PDA

Bekijk de volledige versie : School met racisme


Sofie.DeWolf
5th July 2014, 10:05
School met racisme

Als je in de lerarenkamer dingen hoort als ‘weer die bruin’ die te enthousiast zijn, of ’moslims die het hier zouden overnemen als ze de kans hadden’, hoe zouden die leerkrachten zich dan gedragen tegenover hun gekleurde leerlingen, vraagt een anonieme leerkracht zich af.
‘Vaak weet je al genoeg als je de achternaam ziet’, hoorde ik een collega op de laatste schooldag zeggen naar aanleiding van de inschrijvingen voor volgend schooljaar. Instemmend geknik van de leerkrachten rondom haar. Ik stond iets verder en voelde de frustratie opborrelen. Is dat de stempel die deze collega’s op hun leerlingen van andere origine – een aanzienlijk aantal in onze school – kleven? ‘Waarschijnlijk niet goed genoeg.’
Ik vraag me af hoe deze leerkrachten, die er blijkbaar bij voorbaat van uitgaan dat de gemiddelde Ali of Assia nauwelijks kans heeft om het te maken, zich tijdens hun lessen gedragen tegenover deze leerlingen. Vermoedelijk voelt zo’n leerling zoiets wel aan en je kan je afvragen wat dit betekent voor het welbevinden en de motivatie van zo’n tiener. Bovendien zien ook de andere leerlingen hoe dit volwassen rolmodel zich opstelt tegenover Ali. Van een goed voorbeeld gesproken.
Er zijn natuurlijk cijfers die aangeven dat leerlingen van een andere afkomst over het algemeen in ‘minder sterke’ richtingen belanden. Wat daar ook de complexe, dieperliggende oorzaken van zijn (taalachterstand, sociaaleconomische achtergrond, negatieve adviezen), het was niet de bedoeling van mijn collega om die problematiek aan te kaarten.
Een allochtoon met een viool
Dit voorbeeld van vooringenomenheid ten opzichte van gekleurde leerlingen is allerminst een alleenstaand geval in onze school. Een muziekleraar die het toch geen zicht vindt, ‘zo’n allochtoon met een viool’. Een lerares L.O. die klaagt over het feit dat het ‘weer die bruin’ zijn die iets te enthousiast supporteren tijdens een voetbalwedstrijd. En als een andere leraar aangeeft dat ‘de moslims het hier zouden overnemen als ze de kans hadden’, stel ik me vragen over de relatie met zijn islamitische leerlingen. Het lijstje met soortgelijke voorbeelden uit het voorbije schooljaar gaat nog verder. Overigens, niet alleen mijn collega’s maken zich hieraan schuldig, zo’n houding kom je ook tegen op andere scholen (weet ik uit ervaring).
Het grote probleem is dat dergelijke uitlatingen tegenwoordig bijna als normaal beschouwd worden, je hoort zelden een tegenwerping. Ik neem het mezelf trouwens kwalijk dat ik niet elke keer in het verweer ga als ik met zo’n vooroordelen geconfronteerd word, vermoedelijk omdat ik niet elke keer opnieuw zin heb in de discussie die daarop volgt. Nochtans zouden wij als leerkrachten het goede voorbeeld moeten geven en elke vorm van onverdraagzaamheid moeten aankaarten.
In de vakoverschrijdende eindtermen, een aantal richtlijnen (onder meer over hoe te functioneren in de samenleving) die elke school verplicht moet nastreven, staan bijvoorbeeld volgende doelstellingen: ‘De leerlingen gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen’ en ‘de leerlingen trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie’. Als een aantal leerkrachten deze richtlijnen zelf met voeten treedt, lijkt het mij moeilijk voor scholen om hun leerlingen consequent deze attitudes bij te brengen.
Gelukkig gaan de meeste leerkrachten in onze school wel op een respectvolle, vriendelijke manier om met elke leerling en doen ze hun best om de vooropgestelde maatschappelijke waarden mee te geven. Zolang er echter ook andere types te vinden zijn binnen het lerarenkorps, kan dat plakkaatje ‘School zonder racisme’ alvast van de muur.

Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140704_01167591
Datum: 05/07/2014 om 03u00

Mening

Een leerkracht heeft een voorbeeldfunctie. Hetgeen in het artikel beschreven staat zou daarom niet zo mogen zijn. Iedere leerling moet op dezelfde manier behandeld worden, ongeacht zijn/haar afkomst. Leerlingen kunnen onmogelijk in voldoende mate ontwikkelen tot sterke adolecenten als leerkrachten hen er de kans niet toe geven. Het is wel zo dat allochtone leerlingen meer kiezen voor een ‘zwakkere’ studierichting dan autochtone leerlingen. Dit komt in vele gevallen door de taalachterstand dat deze leerlingen ontwikkeld hebben in hun jeugd. Deze leerlingen worden op vele plaatsen gediscrimineerd en daarom verwachten ze ook niet anders. Ze zijn onzeker over zichzelf en kiezen voor een ‘zwakkere’ studierichting. Leerlingen uit deze studierichtingen hebben een andere ingesteldheid dan leerlingen uit een ‘sterkere’ studierichting. De oorzaak hiervan is niet dat de leerlingen niet willen, maar dat de leerlingen doorheen de tijd gedemotiveerd worden. In elke school is dit aanwezig, subtiel of niet. Leerlingen uit een ‘sterkere’ studierichting kijken vaak neer op leerlingen uit een ‘zwakkere’ studierichting. Leerlingen uit de ‘zwakkere’ studierichtingen voelen dit aan en dit kan zorgen voor gedragsproblemen, zowel thuis als op school. Het zou goed zijn om in de basisschool al te beginnen met dit probleem aan te kaarten. In het secundair onderwijs is het eveneens een goed idee om enkele lesuren te spenderen aan deze problematiek zodat leerlingen er eens op een andere manier naar kunnen kijken. Als alle leerlingen zich goed in hun vel voelen zal het problematisch gedrag zich minder frequent voordoen tijdens de les, op de speelplaats, thuis, … .