PDA

Bekijk de volledige versie : Dankzij handelsverdrag stellen multinationals straks de wet


Barst
4th February 2014, 21:01
Dankzij handelsverdrag stellen multinationals straks de wet


Het verzet tegen het handelsverdrag tussen Europa en Amerika zwelt aan. Dicteren multinationals straks de wet, zoals critici vrezen? Zijn hun advocaten aasgieren? Steen des aanstoots is de geschillenarbitrage.


Het Zweedse energiebedrijf Vattenfall klaagt Duitsland aan omdat het schade meent te lijden door de versnelde kernuitstap waartoe de regering in 2011, na de ramp in Fukushima, besloot. De Amerikaanse tabaksproducent Philip Morris dagvaardt Australië vanwege zijn verbod op merkenlogo’s op sigarettenpakjes.

Die twee zaken jagen consumentenverenigingen, milieugroeperingen, vakbonden en andere organisaties uit het maatschappelijk middenveld de stuipen op het lijf. Beide multinationals maken gebruik van het mechanisme om geschillen te beslechten tussen buitenlandse investeerders en het gastland dat de afgelopen vijftig jaar in duizenden handelsverdragen werd opgenomen. Vattenfall beroept zich op het Energy Charter Treaty, Philip Morris op een bilateraal investeringsverdrag tussen Australië en Hongkong.

Zo’n Investor-to-State Dispute Settlement (ISDS) zal ook worden opgenomen in het handelsverdrag waarover de Europese Unie en de Verenigde Staten momenteel onderhandelen. Dit verdrag, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), creëert de grootste vrijhandelszone ter wereld.

Maar dat verdrag, aldus de critici, dreigt de democratie te ondermijnen: niet de volkswil, maar de multinationals zullen straks de wet dicteren.


Schadevergoeding

Geschillen tussen een buitenlandse investeerder en het gastland worden beslecht door een speciaal arbitragehof, buiten de nationale rechtssystemen.

Bijkomende steen des aanstoots voor de critici: een beperkte groep juristen fungeert nu eens als rechter in deze arbitragezaken, dan weer als advocaat van de litigerende onderneming, wat een groot gevaar voor belangenconflicten creëert.

Bovendien is het een lucratieve business. Volgens de ngo Corporate Europe Observatory is de standaardvergoeding voor een arbiter 3.000 dollar per dag.

Het aantal arbitragezaken stijgt vooral de jongste jaren snel. In de tweede helft van vorige eeuw ging het om een vijftigtal zaken; tussen 2008 en 2012 werden voor zover bekend 214 zaken geregistreerd en 2012 alleen al 52.

De arbitragerechtbanken kunnen een land niet dwingen om zijn wetgeving aan te passen. Overigens kregen de multinationals in minder dan de helft van de gedingen gelijk. Maar de vrees voor een fikse schadevergoeding – zonder mogelijkheid tot beroep – of zelfs voor de hoogoplopende kosten van de verdediging, dreigt indirect de nationale wetgevers te beïnvloeden, aldus de critici.

Dat was het geval met Duitsland dat de milieunormen voor steenkoolcentrales versoepelde toen Vattenfall (in een andere zaak) een schadevergoeding van 1,4 miljard euro eiste, stelt Corporate Europe Observatory.

Meer dan 200 organisaties uit het middenveld maanden de Europese en Amerikaanse onderhandelaars, Karel De Gucht en Michael Froman, aan om geen geschillenmechanisme op te nemen in TTIP. Onze rechtssystemen zijn voldoende onafhankelijk en betrouwbaar zodat er geen parallel rechtssysteem nodig is, stellen ze.

Maar arbitrage heeft ook haar verdedigers. ‘Het is voor een Europees bedrijf niet gemakkelijk om te procederen in de VS’, zegt arbitragespecialist Johan Erauw. ‘Het systeem is er duur en ingewikkeld. En voor Amerikanen is de EU een complex kluwen. Bovendien biedt internationale arbitrage meer zekerheid voor neutraliteit.’


Ten dode opgeschreven

De Europese Commissie geeft toe dat de geschillenmechanismen uit de oude bilaterale verdragen voor verbetering vatbaar zijn, maar stelt dat deze mankementen werden weggewerkt in het handelsverdrag met Canada (Ceta, zie hierboven).

Nonsens, weerlegt Corporate Europe Observatory. Ceta kan met gemak worden gebruikt om milieu- en gezondheidsreglementeringen aan te vechten. Bijvoorbeeld door olie- en gasbedrijven met een filiaal in Canada die het Europees verbod op het gebruik van chemicaliën bij het boren naar schaliegas (fracking) zien als een aantasting van hun winst.

Inmiddels is het verzet al lang niet meer beperkt tot het middenveld. Ook in het Europees Parlement en in enkele nationale parlementen gaan stemmen op tegen het arbitragemechanisme. Zelfs binnen de Duitse regering broeit weerstand tegen dit (en andere) aspecten van het Europees-Amerikaans handelsverdrag.

En dus besliste commissaris De Gucht, enigszins onverwacht, om vanaf maart een consultatieronde te organiseren.

Het is immers niet denkbeeldig dat het handelsverdrag ten dode is opgeschreven.


DS, 04-02-2014 (Evita Neefs)