I*e Voordeckers
19th September 2014, 10:55
Pleidooi voor toelatingsproef leraar lager onderwijs
Wie begint aan de opleiding leraar lager onderwijs, is er vaak niet klaar voor. De lat ligt immers hoog in de opleiding, gemiddeld haakt 40 procent af tijdens of na het eerste jaar. De visitatiecommissie die de zestien Vlaamse lerarenopleidingen evalueerde, pleit daarom voor een "instroomregulering" tot de opleiding. Dat meldt de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).
De opleidingen leraar lager onderwijs "bieden doorgaans kwaliteitsvolle programma's aan". Maar volgens de vier commissies met nationale en internationale experten die de hogeschoolopleidingen beoordeeld hebben, is de "veelzijdige en pittige job" van leraar niet voor alle startende studenten weggelegd.
De opleiding is veeleisend, klinkt het. "Naast het opbouwen van een behoorlijk taal-, reken- en algemeen kennisniveau, moeten de lerarenopleidingen hun studenten nadrukkelijk klaarstomen voor een multiculturele samenleving en de snel veranderende wetenschap en technologie. De op de toekomst gerichte leraar moet zich een internationaal georiënteerde, onderzoekende en innovatieve houding eigen maken."
Studenten niet klaar
De experten wijzen erop dat de opleidingen "grote krachtsinspanningen" leveren om de studenten die niet klaar zijn voor de opleiding intensief te begeleiden. Zij vrezen dat dit ten koste gaat van de tijd die in de driejarige opleiding beschikbaar is om alle nodige vaardigheden te bestieren.
Daarom hun pleidooi voor een soort van instroomregulering. "Wie competent is voor de opleiding stroomt door, de anderen moet je heroriënteren", vat Klara De Wilde van de VLUHR - de instantie die de expertenvisitaties ondersteunt en coördineert - samen. "Je hebt een diverse instroom, uit ASO, TSO tot BSO. Niet altijd zijn de startcompetenties aanwezig."
Met het visitatierapport moeten de opleidingen naar de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) stappen om er hun accreditatie te bekomen. Die laat hen toe de opleiding aan te bieden.
Bron: De Morgen, 19/09/2014 (9u31), http://www.demorgen.be/dm/nl/1344/Onderwijs/article/detail/2055560/2014/09/19/Pleidooi-voor-toelatingsproef-leraar-lager-onderwijs.dhtml
Mening:
Als studenten die de opleiding leraar lager onderwijs willen gaan doen een toelatingsproef moeten afleggen vind ik dat dit eveneens bij de opleiding leraar kleuter en secundair onderwijs moet gebeuren.
Zelf ben ik geen voorstander voor een toelatingsproef. Het is niet omdat je beginkennis eerder laag is, dat je de opleiding niet gaat kunnen volbrengen. Een korte schets wat ik hiermee wil zeggen: Je kan in het secundair onderwijs zo weinig wiskunde gehad hebben dat je bijvoorbeeld voor het onderdeel wiskunde niet slaagt tijdens de toelatingsproef. Dit wilt niet zeggen dat als je er door het jaar aan kan werken, dit niet kan verbeteren. Als je iets echt wilt en het lukt niet zo goed, ga je er meer tijd aan besteden zodat het wel lukt.
Niet alle studenten stoppen omdat ze de kennis niet hebben. Regelmatig hoor je wel eens dat ze stoppen omdat de opleiding qua stage en taken te zwaar is. Hierbij dachten de studenten dat ze enkel de kennis moesten hebben deze moesten overbrengen aan de leerlingen.
Wie begint aan de opleiding leraar lager onderwijs, is er vaak niet klaar voor. De lat ligt immers hoog in de opleiding, gemiddeld haakt 40 procent af tijdens of na het eerste jaar. De visitatiecommissie die de zestien Vlaamse lerarenopleidingen evalueerde, pleit daarom voor een "instroomregulering" tot de opleiding. Dat meldt de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).
De opleidingen leraar lager onderwijs "bieden doorgaans kwaliteitsvolle programma's aan". Maar volgens de vier commissies met nationale en internationale experten die de hogeschoolopleidingen beoordeeld hebben, is de "veelzijdige en pittige job" van leraar niet voor alle startende studenten weggelegd.
De opleiding is veeleisend, klinkt het. "Naast het opbouwen van een behoorlijk taal-, reken- en algemeen kennisniveau, moeten de lerarenopleidingen hun studenten nadrukkelijk klaarstomen voor een multiculturele samenleving en de snel veranderende wetenschap en technologie. De op de toekomst gerichte leraar moet zich een internationaal georiënteerde, onderzoekende en innovatieve houding eigen maken."
Studenten niet klaar
De experten wijzen erop dat de opleidingen "grote krachtsinspanningen" leveren om de studenten die niet klaar zijn voor de opleiding intensief te begeleiden. Zij vrezen dat dit ten koste gaat van de tijd die in de driejarige opleiding beschikbaar is om alle nodige vaardigheden te bestieren.
Daarom hun pleidooi voor een soort van instroomregulering. "Wie competent is voor de opleiding stroomt door, de anderen moet je heroriënteren", vat Klara De Wilde van de VLUHR - de instantie die de expertenvisitaties ondersteunt en coördineert - samen. "Je hebt een diverse instroom, uit ASO, TSO tot BSO. Niet altijd zijn de startcompetenties aanwezig."
Met het visitatierapport moeten de opleidingen naar de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) stappen om er hun accreditatie te bekomen. Die laat hen toe de opleiding aan te bieden.
Bron: De Morgen, 19/09/2014 (9u31), http://www.demorgen.be/dm/nl/1344/Onderwijs/article/detail/2055560/2014/09/19/Pleidooi-voor-toelatingsproef-leraar-lager-onderwijs.dhtml
Mening:
Als studenten die de opleiding leraar lager onderwijs willen gaan doen een toelatingsproef moeten afleggen vind ik dat dit eveneens bij de opleiding leraar kleuter en secundair onderwijs moet gebeuren.
Zelf ben ik geen voorstander voor een toelatingsproef. Het is niet omdat je beginkennis eerder laag is, dat je de opleiding niet gaat kunnen volbrengen. Een korte schets wat ik hiermee wil zeggen: Je kan in het secundair onderwijs zo weinig wiskunde gehad hebben dat je bijvoorbeeld voor het onderdeel wiskunde niet slaagt tijdens de toelatingsproef. Dit wilt niet zeggen dat als je er door het jaar aan kan werken, dit niet kan verbeteren. Als je iets echt wilt en het lukt niet zo goed, ga je er meer tijd aan besteden zodat het wel lukt.
Niet alle studenten stoppen omdat ze de kennis niet hebben. Regelmatig hoor je wel eens dat ze stoppen omdat de opleiding qua stage en taken te zwaar is. Hierbij dachten de studenten dat ze enkel de kennis moesten hebben deze moesten overbrengen aan de leerlingen.