PDA

Bekijk de volledige versie : Onderwijs waarborgt niet langer Amerikaanse Droom


Barst
2nd September 2014, 13:18
Onderwijs waarborgt niet langer Amerikaanse Droom


Ooit was het onderwijs de motor van de Amerikaanse Droom, een springplank naar een hogere sport op de maatschappelijke ladder. Vandaag bepaalt het inkomen van de ouders de kansen in het onderwijs en dus op de arbeidsmarkt.


Voor het eerst in de geschiedenis zitten er morgen meer niet-blanke dan blanke leerlingen op de banken van Amerikaanse openbare scholen. Die ommeslag is vooral te wijten aan de explosieve groei de afgelopen jaren van het aantal latino’s, die nu al 26 procent van de leerlingen uitmaken.

Toch gaat het niet alleen om een demografische evolutie. De instroom van niet-blanken gaat gepaard met een uitstroom van blanke leerlingen. Vandaag is ongeveer één op de tien schoolgaanden ingeschreven in een private school, waar het collegegeld meestal erg hoog ligt. En bijna driekwart van hen is blank.

De cijfers zijn symptomatisch voor de problemen van het onderwijs in de VS, dat niet langer fungeert als de grote éénmaker noch als de grote gelijkmaker.

Ooit was het onderwijs de motor van de Amerikaanse Droom, een springplank naar een hogere sport op de maatschappelijke ladder. Vandaag is het verworden tot een mechanisme dat maatschappelijke status doorgeeft van ouders op kinderen.

Slechts één op de vijf jongeren behaalt een hoger diploma dan zijn ouders. Daarmee is de opwaartse mobiliteit in de VS een van de laagste ter wereld.

Meer zelfs: één op de vijf jongeren tuimelt naar beneden op de opleidingsladder en gaat van school met een lager diploma dan zijn ouders.


Kwaliteit

Waar ligt de oorzaak? Het probleem begint met de kwaliteit van de openbare scholen. Er zijn goede scholen en slechte scholen. De academisch sterke instellingen liggen meestal in duurdere woonwijken en hebben – gezien openbare scholen hoofdzakelijk met lokale belastingen worden gefinancierd – meer middelen om hun leerlingen degelijk voor te bereiden op het toelatingsexamen voor de universiteit.

Het ligt dus voor de hand dat meer kinderen uit rijkere gezinnen in die test slagen.

Maar zelfs als ze een erg hoge score behalen, studeren kinderen uit minder gefortuneerde gezinnen niet noodzakelijk verder. Slechts 44 procent van hen schrijft zich aan een universiteit in, tegenover 80 procent voor de rijkeren. En als ze dan toch naar de unief gaan, komen ze zelden terecht in de meest prestigieuze instellingen, die toegang bieden tot topjobs en toplonen. Een heleboel talent wordt niet aangeboord.

Het feit dat het collegegeld afgelopen decennia duizelingwekkend is gestegen, is niet vreemd aan de ondervertegenwoordiging van armere jongeren in het hoger onderwijs. Studieschulden kunnen een gezin wurgen.

En zo groeit de onderwijskloof tussen arm en rijk. Die trend heeft grote gevolgen omdat de waarde van een universitair diploma afgelopen decennia almaar is toegenomen. In 1980 verdiende een bachelor volgens het studiecentrum Pew Research 30 procent meer dan iemand die slechts een secundair diploma behaalde; in 2013 was dat opgelopen tot 60 procent.


Afgunst

De tijd dat het Amerikaanse hoger onderwijs de afgunst van de wereld opwekte, is voorbij. In internationale vergelijkingen van kennis bengelen Amerikaanse studenten ergens in de middenmoot. De manier waarin het onderwijs evolueert, dreigt nefaste gevolgen te hebben voor de economische kracht van de VS, wat op zijn beurt hun positie als supermacht dreigt te ondermijnen.

Niet alleen is het onderwijs in de VS niet langer de grote gelijkmaker, het fungeert ook niet langer als grote éénmaker. De staatsscholen kneedden doorheen de geschiedenis miljoenen immigranten met de meest diverse achtergrond, verspreid over een heel continent, tot Amerikaan.

Maar als bruin, zwart en blank, arm en rijk, links en rechts, gelovig en seculier niet meer op dezelfde banken zitten en niet meer hetzelfde curriculum volgen, dreigt het land te versplinteren. Tekenend is het intense verzet tegen president Obama’s Common Core, de gemeenschappelijke eindtermen.

De tegenstand komt uit verschillende hoek, maar vooral van degenen die er een middel inzien om de lokale autonomie te ondermijnen ten voordele van het nationale ministerie van Onderwijs.

Die lokale autonomie wordt zo hoog in het vaandel gedragen dat schooldistricten almaar meer hun eigen schoolkalender gaan vastleggen. En daarom is het vandaag (1 september was Labor Day) nog slechts in een kwart van de scholen de eerste schooldag. De rest begon ergens in augustus, tot grote ontsteltenis van de leerkrachten en de toeristische sector.


DS, 02-09-2014 (Evita Neefs)