PDA

Bekijk de volledige versie : Anders gaan rekenen


Barst
25th April 2014, 17:55
Anders gaan rekenen


We teren in op wat vorige generaties hebben opgebouwd, zegt Bart Sturtewagen. Maar hoe lang nog? Er groeit een nieuwe psychologische kloof tussen de piek van de carričre van een gewone middenklasser en het einde ervan.


Zonder dat we er erg in hadden, is het deel geworden van ons collectieve aanvoelen: de jonge generatie zal het, materieel, minder goed hebben dan die van haar ouders. Niemand schrikt nog van die bewering. Ze staat nochtans haaks op de huidige toestand. Nooit hebben jongeren meer kansen gehad dan vandaag. De jongste paar decennia is de menselijke ontwikkeling in een nooit geziene stroomversnelling gekomen. Spullen die voorheen niemand miste, zijn vandaag onlosmakelijk met ieders levensstijl verbonden. Is het omdat er zoveel is, dat er zoveel te verliezen valt? Wellicht, maar er is meer.

Aan de oppervlakte valt nog niet zoveel te merken. De vastgoedmarkt blijft, zes jaar na het begin van de bankencrisis, flink ondersteund. De grote groei is eruit, maar de prijzen zakken niet. Dat komt omdat er voor iedere twijfelaar nog steeds tien beslissers zijn die op een steuntje van de ouders kunnen rekenen om het iets te prijzige huis of appartement toch te kopen. De overtuiging dat woningen alleen maar duurder kunnen worden, zit nog altijd diep.

Nochtans staat vast dat de rente ooit zal gaan stijgen, dat de besparende overheid ‘iets’ zal moeten doen aan de genereuze woonbonus, dat de economische groei slabakt en de koopkracht niet toeneemt. Zelfs hardwerkende tweeverdieners zullen moeten rijden en omzien.

Dit kan niet blijven duren. De zwakke plek zit bij de ouders. Hun financiële vooruitzichten zijn de jongste paar jaar grondig gewijzigd. De komende jaren wordt het voor hen niet beter. De transfer tussen de generaties zal onvermijdelijk stokken.


Grote gaten in het vangnet

De late babyboomers moeten compleet anders gaan rekenen. Waar ze tot voor kort halfweg de vijftig aan uitbollen konden beginnen te denken, is hun horizon plots vijf of zelfs tien jaar opgeschoven. Net als hun, vaak nog levende ouders, hebben ze een hoge levensverwachting en een prettig consumptiepatroon. De lage rente, de onvoorspelbare beurs en de armlastige overheid bedreigen de aanwas van hun door flink werken opgebouwde vermogen. Hoe moeten ze hun toekomstige gezondheidskosten inschatten? Het wordt minder zeker dat ze zich het zetje voor de kinderen nog wel kunnen permitteren.

De Koning Boudewijnstichting zet ons er via radiospotjes toe aan tijdig onze financiële toekomst te plannen. Waarom het huis niet verkopen als de kinderen de deur uit zijn en naar een modern en goedgelegen appartement verkassen? Ook Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche (SP.A) suggereerde al dat senioren vaak te groot blijven wonen, wat niet goed is voor hen en evenmin voor het woningaanbod. Maar wat als een hele generatie straks het eigen huis niet meer als deel van de latere erfenis ziet, maar als het noodzakelijke supplement van een smeltend pensioen? Er komt een einde aan het interen op de door de vorige generaties opgebouwde welvaart.

Het parler vrai van de N-VA in haar sociaal-economische verkiezingsprogramma maakt de situatie aanschouwelijk. Je hoeft het niet eens te zijn met alle remedies om de analyse te kunnen volgen. Er moeten in de drie belangrijkste pijlers van de welvaartsstaat – werkloosheidsvergoeding, pensioen en gezondheidszorg – keuzes worden gemaakt. Ieder op zich hebben ze een logica. Maar de optelling van die keuzes verandert voor de aankomende senioren wel heel veel ineens.

Als de werkloosheidsvergoeding wordt beperkt in de tijd, het brugpensioen wordt afgeschaft, vervroegde uittreders een flink lager pensioen wacht en er bovendien geen pensioenrechten meer worden opgebouwd door wie niet werkt of stempelt, vertoont het vangnet plots wel heel grote gaten, ook al worden de huidige vijftigers door de N-VA nog ontzien. Andere partijen zijn hierover minder expliciet, maar de regering-Di Rupo heeft al stappen in dezelfde richting gedaan. De toon is gezet.


Oorzaak van onbehagen

Er groeit een nieuwe psychologische kloof tussen de piek van de carričre van een doorsnee middenklasser en het einde ervan. In een snel veranderende wereld is het onzeker of zijn of haar dure diensten wel langer gewenst blijven. Het alternatief, een genereuze lift naar een degelijk pensioen, wordt schraler. De opbouw van een bijkomende buffer wordt dus dwingender. Maar vermogen zwelt niet meer spontaan aan door rente of groei. Het moet ondanks de zware lasten op loon worden aangevuld met nieuw opgepot geld, ook komen er nieuwe belastingen, minstens op de aanwas ervan. Het kan ook steeds moeilijker verborgen worden. Als er straks lasten van arbeid naar consumptie verschuiven, wat logisch zou zijn, wordt het leven duurder voor wie net is opgehouden met werken.

In zijn boek dat volgende week verschijnt, zegt Europees president Herman Van Rompuy dat alleen al de mógelijkheid dat voor het eerst sinds de Industriële Revolutie een generatie het minder goed zou kunnen hebben dan de vorige, onrust zaait.

Hij ziet het als een van de oorzaken van het onbehagen dat politiek populisme voedt. Zelf stelt hij vertrouwen in de menselijke creativiteit die telkens nieuwe oplossingen heeft bedacht voor problemen. Dat kan. De generatie die zich nu zorgen begint te maken over haar oude dag, betrad de arbeidsmarkt drie decennia geleden immers ook in moeilijke omstandigheden. Tegen alle toen heersende pessimisme in keerde de groei terug. Alleen blijkt die op los zand en illusoir geld gebouwd te zijn geweest. Dat soort nep*innovatie zal ons niet nog eens redden.



DS, 25-04-2014 (Bart Sturtewagen)