PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Goesting’ tot je 65ste


Barst
20th June 2014, 16:07
‘Goesting’ tot je 65ste


Leuk de werkplek op met fitnessruimtes of pooltafels al wat je wil, maar als je mensen echt langer aan de slag wil houden door jobs meer werkbaar te maken, moet je ingrijpen op de jobinhoud zelf, schrijft Mieke Van Gramberen.


Patrick Deboosere geeft in zijn bijdrage ‘Langer werken loont niet’ allerlei cijfers, maar vreemd genoeg geen over de leeftijdsverwachting op de leeftijd van 65 jaar (DS 18 juni) . Terwijl verwacht wordt dat de levensverwachting van 65-plussers ook na 2030 nog fors zal stijgen. Hij beklemtoont vervolgens dat mensen die met pensioen gaan, daar goede redenen voor hebben. Ze willen profiteren van het leven terwijl ze nog gezond zijn. In dezelfde lijn wordt ook opgetekend dat 60-plussers vaker met gezondheidsklachten kampen.

Als mensen gemiddeld langer leven en de levensverwachting ook na 65 jaar toeneemt, mogen we dan verlangen dat mensen ook langer werken – zoals de Pensioencommissie voorstelt (DS 17 juni) ? Dat mag wel degelijk, maar de vraag is hóe.


Knelpunten

We leven immers niet alleen gemiddeld langer, maar ook gezonder. Het aantal zestigers die geen activiteitsbeperkingen ervaren, is omvangrijk én stijgt. Ook de kwaliteit van de arbeid evolueert positief. Bovendien geeft werken mensen energie. Het kan plezierig, betekenisvol en gezond zijn.

Maar betekent dat dat we van iedereen mogen verwachten dat hij tot aan zijn 65ste werkt? Dat is een ander verhaal.

Want ondanks de stijgende kwaliteit van de arbeid, ervaren nog heel wat werknemers (21 procent in Vlaanderen) ‘werkbaarheidsknelpunten’ in hun job. Het gaat onder meer om te hoge werkdruk, weinig leermogelijkheden of een slechte werk-gezinbalans. Terwijl dat net bepalende factoren zijn. Als mensen ‘werkbaar werk’ hebben, is de bereidheid om te werken tot aan de pensioenleeftijd groot (83,2 procent bij 40-plussers). Maar als werknemers één of meerdere knelpunten ervaren, verdwijnt die bereidheid als sneeuw voor de zon (slechts 48,5 procent van de betrokken 40-plussers).

Maar wat betekent dat, werkbaar werk? Een werkplek met pooltafels voor tijdens de middagpauze? Een fitnessruimte? Een massage op het werk? Het is iedereen gegund, maar dat is de essentie niet. Werkbaar werk betekent dat je werk gevarieerd is, dat je je eigen tempo en prioriteiten kan bepalen, dat je problemen in het werk zelf kan oplossen, dat je de kans krijgt om te leren en dat je steun krijgt van je collega’s en je baas.

De twaalf pensioenexperts vinden dat de pensioenhervorming samen moet gaan met een krachtig arbeidsmarktbeleid. Maar er is niet alleen een opdracht voor het federale niveau, we hebben ook een ‘Vlaams pensioenplan rond werkbaar werk’ nodig. Een plan waardoor mensen ‘met goesting’ tot hun 65ste aan het werk kunnen blijven.

Hoe kunnen bedrijven dat doen? En hoe realiseren ze dat in samenhang met hun ambitie om sterke, wendbare én performante organisaties te zijn?


1) Van slopende naar actieve jobs

Slopende jobs, jobs met hoge taakeisen en weinig autonomie en beslissingsruimte, moeten omgezet worden in actieve jobs: jobs waaraan hoge taakeisen worden gesteld, maar met veel autonomie. We weten uit decennialang onderzoek dat slopende jobs mensen ziek maken. Ze zijn mentaal belastend, leiden tot emotionele uitputting, een grotere job-ontevredenheid ook. Ze veroorzaken ook een negatieve houding tegenover de omgeving, een verhoogde bloeddruk en ook een meer van het stresshormoon cortisol in het bloed, wat ook doorwerkt in de privétijd en tot een verhoogde kans op cardiovasculaire aandoeningen leidt. Vorig jaar toonde een longitudinale studie dat mensen die gedurende meerdere jaren slopende jobs uitoefenen, een verhoogde kans hebben om in de blijvende arbeidsongeschiktheid terecht te komen. 21 procent van de Vlaamse jobs zijn slopend. We vinden ze vaker terug bij bepaalde beroepsgroepen, zoals callcenteroperatoren, machineoperatoren.


2) Werk van betekenis

We moeten ook op zoek naar betekenisvol werk voor iedereen. En dat valt niet te rijmen met kortcyclisch werken. Kortcyclisch werk betekent dat werknemers een taak die heel kort duurt (minder dan één minuut) voortdurend op dezelfde wijze moet herhalen. Onderzoekers brengen kort-cyclisch werk in verband met ‘passieve jobs’, jobs die zeer weinig complex, zeer voorspelbaar en monotoon zijn en waar de werknemers weinig beslissingsruimte, informatieve en contactmogelijkheden krijgen. Het feit dat je telkens handelingen moet herhalen leidt tot een moeilijke en belastende lichaamshouding en ergonomische risico’s. Hoewel dat kortcyclisch werk in België zou toenemen (29 procent van de werknemers zou kort-cyclisch werk verrichten), moeten we het terugdringen.

Zijn deze twee stappen haalbaar? Zijn er Vlaamse bedrijven die dit willen proberen? En is het voor de industrie moeilijker dan voor andere sectoren? Intussen zijn al meer dan tweehonderd bedrijven begonnen met dat ‘nieuwe organiseren’. Benieuwd? Luister even naar de treinbouwers van Bombardier die door de invoering van zelfsturende teams erin geslaagd zijn de werkbaarheid te vergroten, praat met de stiksters van lingeriebedrijf Van de Velde die door van kort-cyclisch werk af te stappen weer werk van betekenis kregen. Of met de callcentermedewerkers van Memo, die aan den lijve ondervonden hoe werk door taakverrijking gevarieerd en boeiend kan worden.

Samen met bedrijven en sociale partners moet aan deze weg getimmerd worden. De tijd van studies en onderzoeken is voorbij. Nu is het aan de praktijk.


DS, 20-06-2014 (Mieke Van Gramberen, algemeen directeur van Flanders Synergy, platform voor innovatieve arbeidsorganisatie.)