Barst
4th February 2014, 19:58
Tweede pensioenpijler groter dan derde
De tweede pijler van ons pensioenstelsel, waarbij men via het bedrijf of de sector waarin men tewerkgesteld is extra pensioen opbouwt in een verzekering of een fonds, telt voor het eerst meer aangeslotenen dan de derde pijler, het individuele pensioensparen. Dat blijkt uit cijfers van de BVPI, de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen.
De jongste tien jaar verdubbelde het aantal werknemers en zelfstandigen dat in de tweede pijler een extra pensioen opbouwt tot 2,8 miljoen. De derde pijler telt 2,7 miljoen klanten. De sterke stijging van de tweede pijler, die nu voor meer dan 70 miljard euro pensioenreserves beheert, heeft te maken met de bouw- en de metaalsector die in 2007/2008 aansloot en de federale en de Vlaamse non-profit die in 2012 hun opwachting maakten.
Daarmee, zegt voorzitter Philip Neyt van de BVPI, is het aantal sectoren dat kiest voor een aanvullend pensioen opgelopen tot 43. ‘Die zijn samen goed voor 75 procent van de werknemers.’
De snelle groei wordt ook weerspiegeld in de bijzonder bescheiden opgebouwde pensioenrechten die gemiddeld bijna 19.000 euro bedragen. ‘Als ook rekening wordt gehouden met de financiële buffers’, zegt Neyt, dan klimt dat bedrag tot gemiddeld 27.000 euro per aangeslotene.
Vooral de pensioenfondsen zijn populair. Met 1,4 miljoen aangesloten werknemers en zelfstandigen zijn zij de jongste tien jaar verviervoudigd.
De fondsen haalden het afgelopen jaar een gemiddeld rendement van 6,73 procent. Dat is maar iets meer dan de helft van het jaar voordien, wat toen alles te maken had met de uitzonderlijke prestatie van de obligaties.
De jongste vijf jaar haalden de fondsen een gemiddeld jaarrendement van 8,51 procent. ‘We hebben de crisis dus al lang verteerd’, zegt Neyt.
DS, 04-02-2014
De tweede pijler van ons pensioenstelsel, waarbij men via het bedrijf of de sector waarin men tewerkgesteld is extra pensioen opbouwt in een verzekering of een fonds, telt voor het eerst meer aangeslotenen dan de derde pijler, het individuele pensioensparen. Dat blijkt uit cijfers van de BVPI, de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen.
De jongste tien jaar verdubbelde het aantal werknemers en zelfstandigen dat in de tweede pijler een extra pensioen opbouwt tot 2,8 miljoen. De derde pijler telt 2,7 miljoen klanten. De sterke stijging van de tweede pijler, die nu voor meer dan 70 miljard euro pensioenreserves beheert, heeft te maken met de bouw- en de metaalsector die in 2007/2008 aansloot en de federale en de Vlaamse non-profit die in 2012 hun opwachting maakten.
Daarmee, zegt voorzitter Philip Neyt van de BVPI, is het aantal sectoren dat kiest voor een aanvullend pensioen opgelopen tot 43. ‘Die zijn samen goed voor 75 procent van de werknemers.’
De snelle groei wordt ook weerspiegeld in de bijzonder bescheiden opgebouwde pensioenrechten die gemiddeld bijna 19.000 euro bedragen. ‘Als ook rekening wordt gehouden met de financiële buffers’, zegt Neyt, dan klimt dat bedrag tot gemiddeld 27.000 euro per aangeslotene.
Vooral de pensioenfondsen zijn populair. Met 1,4 miljoen aangesloten werknemers en zelfstandigen zijn zij de jongste tien jaar verviervoudigd.
De fondsen haalden het afgelopen jaar een gemiddeld rendement van 6,73 procent. Dat is maar iets meer dan de helft van het jaar voordien, wat toen alles te maken had met de uitzonderlijke prestatie van de obligaties.
De jongste vijf jaar haalden de fondsen een gemiddeld jaarrendement van 8,51 procent. ‘We hebben de crisis dus al lang verteerd’, zegt Neyt.
DS, 04-02-2014