PDA

Bekijk de volledige versie : De dorpsschool is niet meer


Barst
12th December 2005, 00:37
De dorpsschool is niet meer


Nu de samenleving zo razendsnel verandert, zijn onderwijsmanagers juist hard nodig om scholen steeds op koers te houden.


In zijn artikel (Trouw, 6 december) legt Martin Slagter de schuld van de geringe taalvaardigheid van leerlingen neer bij de onderwijsvernieuwingen van de laatste jaren en de onderwijsmanagers. Die moeten maar weer voor de klas gaan staan. Zijn analyse klopt niet en daardoor is zijn oplossing niet meer van deze tijd.

De school van tegenwoordig staat midden in de maatschappij. Alle ontwikkelingen zijn dus in de school merkbaar. Zo hebben wij in de jaren zeventig gekozen voor hoger onderwijs voor velen. Ging in de jaren zestig zo'n 10 procent van de leerlingen naar een HBS of Gymnasium, thans gaat 40 procent naar havo of vwo. Je kunt niet van scholen vragen een veelvoud aan leerlingen een diploma te laten halen met hetzelfde eindniveau als in de jaren zestig. Ook krijgen we veel leerlingen met een taalachterstand. We kunnen dat als school niet beïnvloeden.

Kinderen leven in een netwerksamenleving. Ze worden niet meer autoritair opgevoed. Ze mogen thuis meepraten en meebeslissen. Dan kun je niet meer van hen verwachten dat zij optimaal leren in een autoritair klassikaal systeem.

De kennissamenleving stelt hogere, en andere eisen aan de leerlingen die we als school afleveren. Iets weten en kennen is niet meer genoeg. Het gaat ook om flexibiliteit in de toepassing van kennis. De leerling is geen grondstof of halfproduct dat moet worden voorzien van kennis om tot eindproduct te komen. Hij is zelf een producent van kennis. Hij kan alleen een plaats vinden in de maatschappij als hij snel kan veranderen, als hij samen met zijn docenten en andere leerlingen zijn competenties kan ontwikkelen en inzetten. De hoeveelheid kennis neemt explosief toe, bestaande kennis veroudert steeds sneller. De maatschappij is op dit moment niet in staat om het onderwijs aan te geven welke basiskennis elke scholier moet hebben.

Alle schoolleiders weer voor de klas zetten is dus geen oplossing. En we kunnen ze niet meer missen.

In de jaren negentig kregen scholen steeds meer verantwoordelijkheden. Als schoolleider heb ik een jaar lump-sum budget van €13 miljoen. Daarmee moet ik onderwijs bieden aan 2350 leerlingen, zorgen voor 269 personeelsleden, 7 gebouwen met inventaris onderhouden en reserves aanleggen voor ziekte en ontslag en ’normale’ bedrijfsrisico's. Dat kan ik niet zonder ondersteuning van deskundige staffunctionarissen, locatiedirecties en teamleiders.

Hadden we dus als scholen al een grote autonomie op het gebied van financiën, organisatie en arbeidsvoorwaarden, daar komt nu een grotere beleidsvrijheid op het gebied van onderwijs bij. Dat er op dit moment een overproductie zou zijn aan beleid is niet terecht. Tot enkele jaren terug werd het beleid in Den Haag of Zoetermeer gemaakt en kwam het in de vorm van een dwingende circulaire op de scholen terecht. Denk aan de invoering van de basisvorming, de leerwegen en de tweede fase. Deze tijd ligt gelukkig achter ons. Scholen hebben voor de vormgeving van de nieuwe onderbouw, de leerwegen en de tweede fase veel ruimte voor eigen beleid. Op dit moment heb ik alle directieleden en teamleiders nodig om', samen met de onze docenten, die ruimte in te vullen. Welk onderwijs past het best bij onze school, bij ons type leerling. Er wordt gelukkig op scholen weer volop gediscussieerd over het onderwijs. Ik heb veel vertrouwen in dit proces. Docenten komen met creatieve ideeën over het juiste evenwicht tussen kennis en vaardigheden en over hoe je leerlingen uitdaagt tot leren. Schoolleiders voeden dit proces met hun kennis, zorgen voor nascholing en zetten de uitkomst om in lessentabellen en aanpassing van de gebouwen.

De tijd van de school in een stabiele omgeving met een homogene leerlingenpopulatie, de dorpsschool, is voorbij en komt niet meer terug. er is geen sprake van een slinger maar van een veranderend systeem dat steeds zoekt naar een nieuw evenwicht.

Jan Klein is voorzitter Centrale Directie De Nuborgh, scholengemeenschap voor vmbo/havo/vwo in Elburg en omstreken.


Trouw, 12-12-2005