Barst
24th December 2005, 16:11
Natuurgeweld wreder voor kwetsbare mens
ROTTERDAM, 24 DEC. De natuur leek het afgelopen jaar wreder dan in andere jaren. Is dat daadwerkelijk zo, of is de mensheid kwetsbaarder geworden voor natuurgeweld?
In Zuid-Europa heerste deze zomer de hevigste droogte van de laatste zestig jaar, de Atlantische Oceaan kende het drukste orkaanseizoen sinds de registratie begon, en er viel een ‘recordaantal’ doden door natuurrampen. De natuur leek het afgelopen jaar, de laatste dagen van 2004 meegerekend, wreder dan in andere jaren. Was dat ook zo?
In sommige opzichten was het afgelopen jaar een statistische uitzondering. Vooral door de tsunami (ruim 230.000 doden) en de aardbeving op 8 oktober in Zuid-Azië (bijna 80.000 doden) steeg het aantal mensen dat rechtstreeks door natuurgeweld omkwam tot boven de 300.000. Dat gebeurde voor het laatst in 1970, toen bij een cycloon in één klap 300.000 Bengalen omkwamen. Deze gegevens zeggen niets over ‘de staat van de aarde’. De tsunami had een kracht waarvan wetenschappers nu schatten dat die statistisch gezien eens per 500 jaar plaatsheeft. Het aantal zware aardbevingen (ten minste kracht 7 op de schaal van Richter) schommelt tussen nul en veertig per jaar en is gemiddeld 19,5. Dit jaar waren het er elf.
In andere opzichten is wel sprake van een trend. De afgelopen vijftien tot twintig jaar is er een duidelijke toename in het aantal overstromingen, droogtes en orkanen, de zogenoemde hydrometeorologische rampen. Ook worden de orkanen krachtiger. Dat zegt Debby Guha-Sapir, hoogleraar Volksgezondheid aan de Katholieke Universiteit van Leuven (België) en directeur van het onderzoekscentrum dat natuurrampen registreert. De toename van ‘waterrampen’ is mogelijk gerelateerd aan klimaatverandering.
Vooral voor droogtes geldt dat de manier waarop de bevolking het land gebruikt van grote invloed is. „In de Sahel bijvoorbeeld hebben nomaden steeds minder bewegingsruimte, onder andere door het groeiend aantal grote landbouwbedrijven. In plaats van na één jaar komen ze nu na zeven of acht maanden op dezelfde plaats terug, waardoor de door het vee weggegrazen begroeiing zich niet goed kan herstellen. Daardoor is de verdamping groter en neemt de droogte toe”, zegt Guha-Sapir. Overstromingen worden onder andere bevorderd door ontbossing en ‘verharding’, de toenemende bebouwing van het aardoppervlak, waardoor water niet in de grond kan trekken.
Een belangrijker vraag is of de mensheid kwetsbaarder is geworden voor de natuur. Uit natuurgeweld ontstaat pas een ramp als de mens er onder te lijden heeft. Toen de orkaan Katrina in augustus de Verenigde Staten bedreigde, waren er tegelijkertijd nog zes andere orkanen actief boven de oceanen, waar we uiteindelijk weinig van merkten.
Het aantal mensen dat direct door een natuurramp is getroffen – dat wil zeggen dat het water in hun huis stond, niet dat ze een omweg moesten maken naar hun werk als gevolg van een overstroming – is de laatste dertig jaar bijna verviervoudigd. De bevolkingsgroei heeft er toe geleid dat er bij de aardbeving in het Indiase Gujarat in 2001 vier keer zoveel doden vielen als twintig jaar geleden het geval zou zijn geweest, schat Guha-Sapir. Kwetsbare gebieden, zoals de laaggelegen kuststroken van het Indonesische Atjeh en vulkaanhellingen, worden steeds intensiever bewoond.
De grote en mediagenieke rampen van het afgelopen jaar – de tsunami, de orkaan Katrina die de Amerikaanse stad New Orleans verwoestte en de aardbeving in India en Pakistan – hebben een blijvende indruk gemaakt op de beleidsmakers in de wereld, denkt Guha-Sapir. Het besef lijkt doorgedrongen dat het gegeven dat een tsunami als vorig jaar statistisch gezien eens per 500 jaar plaatsheeft, nog niet betekent dat er morgen niet weer een kan zijn.
Deze week was er in Washington een bijeenkomst van de Wereldbank waar deskundigen zich bogen over de vraag hoe ze het voorkomen van en voorbereid zijn op natuurrampen kunnen opnemen in het ontwikkelingsbeleid voor arme landen. „De beste manier om het belang daarvan te laten zien is om in geld uit te drukken wat het alternatief voor actie is”, aldus Guha-Sapir. „De Wereldbank en andere grote donoren zien hoe in de afgelopen vijf tot tien jaar door hen aangelegde grote infrastructuurprojecten worden verwoest door natuurgeweld. Dat zijn hele tastbare verliezen.”
Een andere harde leerschool is om zichtbaar te maken hoeveel lager het nationaal inkomen uitvalt als gevolg van een natuurramp. De Wereldbank berekende dat de 3,15 miljard dollar die China de afgelopen veertig jaar heeft geïnvesteerd in bescherming tegen overstromingen het land 12 miljard aan economische verliezen heeft bespaard. De Europese Unie heeft pnlangs een onderzoeksafdeling opgericht waarin kwetsbare landen in het zuiden en technologisch ontwikkelde landen in het noorden samenwerken aan een betere voorbereiding op natuurrampen.
Hoe die voorbereiding eruit moet zien, is in veel gevallen nog onduidelijk. Mensen weghouden uit van nature kwetsbare gebieden is in veel gevallen geen optie. „De bewoners van de helling van de Filippijnse Pinatubo-vulkaan waren zes weken na de uitbarsting in 1991, waarbij 850 doden vielen, terug om de vruchtbare grond te bewerken”, aldus Guha-Sapir.
De Leuvense hoogleraar is een groot tegenstander van het tsunami-waarschuwingssysteem dat momenteel ontwikkeld wordt voor de Indische Oceaan. Een 53 miljoen dollar kostend hoogtechnologisch systeem van boeien die via satellieten waarschuwingssignalen uitzenden, moet de bevolking in staat stellen tijdig een veilig heenkomen te zoeken.
Guha-Sapir: ,,Er is nog niet goed nagedacht over hoe die mensen moeten wegkomen, en vooral waar ze naar toe kunnen vluchten. Het gaat hier om de armste mensen op aarde. Die zouden beter geholpen zijn met een vaccinatieprogramma tegen mazelen. Wetenschappers gebruiken de tsunami nu als excuus voor meer hoogtechnologisch onderzoek.”
NRC, 24 december 2005
ROTTERDAM, 24 DEC. De natuur leek het afgelopen jaar wreder dan in andere jaren. Is dat daadwerkelijk zo, of is de mensheid kwetsbaarder geworden voor natuurgeweld?
In Zuid-Europa heerste deze zomer de hevigste droogte van de laatste zestig jaar, de Atlantische Oceaan kende het drukste orkaanseizoen sinds de registratie begon, en er viel een ‘recordaantal’ doden door natuurrampen. De natuur leek het afgelopen jaar, de laatste dagen van 2004 meegerekend, wreder dan in andere jaren. Was dat ook zo?
In sommige opzichten was het afgelopen jaar een statistische uitzondering. Vooral door de tsunami (ruim 230.000 doden) en de aardbeving op 8 oktober in Zuid-Azië (bijna 80.000 doden) steeg het aantal mensen dat rechtstreeks door natuurgeweld omkwam tot boven de 300.000. Dat gebeurde voor het laatst in 1970, toen bij een cycloon in één klap 300.000 Bengalen omkwamen. Deze gegevens zeggen niets over ‘de staat van de aarde’. De tsunami had een kracht waarvan wetenschappers nu schatten dat die statistisch gezien eens per 500 jaar plaatsheeft. Het aantal zware aardbevingen (ten minste kracht 7 op de schaal van Richter) schommelt tussen nul en veertig per jaar en is gemiddeld 19,5. Dit jaar waren het er elf.
In andere opzichten is wel sprake van een trend. De afgelopen vijftien tot twintig jaar is er een duidelijke toename in het aantal overstromingen, droogtes en orkanen, de zogenoemde hydrometeorologische rampen. Ook worden de orkanen krachtiger. Dat zegt Debby Guha-Sapir, hoogleraar Volksgezondheid aan de Katholieke Universiteit van Leuven (België) en directeur van het onderzoekscentrum dat natuurrampen registreert. De toename van ‘waterrampen’ is mogelijk gerelateerd aan klimaatverandering.
Vooral voor droogtes geldt dat de manier waarop de bevolking het land gebruikt van grote invloed is. „In de Sahel bijvoorbeeld hebben nomaden steeds minder bewegingsruimte, onder andere door het groeiend aantal grote landbouwbedrijven. In plaats van na één jaar komen ze nu na zeven of acht maanden op dezelfde plaats terug, waardoor de door het vee weggegrazen begroeiing zich niet goed kan herstellen. Daardoor is de verdamping groter en neemt de droogte toe”, zegt Guha-Sapir. Overstromingen worden onder andere bevorderd door ontbossing en ‘verharding’, de toenemende bebouwing van het aardoppervlak, waardoor water niet in de grond kan trekken.
Een belangrijker vraag is of de mensheid kwetsbaarder is geworden voor de natuur. Uit natuurgeweld ontstaat pas een ramp als de mens er onder te lijden heeft. Toen de orkaan Katrina in augustus de Verenigde Staten bedreigde, waren er tegelijkertijd nog zes andere orkanen actief boven de oceanen, waar we uiteindelijk weinig van merkten.
Het aantal mensen dat direct door een natuurramp is getroffen – dat wil zeggen dat het water in hun huis stond, niet dat ze een omweg moesten maken naar hun werk als gevolg van een overstroming – is de laatste dertig jaar bijna verviervoudigd. De bevolkingsgroei heeft er toe geleid dat er bij de aardbeving in het Indiase Gujarat in 2001 vier keer zoveel doden vielen als twintig jaar geleden het geval zou zijn geweest, schat Guha-Sapir. Kwetsbare gebieden, zoals de laaggelegen kuststroken van het Indonesische Atjeh en vulkaanhellingen, worden steeds intensiever bewoond.
De grote en mediagenieke rampen van het afgelopen jaar – de tsunami, de orkaan Katrina die de Amerikaanse stad New Orleans verwoestte en de aardbeving in India en Pakistan – hebben een blijvende indruk gemaakt op de beleidsmakers in de wereld, denkt Guha-Sapir. Het besef lijkt doorgedrongen dat het gegeven dat een tsunami als vorig jaar statistisch gezien eens per 500 jaar plaatsheeft, nog niet betekent dat er morgen niet weer een kan zijn.
Deze week was er in Washington een bijeenkomst van de Wereldbank waar deskundigen zich bogen over de vraag hoe ze het voorkomen van en voorbereid zijn op natuurrampen kunnen opnemen in het ontwikkelingsbeleid voor arme landen. „De beste manier om het belang daarvan te laten zien is om in geld uit te drukken wat het alternatief voor actie is”, aldus Guha-Sapir. „De Wereldbank en andere grote donoren zien hoe in de afgelopen vijf tot tien jaar door hen aangelegde grote infrastructuurprojecten worden verwoest door natuurgeweld. Dat zijn hele tastbare verliezen.”
Een andere harde leerschool is om zichtbaar te maken hoeveel lager het nationaal inkomen uitvalt als gevolg van een natuurramp. De Wereldbank berekende dat de 3,15 miljard dollar die China de afgelopen veertig jaar heeft geïnvesteerd in bescherming tegen overstromingen het land 12 miljard aan economische verliezen heeft bespaard. De Europese Unie heeft pnlangs een onderzoeksafdeling opgericht waarin kwetsbare landen in het zuiden en technologisch ontwikkelde landen in het noorden samenwerken aan een betere voorbereiding op natuurrampen.
Hoe die voorbereiding eruit moet zien, is in veel gevallen nog onduidelijk. Mensen weghouden uit van nature kwetsbare gebieden is in veel gevallen geen optie. „De bewoners van de helling van de Filippijnse Pinatubo-vulkaan waren zes weken na de uitbarsting in 1991, waarbij 850 doden vielen, terug om de vruchtbare grond te bewerken”, aldus Guha-Sapir.
De Leuvense hoogleraar is een groot tegenstander van het tsunami-waarschuwingssysteem dat momenteel ontwikkeld wordt voor de Indische Oceaan. Een 53 miljoen dollar kostend hoogtechnologisch systeem van boeien die via satellieten waarschuwingssignalen uitzenden, moet de bevolking in staat stellen tijdig een veilig heenkomen te zoeken.
Guha-Sapir: ,,Er is nog niet goed nagedacht over hoe die mensen moeten wegkomen, en vooral waar ze naar toe kunnen vluchten. Het gaat hier om de armste mensen op aarde. Die zouden beter geholpen zijn met een vaccinatieprogramma tegen mazelen. Wetenschappers gebruiken de tsunami nu als excuus voor meer hoogtechnologisch onderzoek.”
NRC, 24 december 2005