Arne.s*mons
7th November 2014, 12:43
Olivier Dachkin, de grootste kappersketen van ons land, heeft zijn personeel een verbod opgelegd om met de klanten gesprekken te voeren over politiek en religie. ‘Daar komt alleen maar discussie van’, luidt de redenering. Als een klant er zelf over begint, moet de kapper het gesprek snel afleiden naar een ander onderwerp, zoals het weer. Dat schrijft Het Nieuwsblad.
De klanten van Olivier Dachkin in het Wijnegem Shopping Center weten van niets tijdens de knipbeurt, maar in de personeels- en privéruimte hangt de richtlijn in grote letters geafficheerd op een A4: Verboden met klanten en collega’s te praten over politiek en religie. En ook in andere filialen van de keten rust een taboe op beide onderwerpen, al wordt het daar niet als dusdanig geafficheerd, zo leert navraag.
‘We moeten neutraal zijn’, verdedigt een van de leidinggevenden van Olivier Dachkin de instructie. ‘Als een klant bijvoorbeeld stemt op SP.A en een van onze kapsters is een andere partij genegen, dan kan dat leiden tot een discussie. En dat willen we vermijden. Je mag een kapsalon niet vergelijken met een café, waar aan de toog wordt geredetwist. Waarom gaan we naar de kapper? Om even te relaxen en met een goed gevoel naar huis te gaan.’
Olivier Dachkin is de grootste kappersketen van ons land, met ruim zestig salons. In de zaak zelf hangt de richtlijn niet uit. Wat als een klant nietsvermoedend over Bart De Wever of Allah begint? ‘Dan verwachten we van onze kappers dat ze het gesprek snel afleiden naar een ander onderwerp, zoals het weer. Of door sussend te zeggen: Het is maar politiek. Wat gaan we met je kapsel doen?’, zegt de topman.
Knokken om te overleven
Een expliciet verbod op gespreksonderwerpen is, volgens de Unie van Belgische Kappers, nieuw in de sector. ‘Maar ik kan de bedrijfsleiding wel begrijpen’, zegt bestuurslid Jef Vermeulen. ‘Elke kapper moet harder dan ooit knokken om te overleven. Twintig jaar geleden liet de Belg gemiddeld negentien keer per jaar zijn haar knippen, nu nog maar vijf keer. Het zou zonde zijn om klanten te verliezen wegens een discussie of zelfs ruzie.’
Vermeulen verwacht echter niet dat de instructie van Olivier Dachkin wijd verspreid zal geraken in de branche. ‘In een kapsalon wordt nu eenmaal gesproken over de actualiteit van de dag. Vandaag (gisteren, nvdr.) is dat de nationale staking. In de zomer waren dat de Rode Duivels. En na een verkiezing gaat het onvermijdelijk over de politiek. Een kapper moet weten wanneer hij moet luisteren en vooral wanneer hij moet zwijgen. Hij is in die zin een psycholoog.’
Volgens een van de topmannen van Olivier Dachkin komen in de kappersstoel politiek en godsdienst sowieso nauwelijks ter sprake. ‘Ervaring leert dat klanten het liefst over hun gezin en vrienden praten, en over vakantie en verzorging.’
Bron: De Standaard 7/11/2014
http://www.standaard.be/cnt/dmf20141107_01363456
De klanten van Olivier Dachkin in het Wijnegem Shopping Center weten van niets tijdens de knipbeurt, maar in de personeels- en privéruimte hangt de richtlijn in grote letters geafficheerd op een A4: Verboden met klanten en collega’s te praten over politiek en religie. En ook in andere filialen van de keten rust een taboe op beide onderwerpen, al wordt het daar niet als dusdanig geafficheerd, zo leert navraag.
‘We moeten neutraal zijn’, verdedigt een van de leidinggevenden van Olivier Dachkin de instructie. ‘Als een klant bijvoorbeeld stemt op SP.A en een van onze kapsters is een andere partij genegen, dan kan dat leiden tot een discussie. En dat willen we vermijden. Je mag een kapsalon niet vergelijken met een café, waar aan de toog wordt geredetwist. Waarom gaan we naar de kapper? Om even te relaxen en met een goed gevoel naar huis te gaan.’
Olivier Dachkin is de grootste kappersketen van ons land, met ruim zestig salons. In de zaak zelf hangt de richtlijn niet uit. Wat als een klant nietsvermoedend over Bart De Wever of Allah begint? ‘Dan verwachten we van onze kappers dat ze het gesprek snel afleiden naar een ander onderwerp, zoals het weer. Of door sussend te zeggen: Het is maar politiek. Wat gaan we met je kapsel doen?’, zegt de topman.
Knokken om te overleven
Een expliciet verbod op gespreksonderwerpen is, volgens de Unie van Belgische Kappers, nieuw in de sector. ‘Maar ik kan de bedrijfsleiding wel begrijpen’, zegt bestuurslid Jef Vermeulen. ‘Elke kapper moet harder dan ooit knokken om te overleven. Twintig jaar geleden liet de Belg gemiddeld negentien keer per jaar zijn haar knippen, nu nog maar vijf keer. Het zou zonde zijn om klanten te verliezen wegens een discussie of zelfs ruzie.’
Vermeulen verwacht echter niet dat de instructie van Olivier Dachkin wijd verspreid zal geraken in de branche. ‘In een kapsalon wordt nu eenmaal gesproken over de actualiteit van de dag. Vandaag (gisteren, nvdr.) is dat de nationale staking. In de zomer waren dat de Rode Duivels. En na een verkiezing gaat het onvermijdelijk over de politiek. Een kapper moet weten wanneer hij moet luisteren en vooral wanneer hij moet zwijgen. Hij is in die zin een psycholoog.’
Volgens een van de topmannen van Olivier Dachkin komen in de kappersstoel politiek en godsdienst sowieso nauwelijks ter sprake. ‘Ervaring leert dat klanten het liefst over hun gezin en vrienden praten, en over vakantie en verzorging.’
Bron: De Standaard 7/11/2014
http://www.standaard.be/cnt/dmf20141107_01363456