Barst
18th September 2014, 21:03
Die Schotten zijn zo kwaad niet
Na vandaag weten we of David Cameron met het referendum over Schotse onafhankelijkheid gegokt en verloren heeft. Als dat zo is, dan hebben de pro-stemmers het gehaald. Een van de Britten die pro zijn, Billy Bragg, heeft zich tijdens de campagne geërgerd aan de benepen reflex van zijn progressieve landgenoten, die elk ‘nationalistisch’ gedachtegoed als kwalijk afserveerden.
Het meest frustrerende in het debat over de Schotse onafhankelijkheid vond ik dat de Engelse linkerzijde maar niet wilde inzien dat er meer dan één soort nationalisme is. Mensen die tijdens een betoging of op een congres de vele varianten van socialisme tot in de kleinste details kunnen uitleggen, zijn niet in staat om een onderscheid te maken in soorten nationalisten.
Onlangs kwam ik iemand tegen die beweerde dat hij geen verschil zag tussen de Scottish National Party (SNP) en de British National Party (BNP). Ik vraag me dan af of dit dezelfde koppigheid is als die waarmee The Daily Mail volhoudt dat iedereen die naar een rechtvaardige samenleving streeft, een stalinist is.
De afgelopen maanden heb ik gediscussieerd met kameraden die niet begrijpen dat iemand die een nieuwe versie schreef voor ‘De Internationale’, voor een onafhankelijk Schotland kan zijn. ‘Je verraadt de Britse arbeidersklasse’, zeggen ze. ‘Waar blijft je internationale solidariteit?’ Het is me een raadsel waarom een stem tegen de gevestigde orde van Westminster een vorm van klassenverraad zou zijn. Dezelfde mensen die in de jaren 80 tegen kernwapens demonstreerden, zeggen nu dat het verkeerd van me is om een beslissing te steunen die Groot-Brittannië kan dwingen om zijn kernwapens op te geven.
Eng en ruimdenkend nationalisme
In Schotland, Wales en Ierland is nationalisme de term die ze op de campagne voor zelfbeschikking hebben geplakt. James Connolly heeft zijn leven gegeven voor de nationalistische zaak. John Maclean was wellicht de grootste vertegenwoordiger van links die Schotland ooit heeft voortgebracht. Hij was voor onafhankelijkheid en voerde campagne voor een Schots parlement. Allebei beseften ze dat de Britse staat zich sterk tegen hervormingen verzette en dat de belangen van de werkende klasse meer gebaat zouden zijn bij een breuk met het Verenigd Koninkrijk. Omdat Engeland er een dominante rol in speelde, voelde het nooit de behoefte om zich te bevrijden van de Britse staat. Het gevolg daar was dat er een nationalisme ontstond dat etnisch van aard was en dat de autochtone bevolking wilde verenigen tegen de vermeende dreiging van buitenstaanders.
In die context hoeft het niet te verbazen dat veel linksen zo voorspelbaar reageren op het woord nationalisme. Het etnische nationalisme van de BNP is zonneklaar: een plan voor een samenleving dat mensen uitsluit op grond van hun ras. Het programma van de SNP neemt een diametraal tegenovergesteld standpunt in: een inclusieve samenleving gebaseerd op waar je woont, niet op waar je vandaan komt.
Dat soort nationalisme getuigt van burgerzin: het idee dat alle burgers betrokken moeten worden bij de besluitvorming over de koers van onze samenleving en niet dat ze om de vier, vijf jaar even het roer mogen aanraken. Het gebruikt daartoe het ‘vieze’ woord nationalisme, omdat democratie op een nationaal niveau de beste kansen biedt op fundamentele verandering.
Het burgerlijk nationalisme groeide voort uit de vruchtbare grond van de Scottish Constitutional Convention (SCC), een alliantie van actievoerders, politici en burgerlijke leiders die in de jaren 80 opkwam voor een Schots parlement. De leden van de SCC kwamen voornamelijk uit de bovenlaag, maar het huidige referendum over onafhankelijkheid heeft veel verschillende groepen in Schotland geïnspireerd om het debat aan te gaan over een betere organisatie van hun samenleving.
Londen heeft het aan zichzelf te danken
Allerlei initiatieven pro onafhankelijkheid hebben de Schotse kiezers een nieuw elan gegeven en ideeën aangedragen voor een rechtvaardigere samenleving, met heel andere prioriteiten dan Westminster gewoonlijk heeft. De deelnemers aan die evenementen zijn geen nationalisten genre Nigel Farage (fulmineren tegen immigranten en klagen over verlies van eigenheid).
Wel zijn het mensen die niet langer gelukkig zijn met de richting die Groot-Brittannië opgaat: omdat de kloof tussen extreme armoede en rijkdom niet wordt aangepakt, omdat de mensen met politieke en economische macht meestal van een privéschool komen, omdat er een xenofobe onderstroom leeft bij de Conservatieven en omdat er bij de Labourpartij te weinig kamerleden uit de arbeidersklasse komen.
In plaats van de ja-campagne af te doen als een bekrompen uiting van minderwaardig nationalisme, zouden de Engelse linkse politici de Schotten beter helpen bij een breuk die tot een hervorming van de gecentraliseerde Britse grondwet kan leiden. Ja, de Schotse parlementsleden, onder wie veel leden van Labour, zullen Westminster moeten verlaten. Maar het idee dat de Tories daardoor automatisch een meerderheid krijgen, is bangmakerij. Er zijn sinds 1945 maar twee Labour-regeringen geweest die de Schotse stemmen nodig hadden voor een meerderheid.
Als er na de onafhankelijkheid gediscussieerd wordt over het bestuur van de resterende delen van het VK, wordt de kleinere rol van Engeland een factor van betekenis. Regionale parlementen op basis van evenredige vertegenwoordiging en met bevoegdheden zoals het Schotse Holyrood-parlement bieden de mogelijkheid om iets te doen aan de ongelijkheid die tussen Londen en de rest van het land ontstaan is.
Steun voor de Schotse zelfbeschikking stemt overeen met een oude, progressieve traditie die tot diep in de Engelse geschiedenis teruggaat: een koppige vastberadenheid om degenen met al te veel macht om rekenschap te vragen. Als we tijdens de constitutionele regeling na het referendum in Engeland die traditie herontdekken, kunnen we misschien dat etnische nationalisme aanpakken met een golf van burgerlijk engagement die een rechtvaardiger samenleving kan inhouden voor iedereen.
© The Guardian, in DS, 18-09-2014
Billy Bragg is een Engelse zanger
Na vandaag weten we of David Cameron met het referendum over Schotse onafhankelijkheid gegokt en verloren heeft. Als dat zo is, dan hebben de pro-stemmers het gehaald. Een van de Britten die pro zijn, Billy Bragg, heeft zich tijdens de campagne geërgerd aan de benepen reflex van zijn progressieve landgenoten, die elk ‘nationalistisch’ gedachtegoed als kwalijk afserveerden.
Het meest frustrerende in het debat over de Schotse onafhankelijkheid vond ik dat de Engelse linkerzijde maar niet wilde inzien dat er meer dan één soort nationalisme is. Mensen die tijdens een betoging of op een congres de vele varianten van socialisme tot in de kleinste details kunnen uitleggen, zijn niet in staat om een onderscheid te maken in soorten nationalisten.
Onlangs kwam ik iemand tegen die beweerde dat hij geen verschil zag tussen de Scottish National Party (SNP) en de British National Party (BNP). Ik vraag me dan af of dit dezelfde koppigheid is als die waarmee The Daily Mail volhoudt dat iedereen die naar een rechtvaardige samenleving streeft, een stalinist is.
De afgelopen maanden heb ik gediscussieerd met kameraden die niet begrijpen dat iemand die een nieuwe versie schreef voor ‘De Internationale’, voor een onafhankelijk Schotland kan zijn. ‘Je verraadt de Britse arbeidersklasse’, zeggen ze. ‘Waar blijft je internationale solidariteit?’ Het is me een raadsel waarom een stem tegen de gevestigde orde van Westminster een vorm van klassenverraad zou zijn. Dezelfde mensen die in de jaren 80 tegen kernwapens demonstreerden, zeggen nu dat het verkeerd van me is om een beslissing te steunen die Groot-Brittannië kan dwingen om zijn kernwapens op te geven.
Eng en ruimdenkend nationalisme
In Schotland, Wales en Ierland is nationalisme de term die ze op de campagne voor zelfbeschikking hebben geplakt. James Connolly heeft zijn leven gegeven voor de nationalistische zaak. John Maclean was wellicht de grootste vertegenwoordiger van links die Schotland ooit heeft voortgebracht. Hij was voor onafhankelijkheid en voerde campagne voor een Schots parlement. Allebei beseften ze dat de Britse staat zich sterk tegen hervormingen verzette en dat de belangen van de werkende klasse meer gebaat zouden zijn bij een breuk met het Verenigd Koninkrijk. Omdat Engeland er een dominante rol in speelde, voelde het nooit de behoefte om zich te bevrijden van de Britse staat. Het gevolg daar was dat er een nationalisme ontstond dat etnisch van aard was en dat de autochtone bevolking wilde verenigen tegen de vermeende dreiging van buitenstaanders.
In die context hoeft het niet te verbazen dat veel linksen zo voorspelbaar reageren op het woord nationalisme. Het etnische nationalisme van de BNP is zonneklaar: een plan voor een samenleving dat mensen uitsluit op grond van hun ras. Het programma van de SNP neemt een diametraal tegenovergesteld standpunt in: een inclusieve samenleving gebaseerd op waar je woont, niet op waar je vandaan komt.
Dat soort nationalisme getuigt van burgerzin: het idee dat alle burgers betrokken moeten worden bij de besluitvorming over de koers van onze samenleving en niet dat ze om de vier, vijf jaar even het roer mogen aanraken. Het gebruikt daartoe het ‘vieze’ woord nationalisme, omdat democratie op een nationaal niveau de beste kansen biedt op fundamentele verandering.
Het burgerlijk nationalisme groeide voort uit de vruchtbare grond van de Scottish Constitutional Convention (SCC), een alliantie van actievoerders, politici en burgerlijke leiders die in de jaren 80 opkwam voor een Schots parlement. De leden van de SCC kwamen voornamelijk uit de bovenlaag, maar het huidige referendum over onafhankelijkheid heeft veel verschillende groepen in Schotland geïnspireerd om het debat aan te gaan over een betere organisatie van hun samenleving.
Londen heeft het aan zichzelf te danken
Allerlei initiatieven pro onafhankelijkheid hebben de Schotse kiezers een nieuw elan gegeven en ideeën aangedragen voor een rechtvaardigere samenleving, met heel andere prioriteiten dan Westminster gewoonlijk heeft. De deelnemers aan die evenementen zijn geen nationalisten genre Nigel Farage (fulmineren tegen immigranten en klagen over verlies van eigenheid).
Wel zijn het mensen die niet langer gelukkig zijn met de richting die Groot-Brittannië opgaat: omdat de kloof tussen extreme armoede en rijkdom niet wordt aangepakt, omdat de mensen met politieke en economische macht meestal van een privéschool komen, omdat er een xenofobe onderstroom leeft bij de Conservatieven en omdat er bij de Labourpartij te weinig kamerleden uit de arbeidersklasse komen.
In plaats van de ja-campagne af te doen als een bekrompen uiting van minderwaardig nationalisme, zouden de Engelse linkse politici de Schotten beter helpen bij een breuk die tot een hervorming van de gecentraliseerde Britse grondwet kan leiden. Ja, de Schotse parlementsleden, onder wie veel leden van Labour, zullen Westminster moeten verlaten. Maar het idee dat de Tories daardoor automatisch een meerderheid krijgen, is bangmakerij. Er zijn sinds 1945 maar twee Labour-regeringen geweest die de Schotse stemmen nodig hadden voor een meerderheid.
Als er na de onafhankelijkheid gediscussieerd wordt over het bestuur van de resterende delen van het VK, wordt de kleinere rol van Engeland een factor van betekenis. Regionale parlementen op basis van evenredige vertegenwoordiging en met bevoegdheden zoals het Schotse Holyrood-parlement bieden de mogelijkheid om iets te doen aan de ongelijkheid die tussen Londen en de rest van het land ontstaan is.
Steun voor de Schotse zelfbeschikking stemt overeen met een oude, progressieve traditie die tot diep in de Engelse geschiedenis teruggaat: een koppige vastberadenheid om degenen met al te veel macht om rekenschap te vragen. Als we tijdens de constitutionele regeling na het referendum in Engeland die traditie herontdekken, kunnen we misschien dat etnische nationalisme aanpakken met een golf van burgerlijk engagement die een rechtvaardiger samenleving kan inhouden voor iedereen.
© The Guardian, in DS, 18-09-2014
Billy Bragg is een Engelse zanger