PDA

Bekijk de volledige versie : Duurzaamheid is goed, veerkracht is beter


Barst
4th February 2015, 16:16
‘Je kunt er niet langer van uitgaan dat alles stabiel blijft’


Een van de briljante geesten die gisteren aan de KU Leuven een eredoctoraat kregen uitgereikt, is de Zweedse ecoloog Carl Folke, een voorman van het veerkrachtdenken. Dat klinkt goed, maar wat betekent het? ‘Crisissen bieden de mogelijkheid om een nieuwe, slimmere weg in te slaan.’


Hoe vaak hoor je een ecoloog vertellen over klimaatverandering, natuurrampen, grondstoffentekorten en andere onafwendbare bedreigingen voor onze beschaving, en verlies je er toch de moed niet bij? Niet vaak. Maar gisteren, toen Carl Folke aan de KU Leuven zijn eredoctoraat in ontvangst nam met een lezing, werd duidelijk dat het mogelijk is.

Folke, een Zweedse ecologieprofessor die ook economie studeerde, wijst graag op ons vermogen om ons aan te passen aan grote veranderingen in ons ecosysteem. Dat vermogen komt niet vanzelf, zegt hij erbij. Het vergt dat we de zaken anders gaan bekijken.

‘Het is voor de mens een overlevingsstrategie om de wereld als iets redelijk stabiels te zien. Maar eigenlijk is de wereld chaotisch. Verandering gaat niet altijd geleidelijk aan, maar komt soms met een grote, onverwachte schok – denk maar aan de bankencrisis of aan overstromingen. Daar leer je niet op inspelen als je er in al je beslissingen van uitgaat dat de zaken blijven zoals ze nu zijn. Beter is het om keuzes te maken die je aanpassingsvermogen bevorderen, je veerkracht.’

Veerkrachtdenken maakt school in de sociale en ecologische wetenschappen, en het is een bril waardoor je in principe elk systeem kunt zien: is je bedrijf wel veerkrachtig, je gezondheidszorg, je banksector, wat gebeurt er als daar één dominosteentje valt?

Maar Folke koppelt de dingen niet graag los van het ecosysteem dat hen voedt. ‘We zijn heel lang verwend geweest door de fenomenale veerkracht van onze biosfeer, en zijn de planeet bijgevolg gaan zien als iets waar we onbegrensd grondstoffen uit kunnen halen en afval op kunnen dumpen. Maar nu blijkt dat die veerkracht niet eindeloos is. Daar moeten we mee leren omgaan. Door als samenleving ook weer veerkracht aan de dag te leggen, ja.’

‘Dat wil niet zomaar zeggen dat je de schok weet op te vangen wanneer zich een ramp voordoet. Het betekent ook dat je paden kunt verlaten die niet langer naar verbetering leiden. Op die manier bieden crisissen ook de mogelijkheid om een slimmere weg in te slaan. De bankencrisis had in principe dat potentieel.’ Die bankencrisis vergrootte hier en daar de drang om met alternatieve economie te experimenteren – bijvoorbeeld geldvrije munteenheden zoals ‘handjes’ of ‘stropkes’ – maar uiteindelijk werden toch vooral alle lapmiddelen bovengehaald om het oude systeem te doen voortbestaan.

Volgens Folke maken we een renaissance door als we met zijn allen meer oog krijgen voor de complexiteit van ecologische veranderingen – iets wat hij in de wetenschappen al ten goede ziet evolueren. Maar in haar geheel reageert onze samenleving nog erg log op zulke inzichten. ‘Een van de cruciale problemen is dat we geobsedeerd zijn door efficiëntie: we zoeken de efficiëntste manier om iets te produceren of te doen draaien, en willen het dan altijd en overal op die manier doen.’


Gestroomlijnde megamachine

Maar vroeg of laat verandert er iets in ons systeem – de aardolie wordt bijvoorbeeld schaarser – waardoor onze gestroomlijnde megamachine stokt. En dan sta je daar, volledig afhankelijk van één bron van welvaart, die opdroogt.

‘Veerkracht houdt dus in dat je je opties voldoende openhoudt, en je grondstoffen gaat beheren in plaats van zomaar gebruiken.’ Dat je niet alles laat draaien op fossiele brandstoffen, en dat je bijvoorbeeld ook je landbouw niet volledig toespitst op een handvol plantensoorten en -rassen, zoals steeds meer het geval is. Ierland maakte die fout al in de negentiende eeuw, door zijn voedselvoorziening grotendeels te verengen tot aardappelvelden die zo weinig van elkaar verschilden dat ze bijna alle bezweken aan dezelfde ziekte. Meer dan een miljoen Ieren stierven een hongerdood.

‘Maar er zijn grote bedrijven (General Electrics, Unilever) zich in die zin aan het heroriënteren. Ze zien hun groei niet meer los van de natuurlijke grenzen. Ze beseffen dat het milieu niet iets is wat buiten de samenleving staat, maar dat het hun eigen fundament is.’

‘In de politiek gaat die mentaliteitswijziging trager. Veel politici raken overweldigd door de complexiteit waarin ze leven, en kiezen er dan maar voor om zich met minder belangrijke dingen te profileren.’


Golfterreinen

Toch ziet Folke ook daar goede voorbeelden. ‘Neem nu mijn thuisbasis Stockholm. Om ervoor te kunnen zorgen dat de stad leefbaar blijft, wordt er intussen veel minder in vakjes gedacht over open ruimte. Elk stuk groen, wat ook zijn hoofdfunctie is, wordt nu ingeschakeld om het ecosysteem van de stad gezonder te maken, met recreatiemogelijkheden maar ook schonere lucht en een betere afkoeling. Zelfs golfterreinen.’ Golfclubs, vaak een doorn in het oog van natuurbeschermers, kunnen verbazend veel bijdragen aan ecologisch herstel als ze worden ingericht en onderhouden met oog voor vogels, insecten en bedreigde plantensoorten, zo concludeerde Folke uit een gericht onderzoek.

‘Op veel plekken waar vooruitgang wordt geboekt, is het cruciaal dat het routineuze bestuur wordt doorbroken, dat de overheid bijvoorbeeld niet alleen samenwerkt met de universiteit, maar ook met belangengroepen en commerciële spelers. Een mooie illustratie is het Great Barrier Reef voor de kust van Australië, een schat aan natuurlijke rijkdom die een duidelijke economische waarde heeft als toeristische trekpleister, maar die erg kwetsbaar is geworden door onder meer klimaatverandering. Doordat alle betrokken partijen daar de krachten gebundeld hebben en op een holistische manier het probleem onderzocht hebben, wordt het nu op een werkzame manier beschermd.’


Het nieuwe duurzaam

Dichter bij huis is Rudy Dhont, lector bedrijfsethiek aan UC Leuven-Limburg, een veerkrachtdenker te noemen. ‘Je zou kunnen spreken van drie fasen in het denken over onze ecologische grenzen’, zegt hij. ‘Eerst hadden we het vooral over duurzaamheid: een woord dat impliceert dat je vooral dingen wilt laten voortbestaan. Daarna maakte het woord transitie opgang, letterlijk “overgang”. Soms werden de zaken daarbij voorgesteld alsof we simpelweg van een ongewenste situatie naar een gewenste situatie kunnen gaan. Maar ook dat is natuurlijk vaak te mooi om waar te zijn. Daarom is veerkracht een interessanter en realistischer streefdoel. Want we zullen nooit in een wereld leven waarin alle problemen opgelost zijn.’


DS, 04-02-2015 ( Dorien Knockaert)