Inloggen

Bekijk de volledige versie : Waarom je beter (n)iets fouts zegt


Barst
15th September 2014, 18:16
Eerste hulp bij buitenshuis verdriet


Je vindt vast snel een andere job/vrouw. Hij heeft een goed leven gehad. Je moet het glas halfvol zien. Er is geen gebrek aan clichés als reactie op slecht nieuws. Waarom zijn we na millennia ervaring met ellende nog altijd zo slecht in gepast reageren?


Een verre kennis is ziek. Kanker. Het komt niet meer goed. Ik denk vaak aan haar, en aan haar man, maar ik heb nog geen kaartje geschreven. Geen bloemen laten afleveren. Niet langsgeweest, ook. Niet dat ik het nog niet overwogen of geprobeerd heb. Ik ben al een paar keer aan een mail begonnen en er ligt al twee maanden een mooi kaartje op een hoek van mijn bureau. Maar alles wat ik bedenk, lijkt zo banaal.

Ik zou beter moeten weten. Toen mijn moeder een paar jaar geleden heel plots overleed, vond ik oprecht troost in de vele condoleance-envelopjes. Hoe cliché de teksten en lelijk de foto’s ook waren, het waren kleine vlaggetjes van medeleven waar vrienden, collega’s en buren mee zwaaiden. We denken aan jou, al is het maar die paar seconden dat het duurt om onze naam te schrijven. Niet iedereen stuurde een kaartje, sommige mensen bleven stil. Zoals die vriend die zich in de gang verstopte toen ik bij zijn vrouw binnenliep om de dag voor de begrafenis iets op te pikken. Hij verontschuldigde zich later, hij wist niet wat gezegd en had zich dus liever niet laten zien. Zoals Stijn Meuris in ‘Naar men zegt’ zingt:

Weet je wat ik heb gemerkt

Dat de mens, in wezen toch zo sterk,

zich geen blijf weet met buitenshuis verdriet

Dat hij niks voelt en eigenlijk zelf niks ziet.


Verwarrend

Al klopt dat laatste niet helemaal volgens gezondheidswetenschapper Marieke Janssen, medeauteur van het boekje Kan ik wat voor je doen? ‘Een van de redenen waarom we vaak zo onhandig met verdrietig nieuws omgaan, is net omdat het ons raakt. We zijn sociale dieren en identificeren ons met de mensen om ons heen. Als zij slecht nieuws krijgen, brengt ons dat in de war. We voelen ons onmachtig of verdrietig. Als iemand bijvoorbeeld bestolen wordt of ziek blijkt, willen we graag iets doen om te helpen. Maar dat kunnen we helemaal niet.’

‘Handelingsverlegenheid heet dat in de psychologie. We weten niet goed wat gezegd of gedaan, en omdat we niet echt goed met stilte om kunnen, zeggen we dingen waarvan we denken dat ze de ander troosten. Soms schatten we dat inderdaad verkeerd in. Maar onhandige reacties horen erbij en er is geen standaardformule die in alle situaties werkt. Een verkeerde reactie, die bestaat eigenlijk niet.’

Niet onbelangrijk is dat we volgens Janssen in een relatief veilige wereld leven. ‘We worden niet zo vaak geconfronteerd met ellende, pijn en verdriet. Mensen worden vandaag soms 35 en 40 zonder ooit iemand verloren te hebben. Maar als er slecht nieuws komt, schuurt het leven. Dat gebrek aan ervaring uit zich in onhandigheid en clichés. Bovendien leven we in een cultuur die ervan uitgaat dat ons bestaan maakbaar is en is de confrontatie met iets dat buiten onze controle ligt, moeilijk.’

Dat mensen soms dingen zeggen die helemaal niet troosten, of iets doen wat verrast, is volgens Janssen niet vreemd. We bekijken een gebeurtenis altijd eerst door onze eigen bril. En we gaan ervan uit dat iedereen min of meer reageert zoals wij. Maar dat is niet zo, zegt Janssen. ‘We hebben elk onze eigen persoonlijkheid, geschiedenis, ideeën en emoties. Het is niet omdat jij problemen verwerkt door erover te praten of net door actie te ondernemen, dat de ander dat ook doet. Daar moet je rekening mee houden als iemand je slecht nieuws brengt. Hoe steekt die specifieke persoon in elkaar, en wat heeft die nodig.’

Natuurlijk voelen we mee met onze medemens. Maar de dood van een ouder van een verre kennis kan je doen terugdenken aan wat het overlijden van jouw moeder met jou gedaan heeft en verrassend hevige emoties oproepen. Soms is het daarom moeilijk te voorspellen hoe je zult reageren op iemands slechte nieuws.

Bovendien spelen al eens gemengde gevoelens op. Een gruwelverhaal over een afschuwelijke baas of een ziek kind kan bij jou voor opluchting zorgen omdat jij wel een aangename werkomgeving of een gezond gezin hebt. Dat maakt het volgens Janssen nog moeilijker. Niet vreemd dus dat mensen kunnen bevriezen en niet reageren. Of onbeholpen zijn, ongepaste grapjes maken, hun eigen verhaal vertellen of oplossingen aandragen waar niemand een boodschap aan heeft. Janssens tip: doe gewoon. Maak het jezelf en de anderen niet te moeilijk, probeer geen diepgaande gesprekken te forceren en dring je niet op, maar zoek contact, praat over alledaagse dingen en laat weten dat je er bent.


In cirkels

Het kan nog pijnlijker dan iets verkeerds zeggen, schreef de Amerikaanse psychologe Susan Silk onlangs in een stuk in de Los Angeles Times. Toen ze borstkanker kreeg, wilde ze even liever geen bezoek. Daar was een van haar collega’s niet van gediend. ‘Dit draait niet alleen om jou’, vond zij.

Waarop Silk de cirkeltheorie bedacht. Bekijk een crisissituatie als een verzameling concentrische cirkels, stelt ze voor. In de centrale cirkel zit de persoon die getroffen werd door slecht nieuws. De tweede cirkel is zijn of haar directe omgeving: partner en kinderen. Dan volgen ouders, dichte vrienden, collega’s, kennissen, buren... Elke cirkel is net een stapje verder weg van het epicentrum van de crisis, en jij zit in een van die cirkels. De regel is: troost naar binnen, klaag naar buiten. Praat je met iemand in een kleinere cirkel dan die van jou, dan is je eerste opdracht hulp en troost bieden. Uithuilen en klagen over wat het met jou doet, doe je bij iemand in dezelfde of een grotere cirkel dan de jouwe. Zo voorkom je dat jouw emoties en verwarring een moeilijke situatie nog lastiger maken.


Aan de zijlijn

Geen slecht idee, vindt Marieke Janssen. ‘Wat je altijd voor ogen moet houden, is dat je aan de zijlijn staat als iemands leven in crisis is. Het gaat dan even niet om jou, zelfs niet als jij ook ondersteboven bent. Daarom moet je de ander het tempo laten bepalen en vooral goed luisteren. Als iemand met slecht nieuws komt, en je weet niet wat gezegd, mag je dat eerlijk opbiechten. Je kunt vragen: wat kan ik voor je doen? Soms zijn praktische dingen belangrijker dan mooie woorden. De kinderen van school halen, de was of strijk doen, koken, noem maar op.’

‘Wat mensen op moeilijke emotionele momenten vaak nodig hebben, is rust. En het gevoel dat anderen aan hen denken. Vandaar dat een kaartje of mailtje zo belangrijk kan zijn. Daarmee laat je weten dat je er bent, want wie het moeilijk heeft, voelt zich vaak eenzaam. Een paar lieve woorden zijn dan genoeg om dat gevoel even te verlichten. Verwacht ook niet meteen een reactie. Radiostilte wil niet zeggen dat je bericht niet op prijs gesteld wordt.’

Iets wat ik helemaal herken. Bij het doorlezen van de condoleancekaartjes na mijn moeders begrafenis waren het niet die van mijn dichtste vrienden die me het meest geraakt hebben. Die waren er op hun gebruikelijke manier en in levenden lijve. Het was dat briefje van een vriendin die ik al een tijdje niet meer gezien had en die ook haar moeder was verloren en me liet weten dat stervende ouders sucken. Of dat kaartje van de norse computerman van het mediabedrijf waar ik voor freelance, die nooit veel zei, maar nu heel sec liet weten dat hij wist wat er gebeurd was en dat hij het erg vond. Meer hoefde het echt niet te zijn.


DS, 15-09-2014 (Nathalie Le Blanc)