PDA

Bekijk de volledige versie : Nobellezing: 'Bush & Blair war-criminals!'


Barst
8th December 2005, 16:59
Harold Pinter haalt uit naar 'wandaden' VS


AMSTERDAM, 8 DEC. De schrijver Harold Pinter heeft in zijn Nobellezing, die gisteren op video aan de Zweedse Academie in Stockholm werd getoond, opnieuw een felle aanval gedaan op de 'misdadige' Verenigde Staten.


De Britse toneelschrijver, bekroond met de Nobelprijs voor de literatuur, noemt in zijn aanvaardingstoespraak "Kunst, Waarheid en Politiek" de Amerikaanse president Bush en de Britse premier Blair oorlogsmisdadigers die voor het Internationale Strafhof gedaagd moeten worden. Pinter valt niet alleen de Amerikaanse invasie in Irak aan, maar de gehele buitenlandse politiek van de VS, die volgens hem alle naoorlogse militaire dictaturen hebben gesteund of in het zadel hebben geholpen.

Pinters toespraak werd gisteren op een videoscherm in de Zweedse Academie vertoond omdat de schrijver te ziek was om zelf te komen. Pinter ligt in het ziekenhuis met kanker. Bij het diner waarbij de prijs zaterdagmiddag wordt uitgereikt zal hij vertegenwoordigd worden door zijn uitgever.

Op de video, zondag in Londen opgenomen, zit hij in een rolstoel met een roodgeblokte deken over zijn benen. Hij draagt een zwart pak, op de achtergrond hangt een foto van hem in betere tijden. Zijn stem klinkt gruizig, maar wint kracht naarmate zijn onderdrukte agitatie toeneemt. Omdat Pinter al vaker de VS hekelde, kwam zijn toespraak niet als een verrassing.

Volgens Pinter is de macht van Amerika zo groot dat de vele misdaden van het land nauwelijks bekend zijn: ,,De misdaden van de VS zijn systematisch, constant, kwaadaardig, medogenloos, maar slechts weinigen praten erover. Dat moet je Amerika nageven: het land hanteert een wereldwijde, tamelijk klinische machtsmanipulatie, vermomd als een kracht voor het universele goede.'' Sinds Irak streeft het land volgens Pinter openlijk naar werelddominantie.

Pinter gebruikt 36 van zijn 46 minuten durende toespraak voor de aanval op Amerika. De eerste tien minuten gaan over zijn werk, en over zijn positie als schrijver. Volgens hem moet een schrijver altijd op zoek zijn naar de waarheid, maar in zijn werk altijd meerdere waarheden laten horen, en zelfs waarheden die tegelijkertijd onwaarheden kunnen zijn. Volgens hem zijn personages zeer moeilijk te manipuleren door de schrijver; ze gaan hun eigen gang. ,,Taal in de kunst blijft een zeer dubbelzinnige zaak, drijfzand, een trampoline, een dichtgevroren vijver die het ieder moment onder jou, de schrijver, kan begeven.''


NRC, 8 december 2005