pakken richting beter betaalde job zodra de kans zich aanbood – aldus de potentiële werkgever. ‘Dan kunnen anderen wel wat van je leren...’
De tweede helft van de sessie bestond uit het invullen van een formulier dat we grotendeels al op de VDAB-website hadden ingevuld (Welke job wil je? Welke diploma’s heb je?). Voornamen werden geoefend. Enkele grapjes moesten verhullen dat de lesinhoud zo luchtledig was als de gaten in een emmentaler, dat de man ter plekke stond te improviseren, en dat… Ach, de les liep een uur vroeger af. Volgende afspraak over twee dagen, daarna nog driemaal de volgende week. Maar wie niet waagt, niet wint en ik vroeg hem of ik de groepsfase mocht overslaan. Waarschijnlijk zag hij de hopeloosheid van de situatie ook in, en hij stond dat toe. Op naar de individuele begeleiding.
Tot slot nog dit: als u in de positie van werkgever zit, wilt u dan zo goed zijn om uw werkzoekende medemens respectvol te behandelen? U hoeft ons niet allemaal aan te nemen, maar geef ten minste een teken van leven. Mail even dat de sollicitatie goed is aangekomen. Dat u ons op de hoogte brengt als er een beslissing wordt genomen. En wees wat origineler en vriendelijker dan: ‘Geachte mevrouw, wij hebben u niet weerhouden voor deze functie. Vriendelijke groeten.’ Velen zullen u dankbaar zijn.
Vriendelijke groeten,
Ellen S.
DS, 17-02-2015