Barst
5th December 2005, 16:41
Docent hogeschool dubbel zo productief
De theorie dat de productiviteit in sectoren als het onderwijs nauwelijks kan stijgen, ligt aan diggelen.
Economen zeggen dat de productiviteit in dienstensectoren als het onderwijs nauwelijks toeneemt. Dat blijkt niet op te gaan voor het hoger onderwijs in Vlaanderen. In twintig jaar tijd is de productiviteit van de docenten van de hogescholen met meer dan 50 procent toegenomen, zo kan men berekenen.
In het begin van de jaren tachtig telden de Vlaamse hogescholen 60.000 studenten; vandaag zijn dat er meer dan 100.000. Het Departement Onderwijs berekende dat het midden jaren tachtig 6.644 docenten (voltijdse equivalenten) betaalde voor de opleiding van die studenten. In 2005 zijn er dat nauwelijks meer: 6.904.
In 1985 was dus één docent nodig om 9 studenten op te leiden. Vandaag verzorgt één docent de opleiding van 14,5 studenten.
Dat is een toename van de productiviteit met meer dan 50 procent in twintig jaar. Die productiviteitstoename van zowat 2 procent per jaar is vergelijkbaar met wat in de commerciële sector gevergd wordt.
Uit het beschikbare cijfermateriaal van het hoger onderwijs zijn nog meer verrassende cijfers te halen. Zo is het aantal hogeschoolstudenten in veertig jaar vervijfvoudigd: van 20.000 in het begin van de jaren zestig, tot meer dan 100.000 nu. Die stijging is vergelijkbaar met die van de universiteitsstudenten (van 12.000 in 1960 tot meer dan 70.000 nu).
Het aantal hogescholen is drastisch verminderd.
In 1960 telde Vlaanderen 202 hogescholen (voor 20.000 studenten, dat is gemiddeld 100 studenten per school). In de jaren tachtig waren er 162 hogescholen (met gemiddeld 375 studenten).
Vandaag zijn er nog 22 hogescholen voor ruim 100.000 studenten (gemiddeld 5.000 studenten), en zijn die hogescholen gegroepeerd is vijf associaties.
DS, 05-12-2005(g.teg.)
De theorie dat de productiviteit in sectoren als het onderwijs nauwelijks kan stijgen, ligt aan diggelen.
Economen zeggen dat de productiviteit in dienstensectoren als het onderwijs nauwelijks toeneemt. Dat blijkt niet op te gaan voor het hoger onderwijs in Vlaanderen. In twintig jaar tijd is de productiviteit van de docenten van de hogescholen met meer dan 50 procent toegenomen, zo kan men berekenen.
In het begin van de jaren tachtig telden de Vlaamse hogescholen 60.000 studenten; vandaag zijn dat er meer dan 100.000. Het Departement Onderwijs berekende dat het midden jaren tachtig 6.644 docenten (voltijdse equivalenten) betaalde voor de opleiding van die studenten. In 2005 zijn er dat nauwelijks meer: 6.904.
In 1985 was dus één docent nodig om 9 studenten op te leiden. Vandaag verzorgt één docent de opleiding van 14,5 studenten.
Dat is een toename van de productiviteit met meer dan 50 procent in twintig jaar. Die productiviteitstoename van zowat 2 procent per jaar is vergelijkbaar met wat in de commerciële sector gevergd wordt.
Uit het beschikbare cijfermateriaal van het hoger onderwijs zijn nog meer verrassende cijfers te halen. Zo is het aantal hogeschoolstudenten in veertig jaar vervijfvoudigd: van 20.000 in het begin van de jaren zestig, tot meer dan 100.000 nu. Die stijging is vergelijkbaar met die van de universiteitsstudenten (van 12.000 in 1960 tot meer dan 70.000 nu).
Het aantal hogescholen is drastisch verminderd.
In 1960 telde Vlaanderen 202 hogescholen (voor 20.000 studenten, dat is gemiddeld 100 studenten per school). In de jaren tachtig waren er 162 hogescholen (met gemiddeld 375 studenten).
Vandaag zijn er nog 22 hogescholen voor ruim 100.000 studenten (gemiddeld 5.000 studenten), en zijn die hogescholen gegroepeerd is vijf associaties.
DS, 05-12-2005(g.teg.)