PDA

Bekijk de volledige versie : Het hart, niet de portemonnee


Barst
5th September 2014, 19:46
Het hart, niet de portemonnee


Om steun te werven voor een separatistisch programma is de belofte van hogere welvaart een ijzersterk wapen. Maar als het er echt op aankomt, zoals in het komende Schotse referendum, geeft dat niet de doorslag, zegt Bart Sturtewagen.


Minder dan veertien dagen nog scheiden ons van 18 september. De kans dat de Schotten die dag na 307 jaar afscheid nemen van het Verenigd Koninkrijk is nog steeds heel klein. Maar de hypothese dat ze dat toch doen is de jongste weken minder onwaarschijnlijk geworden. De kwestie overschrijdt ruimschoots de Britse grenzen. Toch schijnt niemand ernstig met die mogelijkheid rekening te houden.

De geschiedenis van Europa wordt wel vaker vanuit een perifere hoek dooreen geschud. De Eerste Wereldoorlog brak uit na een moordaanslag in het Bosnische Sarajevo. De eerste schermutselingen in de Tweede betroffen een corridor naar de Duitse exclave Dantzig/Gdansk in Polen. De ergste oorlogsdaden sinds de Koude Oorlog deden zich in de jaren negentig opnieuw in de Balkan voor. We wachten bang af of ze door geweld in Oekraïne – waar we op school nooit over hebben geleerd – zullen worden overtroffen.

Als het niet om rechtstreekse conflicten tussen de Europese grootmachten gaat, bestaat de neiging de draagwijdte en de verscheurende kracht van dit soort marginale incidenten aanvankelijk te onderschatten. Voor het begint te dagen wat er werkelijk aan de hand is, heeft de march of folly al een hele weg afgelegd.


Nationaal machismo

Zowel in Londen als in Brussel heerst de overtuiging dat de Schotse kiezers en, als hun referendum er op 9 november komt, de Catalanen, eieren voor hun geld zullen kiezen. De economie is nergens in Europa in goeden doen, zelfs niet bij kampioenen als Duitsland, Nederland of Finland. Regio’s met een sterke groeitraditie, zoals Schotland en Catalonië, mogen dan de stellige indruk hebben dat ze er met een grotere autonomie nog beter zouden voorstaan, zonder risico’s is zo’n avontuur niet.

De belofte van sociaal-economische bevrijding is een ijzersterke factor om steun te verzamelen voor een separatistisch programma. Dat hebben we in Vlaanderen de jongste jaren gezien. Maar het zou een vergissing zijn te denken dat een referendum over onafhankelijkheid beslist wordt met de portemonnee. Er is een hemelsbreed verschil tussen de opbouw van zo’n campagne en het uiteindelijk beslechten ervan. In de aanloop komt het er inderdaad op aan de bevolking te overtuigen van de verhoogde welvaartskansen die een autonome status meebrengt. In de slotfase, als de krachten van het status-quo die stelling ondergraven met angstaanjagende argumenten, gaat het om iets anders. It’s not the economy, stupid!

Te langen leste is het een kwestie van geloof in eigen kunnen en dus van puur patriottisme, wat je ook als nationaal-machismo zou kunnen omschrijven. ‘Wie denken ze wel dat we zijn?’ Het succes van de Yes-campagne in Schotland hangt niet af van hoeveel olie er nog uit de Noordzee kan worden geperst, hoe de kosten van de vergrijzing zullen evolueren en of Schotland het gemeenschappelijke pond al dan niet als betaalmiddel mag blijven gebruiken. Dat zijn praktische, geen fundamentele kwesties. Als het debat op de spits wordt gedreven komt een meerderheid van neen-stemmen in het referendum neer op een zelf toegediende nationale vernedering, een zelfgekozen juk. ‘Als het erop aankomt zijn ze te laf om de weg alleen te gaan.’

Het gaat in het leven van volkeren, net zoals in dat van mensen, veel minder om een calculus van belangen dan we in onze naïviteit de jongste zeventig relatieve vredesjaren zijn gaan geloven. Als het er echt op aankomt, nemen de emotie en de overgeleverde geschiedenis het over. Dat hebben we meegemaakt in de eurocrisis, maar het volstaat een wedstrijd van de Rode Duivels te volgen om het te voelen. Dat is de steeds weer onderschatte oerkracht van het nationalisme, met zijn bundelende maar ook met zijn vernietigende uitwerking. Een sterker wapen bestaat er niet, maar wie er zich van bedient, weet nooit waar hij ermee uitkomt.


Na de Catalanen, de Basken

Denken dat zo’n losgebroken energie met juridische middelen kan worden ingedamd is een illusie. Nu nog beweren Europese bronnen dat het ondenkbaar is dat regio’s die hun onafhankelijkheid uitroepen aanspraak kunnen maken op lidmaatschap van de Unie. Daarvoor is immers de unanieme toestemming van de bestaande lidstaten vereist. Zeker Spanje, onder de uit het franquisme stammende Partido Popular, zou daar voor gaan liggen, heet het. Na de Catalanen komen de Basken.

Interessant is dat in internationale media ook België steevast wordt genoemd als een land dat uit eigenbelang verzet zou bieden aan een eventuele toetreding van Schotland of Catalonië. Dat toont aan hoe snel traditionele schema’s, telkens weer opgediept uit het archief, hun betekenis kunnen verliezen. Het Zweedse België dat ons te wachten staat, zal de nieuwkomers geen strobreed in de weg leggen. Voor de N-VA zijn het immers wegbereiders. Het Belgische standpunt daarover is Bart De Wever ongetwijfeld een crisette waard.

De Europese politieke berekeningen gaan voorlopig niet verder dan de afweging dat een (niet meer zo) Verenigd Koninkrijk zonder het pro-Europese Schotland nog meer geneigd zal zijn voor een exit uit de EU te stemmen in het referendum dat premier Cameron na zijn herverkiezing wil houden.

Maar de vraag of er een Brexit komt, wordt overschaduwd door de mogelijkheid dat sluimerende autonomiestrevingen overal in Europa de kop opsteken. De Unie kan wellicht makkelijker zonder de toch steeds afremmende Britten dan met een groeiende instabiliteit binnen zijn grenzen.

Voor nationalisten die, zoals de N-VA, na hun onafhankelijkheid op een sterk Europa rekenen als beschermende koepel in een onveilige en geglobaliseerde wereld, is dat een dilemma. Hoeveel splitsingen kan de Europese beschermer hebben, alvorens door versplintering ten onder te gaan?


DS, 05-09-2014 (Bart Sturtewagen)