PDA

Bekijk de volledige versie : Onderscheid feiten en fictie moeilijk voor religieuze kinderen


Elien.S*mers
27th November 2014, 10:32
Onderscheid feiten en fictie moeilijk voor religieuze kinderen

24/07/2014 om 16:35

Kinderen die te maken krijgen met religie, hebben moeite om feiten en fictie uit elkaar te houden. Dat blijkt uit een Amerikaanse studie die in Cognitive Science gepubliceerd werd.

Als jonge kinderen worden blootgesteld aan religie - in het gezin of via onderwijs bijvoorbeeld - kunnen zij moeilijker het onderscheid maken tussen feiten en fictie. Zo besluit een Amerikaanse studie die gepubliceerd werd in Cognitive Science.

De studie werd uitgevoerd bij een gemengde groep van vijf- en zesjarigen die zowel naar publieke als naar religieuze (aan een parochie gebonden) scholen gingen. De kinderen kregen verhalen uit drie verschillende thema's voorgeschoteld: religie, fantasie of realisme. De bedoeling was om na te gaan hoe goed ze verhalen die onmogelijke elementen bevatten, konden klasseren onder de noemer fictie.

Praten met dieren

Bij elk type verhaal moesten de kinderen bepalen of het hoofdpersonage echt of verzonnen was. In realistische verhalen die enkel banale, dagelijkse gebeurtenissen bevatten, erkenden alle kinderen ongeacht hun achtergrond of scholing dat de protagonist een echt persoon was.

Toen de kinderen echter religieuze verhalen voorgeschoteld kregen, was er een groot verschil merkbaar in de categorisering van de protagonist. Kinderen die naar de kerk gingen of religieus onderwijs volgden, dachten dat het hoofdpersonage - dat onmogelijke dingen met goddelijke tussenkomst meemaakte, zoals Jezus die water in wijn verandert - echt was. De kinderen die een seculiere achtergrond hadden, erkenden dat het om een fictief personage ging.

Uiteindelijk bleek de opvoeding van de kinderen ook invloed te hebben op de beoordeling van fantasieverhalen. In die categorie maakte de protagonist onmogelijke gebeurtenissen mee waarbij magische elementen een rol speelden. Ook als de irreële gebeurtenissen niet gelinkt werden aan magie, konden de religieuze kinderen het verhaal moeilijker als fictie klasseren.

Uit het onderzoek bij de 66 jonge deelnemers bleek dat de kinderen die vaak naar de kerk gingen of religieus onderwijs volgden, beduidend veel meer moeite hadden om bovennatuurlijke elementen - zoals praten met dieren - als fictie te identificeren.

Voorkeur voor onmogelijke

De resultaten van de studie suggereren dat de blootstelling aan religieuze ideeën een grote invloed heeft op het onderscheid tussen realiteit en fictie bij kinderen, niet enkele bij religieuze verhalen, maar ook bij fantasie.

De studie wijst nu vroegere hypotheses van de hand die beweerden dat kinderen 'geboren gelovers' zijn. De onderzoekers menen dat 'religieus onderwijs en vooral de blootstelling aan mirakelverhalen, kinderen algemeen ontvankelijker maakt voor onmogelijke dingen. Dat wil zeggen dat ze sneller geloven dat het onmogelijke toch mogelijk is en dat bovendien de voorkeur krijgt boven gewone causale relaties.

Bron: Knack
http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/onderscheid-feiten-en-fictie-moeilijk-voor-religieuze-kinderen/article-normal-267317.html

Eigen mening: Het lijkt me geen goede zaak dat kinderen gaan geloven dat onmogelijke dingen toch mogelijk zijn. Hierdoor kunnen ze gaan zweven. Men schrijft hier in het artikel dat de oorzaak zou liggen bij de opvoeding en het onderwijs. Het katholieke onderwijs legt een nadruk op de religieuze verhalen, maar uit eigen ervaring weet ik dat dit onderwijs er ook voor streeft om de kinderen bij te brengen dat het een symbolische betekenis heeft. Hoe de opvoeding gebeurt, is voor elk kind anders. Het zou verstandig zijn van de ouders als ze hun kinderen erin oefenen een goed onderscheid te maken en ook het symbolische aan te brengen. Ik denk dat het een belangrijk aspect is om kinderen het onderscheid duidelijk aan te leren. Naar mijn mening gaan er anders misverstanden ontstaan. Ik vermoed ook dat dit artikel een sterke veralgemening maakt. Het is niet omdat enkele jongeren het onderscheid niet kunnen maken en toevallig religieus zijn, dat er onmiddellijk een link moet worden gelegd. Religie is niet slecht en het lijkt alsof men in het artikel religie wil afschrijven. Ik ben er niet mee eens dat katholiek onderwijs of een religie thuis er rechtstreeks voor zou zorgen dat kinderen algemeen ontvankelijker zouden zijn voor onmogelijke dingen. Kinderen kunnen ook met religie een duidelijk onderscheid maken, als het hen (indien ze erg jong zijn) maar wordt aangeleerd via onderwijs en gezin.