Barst
13th March 2014, 11:26
De vijf levenslessen van Marleen Temmerman
Marleen Temmerman
1. Doe wel en zie niet om
‘Een oud gezegde dat ik van mijn moeder leerde. Hoe simpel het ook is, ik denk er vaak aan.’
‘Ik heb me van jongs af aan altijd aangesproken gevoeld door sociaal onrecht en heb steeds hard gewerkt om daar tegen te vechten. Daarvoor moest ik academisch werk, mijn werk in het ziekenhuis, politiek én de zorg voor mijn gezin combineren. Door al dat multitasken zal er altijd wel iets zijn dat niet helemaal perfect is. Het is niet perfectie die gelukkig maakt, wel het gegeven dat je iets onderneemt.’
‘Als je niets doet, kan je niets verkeerd doen, nog zo’n relevante uitspraak. Hoe meer je doet, hoe meer kritiek je kunt krijgen. Zelf ben ik niet het type dat wakker ligt van commentaar, maar ik merk dat veel mensen er wel onzeker van worden.’
2. Wees geen eiland
‘It takes two to make a child, it takes a village to raise it. Voor mijn werk ben ik vaak in Afrika, daar heb ik dit gezegde opgepikt: de zogenaamde “extended family”. Tantes, ooms, grootouders, zelfs het hele dorp zorgt mee voor de opvoeding van ieder kind dat er geboren wordt.’
‘Met ons systeem van sociale zekerheid en allerlei vormen van opvang hebben wij de gemeenschap in letterlijke zin van het woord niet nodig om te overleven, toch vind ik gemeenschapsgevoel een onontbeerlijke levenshouding. Gedraag je daarom niet als een eiland.’
3. Iets veranderen eist samenwerken
‘If you wanna go fast, go *alone, if you wanna go far, go together. Nog zo’n Afrikaans gezegde, en het klopt echt. Ik hou van snel werken: het moet vooruit gaan, maar als je echt drastisch iets wil veranderen, moet je geduld hebben.’
‘Een voorbeeld: als afdelingshoofd gynaecologie een nieuwe procedure voor het personeel opstellen is heel gemakkelijk: ik zet het op papier, deel het uit en klaar is kees. Maar de kans dat de procedure door iedereen wordt uitgevoerd, is heel klein.’
‘Wanneer ik de verpleegkundigen en artsen betrek bij de veranderingen en hen aan het proces laat bijdragen, kan het idee stilaan rijpen bij iedereen. Het eindresultaat zal wellicht precies hetzelfde zijn, maar met veel meer kans dat iedereen het ook uitvoert.’
4. Geef niet op
‘Toen ik in 1978 afstudeerde in Gent, wilde ik me specialiseren in de gynaecologie. “Dat is geen vak voor vrouwen”, zeiden de professoren me, ik werd niet toegelaten. In die tijd moest je zo’n tachtig à honderd uur per week werken om die studie af te ronden. Gynaecologen moesten ook altijd dag en nacht beschikbaar zijn. Daarom vond men het beroep voor een vrouw niet te combineren met het gezinsleven.’
‘Een “nee” heb ik nooit voor een antwoord willen nemen. Ik schreef tachtig tot negentig brieven over de hele wereld om de studie gynaecologie te mogen aanvatten. Telkens werd het me afgeraden. Uiteindelijk mocht ik in Nederland beginnen en na twee jaar mocht ik dan toch verder studeren aan de VUB, hoewel dat helemaal niet de gewoonte was.’
5. Wees tevreden
‘Mensen bij ons zijn zo vaak ontevreden: als ze de verbouwing van hun dromen niet kunnen betalen, of een reis, of wat dan ook. Ook hier heeft mijn werk in Afrika me hard doen beseffen dat wij in België zo weinig redenen hebben om ontevreden te zijn. Het is misschien een cliché, maar ik denk werkelijk dat je je eigen materiële ongemakken veel beter kunt relativeren als je weet met hoe weinig mensen het in grote delen van de wereld moeten rooien.’
DS, 13-03-2014
Marleen Temmerman
1. Doe wel en zie niet om
‘Een oud gezegde dat ik van mijn moeder leerde. Hoe simpel het ook is, ik denk er vaak aan.’
‘Ik heb me van jongs af aan altijd aangesproken gevoeld door sociaal onrecht en heb steeds hard gewerkt om daar tegen te vechten. Daarvoor moest ik academisch werk, mijn werk in het ziekenhuis, politiek én de zorg voor mijn gezin combineren. Door al dat multitasken zal er altijd wel iets zijn dat niet helemaal perfect is. Het is niet perfectie die gelukkig maakt, wel het gegeven dat je iets onderneemt.’
‘Als je niets doet, kan je niets verkeerd doen, nog zo’n relevante uitspraak. Hoe meer je doet, hoe meer kritiek je kunt krijgen. Zelf ben ik niet het type dat wakker ligt van commentaar, maar ik merk dat veel mensen er wel onzeker van worden.’
2. Wees geen eiland
‘It takes two to make a child, it takes a village to raise it. Voor mijn werk ben ik vaak in Afrika, daar heb ik dit gezegde opgepikt: de zogenaamde “extended family”. Tantes, ooms, grootouders, zelfs het hele dorp zorgt mee voor de opvoeding van ieder kind dat er geboren wordt.’
‘Met ons systeem van sociale zekerheid en allerlei vormen van opvang hebben wij de gemeenschap in letterlijke zin van het woord niet nodig om te overleven, toch vind ik gemeenschapsgevoel een onontbeerlijke levenshouding. Gedraag je daarom niet als een eiland.’
3. Iets veranderen eist samenwerken
‘If you wanna go fast, go *alone, if you wanna go far, go together. Nog zo’n Afrikaans gezegde, en het klopt echt. Ik hou van snel werken: het moet vooruit gaan, maar als je echt drastisch iets wil veranderen, moet je geduld hebben.’
‘Een voorbeeld: als afdelingshoofd gynaecologie een nieuwe procedure voor het personeel opstellen is heel gemakkelijk: ik zet het op papier, deel het uit en klaar is kees. Maar de kans dat de procedure door iedereen wordt uitgevoerd, is heel klein.’
‘Wanneer ik de verpleegkundigen en artsen betrek bij de veranderingen en hen aan het proces laat bijdragen, kan het idee stilaan rijpen bij iedereen. Het eindresultaat zal wellicht precies hetzelfde zijn, maar met veel meer kans dat iedereen het ook uitvoert.’
4. Geef niet op
‘Toen ik in 1978 afstudeerde in Gent, wilde ik me specialiseren in de gynaecologie. “Dat is geen vak voor vrouwen”, zeiden de professoren me, ik werd niet toegelaten. In die tijd moest je zo’n tachtig à honderd uur per week werken om die studie af te ronden. Gynaecologen moesten ook altijd dag en nacht beschikbaar zijn. Daarom vond men het beroep voor een vrouw niet te combineren met het gezinsleven.’
‘Een “nee” heb ik nooit voor een antwoord willen nemen. Ik schreef tachtig tot negentig brieven over de hele wereld om de studie gynaecologie te mogen aanvatten. Telkens werd het me afgeraden. Uiteindelijk mocht ik in Nederland beginnen en na twee jaar mocht ik dan toch verder studeren aan de VUB, hoewel dat helemaal niet de gewoonte was.’
5. Wees tevreden
‘Mensen bij ons zijn zo vaak ontevreden: als ze de verbouwing van hun dromen niet kunnen betalen, of een reis, of wat dan ook. Ook hier heeft mijn werk in Afrika me hard doen beseffen dat wij in België zo weinig redenen hebben om ontevreden te zijn. Het is misschien een cliché, maar ik denk werkelijk dat je je eigen materiële ongemakken veel beter kunt relativeren als je weet met hoe weinig mensen het in grote delen van de wereld moeten rooien.’
DS, 13-03-2014