PDA

Bekijk de volledige versie : Stress is de stoflong van onze tijd


Barst
21st December 2013, 18:21
Stress is de stoflong van onze tijd


Ons politiek bestel offert alles op voor een economisch model en dat maakt mensen ziek. Het probleem ligt niet bij de patiënt. Stressgerelateerde aandoeningen zijn beroepsziektes en verdienen een collectieve aanpak, net als stoflong en loodvergiftiging in de vorige eeuw, vindt klinisch psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe.


In deze tijden van ‘meten is weten’ steek ik van wal met wat cijfers. In de EU veroorzaken de volgende ziektes de grootste ellende: cardiovasculaire aandoeningen, (22,9%), neuropsychiatrische aandoeningen (19,5%) en kankers (11,4%). In het EU-rapport wordt gewezen op de verbijsterende toename van depressie.

Dat laatste is vreemd – we leven in het welvarendste gebied ter wereld, met zo ongeveer de beste gezondheidszorg. Die depressieve watjes, dat moeten wel zeurderige types zijn die hun verantwoordelijkheid niet willen dragen? Een dergelijke opvatting spoort met de hedendaagse individualisering. Gezond of ziek zijn is een zaak van het individu. Dat is een politieke overtuiging, die ondertussen verregaande implicaties heeft voor de organisatie van zorg. Als ziekte een zaak van het individu is, dan gaat alle aandacht noodzakelijkerwijs naar de behandeling van het individu en naar diens aandeel in zijn ziekte. Verzorgt hij zijn lichaam wel, eet en drinkt hij gezond, slaapt hij voldoende? Kortom: neemt hij zijn verantwoordelijkheid?

De volgende stap is een beschuldiging: ziek worden heeft te maken met een verkeerde levensstijl, in combinatie met te weinig inzet en karakter. Als er te veel dergelijke patiënten komen, dan vormen zij een bedreiging voor onze maatschappij. Begrijp: voor ‘onze’ economie.

Ter illustratie citeer ik eurocommissaris voor Gezondheid en Consumentenzaken Tonio Borg: ‘Roken vermindert de productiviteit, het schaadt de economie. Ik ga binnenkort naar Griekenland, waar 40% van de mensen rookt. Dat is een kostenfactor waarover gepraat moet worden.’ Een jaar eerder hield de London School of Economics een pleidooi voor psychotherapie, niet uit bezorgdheid voor de patiënten, wel omdat het toegenomen aantal depressies een bedreiging vormt voor de Britse economie.

De boodschap is duidelijk: ziekte en gezondheid zijn individuele verantwoordelijkheden, waarbij ‘de maatschappij’ het slachtoffer dreigt te worden. Deze redenering is fundamenteel fout en weigert voor de hand liggende verbanden te zien.


Neoliberaal

Wij leven al ruim een kwarteeuw in een maatschappij waarin individualisering centraal staat, op grond van het dominerende neoliberale ‘survival of the strongest’-model. Het idee van de maakbare mens wordt daarin geïnterpreteerd als: elk individu kan en moet het maken; wie mislukt, heeft zich niet voldoende ingezet.

De volgende stap is patient blaming. Even een vergelijking. Begin vorige eeuw vindt het eerste onderzoek naar oorzaken van kindersterfte in België plaats. Het besluit luidt dat kindersterfte de schuld is van domme en gedegenereerde moeders, die dringend door de overheid moeten worden aangepakt. Het rapport zwijgt over de armoede en de leefomstandigheden, waarbij kroostrijke gezinnen samenhokten in kleine woningen en mensen zeven dagen per week werkten voor een hongerloon, enzovoort. Niks mee te maken, punt uit.

Gelukkig dacht niet iedereen er zo over en kwam er een politiek beleid dat het algemeen welzijn vooropstelde. Kort samengevat: onze hoge levensverwachting en levenskwaliteit zijn gebaseerd op de uitbouw van rioleringssystemen, het voorhanden zijn van zuiver drinkwater, een betere huisvesting en voeding, inentingen, betere lichaamshygiëne en betere arbeidsomstandigheden. Ongeveer al die factoren gaan terug op politieke beslissingen die het leven van individuen ingrijpend verbeterd hebben. Ter overweging: had het afgehangen van de toenmalige captains of industry, dan hadden we nu nog een zevendaagse werkweek en kinderarbeid, want volgens de bedrijfsleiders anno 1900 was kinderarbeid strikt noodzakelijk om hun concurrentiepositie te kunnen behouden.


Duidelijk verband

Vandaag plukken wij de vruchten van die preventieve gezondheidszorg, met dank aan onze voorouders. Door hun collectieve inzet voor het algemeen belang kunnen wij het ons nu permitteren om meer accenten te leggen op individuele zorg. Helaas maakt het succes daarvan ons blind voor de grote collectieve ziekmaker van deze tijd. En dit terwijl er een zelfs meetbare factor is die verklaart waarom steeds meer mensen eronderdoor gaan. Die mediator noemen we stress.

Stress werkt in op de neurologische en endocrinologische processen, onder andere door een sterke toename van cortisolproductie. De bedoeling van die toename is het vrijmaken van energie om de oorzaken van stress op te heffen. Lukt dat niet, dat spreken we over chronische stress, waarbij het cortisolniveau constant te hoog blijft. De gevolgen daarvan zijn zeer uiteenlopend, waardoor het verband vaak niet gelegd wordt.

Het bekendste gevolg van een verhoogd cortisolniveau is het dalen van onze immuniteit, waardoor we meer vatbaar worden voor virussen en ontstekingen. Minder bekend is dat chronische stress ook een rol speelt bij hartritmestoornissen, hoge bloeddruk en hartaanvallen. Dat het een oorzaak kan zijn van rugpijn, hoofdpijn en spijsverteringsmoeilijkheden, te veel of te weinig eten, verhoogd alcohol-, nicotine- en medicijngebruik en ernstige slaapmoeilijkheden. En last but not least, dat angst en depressie eveneens stressgerelateerd zijn.

Er is ondertussen meer dan voldoende bewijs voor een duidelijk verband tussen chronische stress en al die verschillende aandoeningen. Als we met deze wetenschap terugkeren naar het onderzoek in de EU, dan vinden we bovenaan in de lijst net die twee ziekten waarvan we weten dat ze stressgerelateerd zijn: cardiovasculaire aandoeningen en psychiatrische stoornissen. Samen vormen zij bijna de helft van onze gezondheidsklachten.

Dit is zonder twijfel goed nieuws, want het betekent dat we een belangrijke oorzaak kennen van zo ongeveer de helft van de hedendaagse ziektes. Elke officiële instantie die bekommerd is om volksgezondheid weet dus waar haar aandacht naartoe moet gaan. Concreet: naar een beleid dat die oorzaak aanpakt, de zogenaamde stressoren.


Profiteurs
Een eerste groep stressoren kunnen we samenbrengen onder de noemer milieuverontreiniging, gaande van lawaai tot fijn stof. De tweede groep is nauw gekoppeld aan de eerste, en bevat met name onze arbeidsorganisatie. Met enige overdrijving kan ik stellen dat er straks nog twee soorten mensen zijn, zij zonder werk en zij met te veel werk.

Het EU-rapport vermeldt dat een stijging van de werkloosheid met 1% overeenkomt met een stijging van 0,8% in het aantal zelfdodingen, en met een verdriedubbeling van het aantal depressies en angststoornissen. Elk onderzoek bevestigt dat werklozen en mensen die zich onderaan op de sociale ladder bevinden, zware stress ervaren. Onder meer omdat ze boven op hun precaire situatie er nog de beschuldiging bij krijgen profiteurs te zijn.

De andere groep zijn de mensen met te veel werk. Het probleem is de fysieke last, zoals tot midden vorige eeuw het geval was. Het teveel zit hem in de organisatie van de arbeid en de sociale verhoudingen. Deze stressoren zijn helaas minder meetbaar dan bv. fijn stof.

De druk om te produceren blijft stijgen, terwijl de werkzekerheid alleen maar daalt. De prestaties worden steeds gemeten en afgewogen aan die van de ander; collega’s worden concurrenten, met als gevolg sociale angst en dus nog meer individualisering. Het beslissingsrecht over hoe men zijn werk uitvoert, verdwijnt, maar de verantwoordelijkheid over het resultaat neemt wel toe. Verantwoordelijkheid zonder macht is een notoire bron van stress. Onze negen-tot-vijfjobs zijn dat meer en meer slechts op papier. Hogeropgeleiden zijn altijd bereikbaar. Lageropgeleiden zullen straks twee banen combineren. Beide groepen hebben nog nauwelijks tijd voor kinderen en partner – die worden dan maar geoutsourcet aan crèches en therapeuten.


Collectieve aanpak

Dat is een model waarin iedereen onder constante druk staat en op zichzelf teruggeworpen wordt. Ons politiek bestel offert alles op voor een bepaald economisch model en dat maakt mensen ziek. Stoflong en loodvergiftiging hebben plaatsgemaakt voor stressgerelateerde aandoeningen. Dat zijn zonder twijfel de beroepsziektes van onze tijd, en niet de ziektes van onverantwoordelijke individuen die hun ellende alleen maar aan zichzelf te danken hebben.

De vraag is welke remedies we daarvoor aanwenden. Aangezien dit de volksgezondheid betreft, verwachten we een collectieve aanpak die de huidige beroepsziektes even efficiënt zal bestrijden als het preventieve, sociaal-medische beleid uit de vorige eeuw. Een beleid dat berust op politieke beslissingen. Dat is helaas nauwelijks het geval. In plaats van de oorzaken aan te pakken bestrijden we de gevolgen. En we doen dat op zo’n manier dat de patiënten nog eens beschuldigd worden ook.

Ter illustratie: zo ongeveer elk psychologisch behandelingsmodel legt het accent op wat men de perceptie van de stress noemt. Het daarbij aansluitende behandelingsdoel is de wijziging van de manier waarop de patiënt die stress ervaart. Begrijp: de oorzaak ligt bij het individu, hij is de schuld van zijn probleem, hij moet leren om stress anders te percipiëren. Hij is niet flink genoeg. Aangezien een dergelijke behandeling maar matige resultaten oplevert, gooit men daar meestal nog een flink pak medicijnen tegenaan ook. De boodschap blijft: het probleem ligt bij de patiënt.

Aan de ruimere, sociaal-maatschappelijke oorzaken raakt men nauwelijks. Integendeel, de zogenaamd maatschappelijke programma’s richten zich ook op het individu (denk maar aan individuele begeleidingsplannen, individuele zorgpaden, responsabilisering, enzovoort), met als resultaat nog meer stress voor dat individu. Deze aanpak kost handenvol geld en levert verhoudingsgewijs weinig resultaten op. Bovendien blijven er nieuwe patiënten bijkomen.

Het besluit is duidelijk. Stressgerelateerde beroepsziektes nemen continu toe en we hebben dringend een sociaal-medisch preventief beleid nodig. Concrete maatregelen zijn niet eens zo moeilijk om te bedenken. Zorg voor een herverdeling van het werk en van de loopbaan, zodat we kortere werkweken en een langere werkcarrière kunnen hebben. Maak bedrijfsartsen echt onafhankelijk van het bedrijf en laat hen ten volle hun signaalfunctie uitoefenen. Kijk per sector na waar er het meeste ziekte-uitval is en waarom. Vergelijk bedrijven onderling – waar zijn die ziektecijfers het laagst en kunnen die bedrijven als een best practice model functioneren? En vooral: vergeet nooit dat economie er voor de maatschappij is. En niet omgekeerd.

Dit is een ingekorte versie van de lezing die Verhaeghe donderdag gaf in De Balie (A'dam).

DS, 21-12-2013