C*arlotte Lodewyckx
16th May 2014, 11:53
Wie uit ‘sterke’ richtingen in het middelbaar komt, doet minder lang over zijn hogere studies. Sommige aso-richtingen leggen een minder palmares voor dan de goed scorende uit het tso. Dat valt te lezen in de nieuwe Onderwijskiezer, meldt De Standaard in zijn ochtendeditie.
Studenten die uit als ‘sterk’ betitelde richtingen komen in het secundair onderwijs, doen minder lang over hun studies hoger onderwijs. Dat blijkt uit de cijfers over het studierendement, die voor het eerst toegevoegd zijn aan de Onderwijskiezer van het ministerie van Onderwijs en Vorming.
Op de website kun je nagaan hoe het slaagcijfer – of beter: het studierendement – is van de afgestudeerden uit de verschillende richtingen van het secundair, opgesplitst per richting aan de universiteit of de hogeschool.
Daaruit valt voor het eerst af te lezen of de afgestudeerden van de verschillende richtingen een academische of professionele bachelor halen, en hoelang ze daarover doen.
Binnen het aso, dat voorbereidt op voortstuderen, zijn de verschillen groot. Van de studenten die uit de richting Grieks-wiskunde komen, halen meer dan zeven op de tien een academische bachelor (alle richtingen samen) in de normale drie jaar. Bij de collega’s van Latijn-wiskunde is dat net geen zes op de tien.
Bij de jongeren uit wetenschappen-wiskunde haalt net niet de helft het in drie jaar. Bij economie-moderne talen zakt dat naar 11,38 procent en bij humane is het niet één op de tien. Bij de afgestudeerden van die laatste richting haalt meer dan één op de vier geen bachelordiploma na vijf jaar.
Vergelijk die resultaten met de studenten uit het technisch onderwijs (tso). Bij de afgestudeerden van industriële wetenschappen, het paradepaardje van het tso, haalt 27,45 procent een academische bachelor in drie jaar. In de professionele bachelor doen de tso’ers het ook prima met bijvoorbeeld elektriciteit-elektronica, waar net niet de helft zijn diploma al na drie jaar haalt.
Datum: 16 mei 2014
Bron: De Standaard (http://www.standaard.be/cnt/dmf20140515_01107522)
Mening
Ik ben het helemaal niet eens met dit artikel. Het is logische dat mensen uit een richting Grieks-Latijn sneller een bachelor halen. Toch heb ik al veel mensen in mijn omgeving gezien die gestopt zijn en dat zijn niet alleen de mensen die uit TSO komen. Ik denk dat we ook moeten kijken naar de niveauverschillen tussen dezelfde richting in verschillende scholen. Normaal gezien mogen hier geen grote verschillen tussen zijn. Ik heb toch al gemerkt dat dit wel zo is. Elke school legt andere accenten. Ik denk dat de mensen die een richting kiezen volgens hun interesses, mogelijkheden en talenten sneller zullen afstuderen. Een vooropleiding ASO, TSO of BSO bepaalt niet alles. Ook doorzettingsvermogen is een belangrijke factor die we niet mogen vergeten.
Studenten die uit als ‘sterk’ betitelde richtingen komen in het secundair onderwijs, doen minder lang over hun studies hoger onderwijs. Dat blijkt uit de cijfers over het studierendement, die voor het eerst toegevoegd zijn aan de Onderwijskiezer van het ministerie van Onderwijs en Vorming.
Op de website kun je nagaan hoe het slaagcijfer – of beter: het studierendement – is van de afgestudeerden uit de verschillende richtingen van het secundair, opgesplitst per richting aan de universiteit of de hogeschool.
Daaruit valt voor het eerst af te lezen of de afgestudeerden van de verschillende richtingen een academische of professionele bachelor halen, en hoelang ze daarover doen.
Binnen het aso, dat voorbereidt op voortstuderen, zijn de verschillen groot. Van de studenten die uit de richting Grieks-wiskunde komen, halen meer dan zeven op de tien een academische bachelor (alle richtingen samen) in de normale drie jaar. Bij de collega’s van Latijn-wiskunde is dat net geen zes op de tien.
Bij de jongeren uit wetenschappen-wiskunde haalt net niet de helft het in drie jaar. Bij economie-moderne talen zakt dat naar 11,38 procent en bij humane is het niet één op de tien. Bij de afgestudeerden van die laatste richting haalt meer dan één op de vier geen bachelordiploma na vijf jaar.
Vergelijk die resultaten met de studenten uit het technisch onderwijs (tso). Bij de afgestudeerden van industriële wetenschappen, het paradepaardje van het tso, haalt 27,45 procent een academische bachelor in drie jaar. In de professionele bachelor doen de tso’ers het ook prima met bijvoorbeeld elektriciteit-elektronica, waar net niet de helft zijn diploma al na drie jaar haalt.
Datum: 16 mei 2014
Bron: De Standaard (http://www.standaard.be/cnt/dmf20140515_01107522)
Mening
Ik ben het helemaal niet eens met dit artikel. Het is logische dat mensen uit een richting Grieks-Latijn sneller een bachelor halen. Toch heb ik al veel mensen in mijn omgeving gezien die gestopt zijn en dat zijn niet alleen de mensen die uit TSO komen. Ik denk dat we ook moeten kijken naar de niveauverschillen tussen dezelfde richting in verschillende scholen. Normaal gezien mogen hier geen grote verschillen tussen zijn. Ik heb toch al gemerkt dat dit wel zo is. Elke school legt andere accenten. Ik denk dat de mensen die een richting kiezen volgens hun interesses, mogelijkheden en talenten sneller zullen afstuderen. Een vooropleiding ASO, TSO of BSO bepaalt niet alles. Ook doorzettingsvermogen is een belangrijke factor die we niet mogen vergeten.