Barst
17th September 2013, 04:16
Ze zijn zo lief voor het voetbal, meneer
Er is nauwelijks geld voor, laat staan een degelijk plan, en toch stonden politici in de rij om zich achter het nieuwe voetbalstadion voor Brussel te scharen. Het is niet de eerste keer dat onze volksvertegenwoordigers zich gedragen als lakeien van Koning Voetbal, hekelt Wim Lagae.
Eind vorige week kon de Belgische voetbalbond Brussel voordragen als speelstad voor het EK 2020. De weg naar de handtekening van zowel Elio Di Rupo, Kris Peeters als de Brusselse minister-president Rudi Vervoort over het nieuwe voetbalstadion had veel weg van een van die beruchte Duiveluitdagingen: ‘Bereik tegen de Uefa-deadline van 13 september zonder duidelijk plan en financiering een politiek akkoord over een nieuw nationaal voetbalstadion’. Steven Martens, ceo van de bond en gangmaker van de voortreffelijke marketingcampagne van de Rode Duivels, was verheugd dat de eerste stap in het proces op tijd gezet was.
Het statement van Martens dat ‘maanden keihard gewerkt is om dit dossier voor te bereiden’ doet de wenkbrauwen fronsen, want alle knopen moeten nog ontward worden. Wordt het alleen een voetbalstadion of komt er nog een atletiekpiste? Zal het stadion veel gebruikt worden? Op welke locatie komt het, en hoe zit het met de mobiliteit? En met de vergunningen? En, klein detail, voor een megaproject van minstens 300 miljoen euro is nog geen enkele financier gevonden. Bovendien worden de resultaten van de haalbaarheidsstudie pas over een zestal weken verwacht – en dat is minstens een jaar te laat. Hopelijk wordt ook een upgrade van het Koning Boudewijnstation – in deze tijden allicht de enige realistische optie – ernstig overwogen.
Het is hallucinant dat onze politici zich engageren op basis van een vederlicht dossier en onmiddellijk bekvechten over de taal van de wegwijzers rond het stadion (DS 13 september). Werkgroepen hadden zich eerst over de pro’s en contra’s van de diverse scenario’s kunnen uitspreken. Het lijkt wel de wereld op zijn kop. Door die amateuristische planning en het gebrek aan overleg kunnen de media uitvoerig speculeren over (on)haalbare scenario’s en de vergunningenmolen.
Of doelde Martens met ‘het keiharde werk’ vooral op het lobbywerk van de voetbalbond bij de drie overheden? Il faut le faire om zowel de federale, Vlaamse (dan nog vanuit China) als Brusselse overheid vlug te laten schakelen voor een tentatief Brussels investeringsproject op Vlaamse bodem.
De vraag is waarom politici zich zo vlotjes voor de kar laten spannen. Speelt de schrik voor stemmenverlies of de hoop op stemmenwinst op 25 mei 2014 in het zog van de Duivelshype een rol? Of wil men niet als verzuurde tegenwerker of voetbalhater worden gebrandmerkt?
Solden
Het is een traditie dat de politiek Koning Voetbal zeer genegen is. Zo was de toenmalige minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene de architect van een uitzonderlijk gunstig pensioenregime voor profvoetballers. Een deel van hun loon stoppen ze in een pensioenfonds, dat ze al op hun 35ste mogen te gelde maken tegen een laag belastingtarief. De constructie was vooral uitgedokterd om Jan Ceulemans in Brugge te kunnen houden. Bovendien worden de sociale bijdragen van profvoetballers slechts berekend op het minimumloon (!). En de solden houden niet op: eersteklasseclubs recupereren ook tachtig procent van de bedrijfsvoorheffing, op voorwaarde dat ze die investeren in jeugdwerking, terwijl dat niet stringent gecontroleerd wordt. En vorige maand leerden we nog dat er een nieuw gunstregime op poten is gezet rond de roerende voorheffing op de televisierechten. Hoe krijgt de economische bedrijfstak voetbal, duidelijk een zeer sterk georganiseerde belangengroep, die permanente concurrentievervalsing uitgelegd ten opzichte van andere entertainment-, sport- en sociale sectoren?
Een schimmig opbod
Paradoxaal genoeg regeert in het profvoetbal de vrije markt op het vlak van salarissen, aandelenmeerwaarde, voorakkoorden en zelfs stamnummers. Moet het profvoetbal, alleen al wegens die vele lusten, niet meer gereguleerd worden? Hoe kan zo’n overheid maken dat de logica van winstmaximalisatie opzijgezet wordt voor die van gezond financieel beheer? Op alle voetbalniveaus is immers een schimmig en onredelijk opbod van lonen en premies tegenover te optimistisch gebudgetteerde inkomsten. Kunnen voetbalteams geprikkeld worden om niet meer boven hun stand te leven, de loonmassa van de spelers in te tomen, de voetbalfan als klant te behandelen en vooral meer in infrastructuur te investeren?
Wat dat laatste betreft zijn er ondertussen gelukkig al enkele goede voorbeelden. We kunnen veel leren van het voortreffelijke traject dat AA Gent aflegde. Nadat het eerst zijn schuldenberg had weten af te bouwen, kreeg het met veel eigen middelen én een optimale samenwerking met stad en bouwpromotor de Ghelamco Arena uit de steigers. Ook de ambities van Bart Verhaeghe en Roland Duchâtelet, die vooral op eigen kracht de stadionambities van respectievelijk Club Brugge en Standard willen realiseren, verdienen alle steun. In hun projecten blijft de rol van de overheid beperkt tot faciliteren en ontsluiten. En dat is een betere rol dan die van al te genereuze Sinterklaas.
Blog DS, 17-09-2013 (Wim Lagae)
Er is nauwelijks geld voor, laat staan een degelijk plan, en toch stonden politici in de rij om zich achter het nieuwe voetbalstadion voor Brussel te scharen. Het is niet de eerste keer dat onze volksvertegenwoordigers zich gedragen als lakeien van Koning Voetbal, hekelt Wim Lagae.
Eind vorige week kon de Belgische voetbalbond Brussel voordragen als speelstad voor het EK 2020. De weg naar de handtekening van zowel Elio Di Rupo, Kris Peeters als de Brusselse minister-president Rudi Vervoort over het nieuwe voetbalstadion had veel weg van een van die beruchte Duiveluitdagingen: ‘Bereik tegen de Uefa-deadline van 13 september zonder duidelijk plan en financiering een politiek akkoord over een nieuw nationaal voetbalstadion’. Steven Martens, ceo van de bond en gangmaker van de voortreffelijke marketingcampagne van de Rode Duivels, was verheugd dat de eerste stap in het proces op tijd gezet was.
Het statement van Martens dat ‘maanden keihard gewerkt is om dit dossier voor te bereiden’ doet de wenkbrauwen fronsen, want alle knopen moeten nog ontward worden. Wordt het alleen een voetbalstadion of komt er nog een atletiekpiste? Zal het stadion veel gebruikt worden? Op welke locatie komt het, en hoe zit het met de mobiliteit? En met de vergunningen? En, klein detail, voor een megaproject van minstens 300 miljoen euro is nog geen enkele financier gevonden. Bovendien worden de resultaten van de haalbaarheidsstudie pas over een zestal weken verwacht – en dat is minstens een jaar te laat. Hopelijk wordt ook een upgrade van het Koning Boudewijnstation – in deze tijden allicht de enige realistische optie – ernstig overwogen.
Het is hallucinant dat onze politici zich engageren op basis van een vederlicht dossier en onmiddellijk bekvechten over de taal van de wegwijzers rond het stadion (DS 13 september). Werkgroepen hadden zich eerst over de pro’s en contra’s van de diverse scenario’s kunnen uitspreken. Het lijkt wel de wereld op zijn kop. Door die amateuristische planning en het gebrek aan overleg kunnen de media uitvoerig speculeren over (on)haalbare scenario’s en de vergunningenmolen.
Of doelde Martens met ‘het keiharde werk’ vooral op het lobbywerk van de voetbalbond bij de drie overheden? Il faut le faire om zowel de federale, Vlaamse (dan nog vanuit China) als Brusselse overheid vlug te laten schakelen voor een tentatief Brussels investeringsproject op Vlaamse bodem.
De vraag is waarom politici zich zo vlotjes voor de kar laten spannen. Speelt de schrik voor stemmenverlies of de hoop op stemmenwinst op 25 mei 2014 in het zog van de Duivelshype een rol? Of wil men niet als verzuurde tegenwerker of voetbalhater worden gebrandmerkt?
Solden
Het is een traditie dat de politiek Koning Voetbal zeer genegen is. Zo was de toenmalige minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene de architect van een uitzonderlijk gunstig pensioenregime voor profvoetballers. Een deel van hun loon stoppen ze in een pensioenfonds, dat ze al op hun 35ste mogen te gelde maken tegen een laag belastingtarief. De constructie was vooral uitgedokterd om Jan Ceulemans in Brugge te kunnen houden. Bovendien worden de sociale bijdragen van profvoetballers slechts berekend op het minimumloon (!). En de solden houden niet op: eersteklasseclubs recupereren ook tachtig procent van de bedrijfsvoorheffing, op voorwaarde dat ze die investeren in jeugdwerking, terwijl dat niet stringent gecontroleerd wordt. En vorige maand leerden we nog dat er een nieuw gunstregime op poten is gezet rond de roerende voorheffing op de televisierechten. Hoe krijgt de economische bedrijfstak voetbal, duidelijk een zeer sterk georganiseerde belangengroep, die permanente concurrentievervalsing uitgelegd ten opzichte van andere entertainment-, sport- en sociale sectoren?
Een schimmig opbod
Paradoxaal genoeg regeert in het profvoetbal de vrije markt op het vlak van salarissen, aandelenmeerwaarde, voorakkoorden en zelfs stamnummers. Moet het profvoetbal, alleen al wegens die vele lusten, niet meer gereguleerd worden? Hoe kan zo’n overheid maken dat de logica van winstmaximalisatie opzijgezet wordt voor die van gezond financieel beheer? Op alle voetbalniveaus is immers een schimmig en onredelijk opbod van lonen en premies tegenover te optimistisch gebudgetteerde inkomsten. Kunnen voetbalteams geprikkeld worden om niet meer boven hun stand te leven, de loonmassa van de spelers in te tomen, de voetbalfan als klant te behandelen en vooral meer in infrastructuur te investeren?
Wat dat laatste betreft zijn er ondertussen gelukkig al enkele goede voorbeelden. We kunnen veel leren van het voortreffelijke traject dat AA Gent aflegde. Nadat het eerst zijn schuldenberg had weten af te bouwen, kreeg het met veel eigen middelen én een optimale samenwerking met stad en bouwpromotor de Ghelamco Arena uit de steigers. Ook de ambities van Bart Verhaeghe en Roland Duchâtelet, die vooral op eigen kracht de stadionambities van respectievelijk Club Brugge en Standard willen realiseren, verdienen alle steun. In hun projecten blijft de rol van de overheid beperkt tot faciliteren en ontsluiten. En dat is een betere rol dan die van al te genereuze Sinterklaas.
Blog DS, 17-09-2013 (Wim Lagae)