PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Pers en politici zijn in hetzelfde bedje ziek


Barst
6th June 2013, 02:24
‘Pers en politici zijn in hetzelfde bedje ziek’


Niet alleen de auteurs van PEN Vlaanderen maken zich zorgen over de media in ons land. Ook de VRT-coryfeeën Jef Lambrecht en Dirk Tieleman luiden de alarmklok. ‘Het publiek is chronisch ondergeïnformeerd. Dat heeft dramatische gevolgen voor de democratie.’


‘Schrijven is niet leuk’, zegt Jef Lambrecht. ‘Voor mij toch niet. Het is een vorm van dwangarbeid. Het is vreselijk veel werk. Het is ook nooit goed wat je schrijft, het kan altijd beter.’ Dirk Tieleman beaamt: ‘Ik ben graag bezig met woorden en zinnen, maar ik voel dat het moeilijker gaat nu ik ouder word. Het komt niet meer vanzelf. Ik zit veel meer met synoniemenboeken bezig dan nodig is. Dus ja, Jef heeft gelijk: schrijven is hard werken, veel harder dan radio en televisie maken.’ Lambrecht: ‘Ik zou veel leukere dingen kunnen doen. Schilderen bijvoorbeeld. Dat is genieten. Je maakt iets, binnen een uur is het af.’

Het kost ze bloed, zweet en tranen en toch schrijven ze. Van beide voormalige VRT-journalisten rolde pas een boek van de persen. Jef Lambrecht (64) publiceerde De Arabische cocktail, over de twee ontgoochelende jaren die volgden op de ‘Arabische Lente’. Dirk Tieleman (73) schreef De durvers van de jaren zestig, waarin hij de balans opmaakt van vijftig jaar Belgische welvaartsstaat. Waarom doen ze het? Waarom niet genieten van een welverdiend pensioen na een rijke journalistieke carrière? ‘Ik schrijf uit een soort plicht’, zegt Lambrecht. ‘Ik geloof dat de wereld beter wordt als hij goed geïnformeerd is en dat is momenteel niet het geval. Ik wil mezelf achteraf niet hoeven te verwijten dat ik het wist en dat ik niets gezegd heb.’ Tieleman: ‘Er zijn inderdaad correcties te maken op de verslaggeving zoals die nu gebeurt, zowel nationaal als internationaal. Ik wil de domeinen die ik tijdens mijn carrière heb bestreken, nog eens grondig doornemen en mijn ideeën daarover op schrift stellen.’


Wat loopt er vandaag fout in de journalistiek?

Jef Lambrecht: Ik heb zeer veel kritiek op hoe de journalistiek de afgelopen twintig jaar is geëvolueerd. De spectaculaire ontwikkeling van de communicatietechnologie heeft journalisten doen focussen op vorm in plaats van op inhoud. Journalisten hebben de ambitie opgegeven om hun publiek zo objectief en zo breed mogelijk te informeren, wat hun fundamentele taak is. Het publiek is chronisch ondergeïnformeerd. Dat heeft dramatische gevolgen voor de democratie. De machtsconcentratie binnen de mediawereld heeft daar ook een rol in gespeeld. Een figuur als Rupert Murdoch mag je gerust beschouwen als de machtigste man ter wereld, hij beslist via zijn machtige conglomeraat wie president van Amerika wordt. Murdoch houdt zijn journalisten voor dat ze niet moeten streven naar een Pulitzerprijs, maar naar het verhaal dat mensen willen kopen. Dat adagium is overgenomen door vrijwel alle redacties in het Westen. Ze gaan allemaal voor het verhaal dat verkoopt, niet voor wat mensen moeten weten. Zo beledigt men het publiek ook. Men hanteert een profiel dat onthoofd is, alleen de emoties en de onderbuik tellen. Men miskent de hersenen van het publiek en dat is zo ongeveer de ergste zonde die men in ons vak kan begaan.

Dirk Tieleman: Ik ben niet zo negatief. Ik vind dat je moet uitkijken dat je niet verzandt in een journalistiek die niemand nog leest of die niemand nog bekijkt. Ik heb in mijn carrière een paar keer mijn aanpak bijgesteld, wat me niet altijd in dank is afgenomen. Ik heb altijd geprobeerd om kijkers – en nu lezers – te lokken. Maar ik ben het wel met Jef eens dat er vandaag te veel emoties bruisen in de journalistiek. De kretenjournalistiek overheerst.

Lambrecht: We hebben dat goed gezien met de Arabische Lente. Waar kwam het woord ‘lente’ vandaan? Dat was een uitvinding van de westerse pers. Daarmee wou men suggereren dat er iets zeer moois aan het bloeien was in de Arabische landen. Na de val van de potentaten zou er een sociaaldemocratisch systeem komen...

Tieleman: Ons systeem.

Lambrecht: Die suggestie heeft men lang volgehouden. Maar waar was ze op gebaseerd? Op het feit dat de upper middle class gewapend met laptops en digitale telefoons in opstand was gekomen. Op het hoogtepunt van de revolutie stonden er 250.000 mensen op het Tahrirplein. Caïro is een stad van meer dan twintig miljoen inwoners. Waar waren al die anderen? Dat soort vragen werd niet gesteld omdat ze niet pasten in het roze plaatje dat de media wilden ophangen.

Tieleman: Klopt helemaal. Men doet te veel aan victoriejournalistiek. Er worden te weinig vragen gesteld over de toekomst. Waar gaat het naartoe in het Midden-Oosten? Wie heeft er een alternatief te bieden? Oké, Rudi Vranckx probeert dat wel en ook Jan Leyers deed het in De weg naar Mekka. Maar de meeste journalisten staan mee op de barricaden. Ze filmen de mannen die daar ‘Allah Akbar’ staan te roepen en een beetje in de lucht schieten en dat is het dan.

Lambrecht: Het volstaat niet om met een optimistische bril naar de werkelijkheid te kijken, zoals een gewezen hoofdredacteur van de VRT ons voorhield te doen. Hij is ondertussen goddank politicus geworden, maar zijn erfenis is niet dood natuurlijk.


Mijnheer Lambrecht, u verwees naar Rupert Murdoch. Die heeft in Groot-Brittannië wel zijn krant News of the World moeten opdoeken. Misschien is hij toch niet almachtig?

Lambrecht: (opgewonden) Dat heeft hij moeten doen omdat hij het daar wel heel erg bont had gemaakt. Maar kijk naar wat hij met zijn andere kranten heeft gedaan. Hebt u ooit een exemplaar gezien van The Times vóór Murdoch die in handen had? Dat is niet te vergelijken met het blad vandaag. Dezelfde evolutie hebben we trouwens gezien bij het NRC Handelsblad in Nederland. En bij De Standaard en De Morgen in België.


Die vindt u journalistiek allemaal afgegleden?

Tieleman: Ik vind daar mijn gading niet meer in. Ik moet internationale kranten lezen – Duitse, Britse, Franse – om aan mijn informatie te komen.


Wat mist u dan in de Nederlandstalige kranten?

Tieleman: Gedegen informatie over binnenlandse politiek vind je er nog wel in, maar over het buitenland mis ik gewoon alles. Behalve de headlines staat daar niet veel meer in. Ik mis de achtergronden en analyses waar je echt iets aan hebt. Er staan te veel ingezonden opinies in de kranten tegenwoordig. Dat moet dan het scala aan informatie bieden waaruit ik mijn eigen mening kan distilleren. Maar ik zie daar voortdurend dezelfde mensen terugkomen, het zijn altijd dezelfde namen in de opiniebladzijden. Je weet op voorhand wat ze zullen schrijven.

Lambrecht: Er moeten ook voortdurend columns worden geschreven. Dat is lucht. Dat neemt ruimte in beslag die ten goede zou moeten komen aan het werk van eigen mensen. Dat je af en toe iemand uitnodigt om een opiniestuk te schrijven is volledig legitiem, maar de analyses moeten van de eigen journalisten komen.

Tieleman: Die ingezonden stukken zijn ook goedkoop natuurlijk. Anderzijds zijn de kranten nu wel af van hun partijpolitieke imago. Dat is wel winst. In de jaren zeventig en tachtig waren de kranten – net als de omroepen – partijpolitieke kanalen waarin woordvoerders van politici dagelijks hun opinies ventileerden. Dat is gelukkig verdwenen.


Dat brengt ons bij de openbare omroep. Hoe staan de zaken daar?

Lambrecht: De omroep wordt met overheidsgeld gefinancierd. Hij zou journalistiek het uiterste moeten doen om het publiek zo accuraat mogelijk te informeren. Dat is waar die omroep voor betaald wordt en waar de belastingbetaler recht op heeft. Als de omroep dat niet meer doet, heeft hij geen legitimiteit meer.


Dat doet hij vandaag niet?

Lambrecht: Ik vraag me af of het toch wel grote potentieel dat daar aanwezig is optimaal wordt benut. En of binnen het huis zelf de nodige strenge kwaliteitseisen worden gesteld. Ik ben daar helemaal niet zeker van.

Tieleman: Ik denk dat de omroep terug is van weggeweest. Neem Panorama bijvoorbeeld. Dat heeft men een tijdlang laten verkommeren, maar vandaag zijn de uitzendingen weer hun geld waard – om te antwoorden aan Jef. Daar wordt in geïnvesteerd. Weken, maandenlang wordt er aan een uitzending gewerkt en je ziet het resultaat.

Lambrecht: Dat valt toe te juichen, maar het is ook geen jaar te vroeg dat Panorama terug is. Om naar de Zevende Dag te kijken daarentegen moet je intussen al een gelovige zijn. Dat is enkel nog interessant voor de betrokkenen zelf.

Tieleman: Ook Koppen is terug – in mindere mate weliswaar. TerZake is misschien iets te veel studiowerk, maar globaal genomen staat de omroep er weer, wat de nieuwsuitzendingen betreft.

Lambrecht: De omroep is terug van weggeweest in die zin dat hij publiek heeft teruggewonnen. Maar of hij echt hersteld is van de deviatie die zich de afgelopen tien, vijftien jaar heeft voltrokken?


Waar is het misgelopen?

Lambrecht: Met de affaire-Dutroux is de overbenadrukking van humaninterestverhalen begonnen. Kijk naar de verslaggeving rond Kim De Gelder. Hij is gedurende dágen headline geweest. En meer dan dat nog: de bijdragen duurden minutenlang. Iedereen die voor het medium werkt, weet wat een minuut kost. Elke minuut die je besteedt aan faits divers – hoe erg die ook zijn – is een minuut die niet besteed kan worden aan iets anders, aan duiding en context. Hetzelfde met Syrië nu. We horen het ene wilde verhaal na het andere, van jongens en meisjes die naar ginder vertrekken. Maar voor wie ze gaan vechten, wie hen geronseld heeft, hoe de filières in elkaar zitten? Die vragen blijven onbeantwoord. Ik denk niet dat je kunt spreken van een renaissance bij de openbare omroep of in de journalistiek in het algemeen. Integendeel, ik denk dat we nog verder aan het zakken zijn.

Tieleman: Ik zie toch tekenen van een ommekeer. Ook elders. In Nederland is er nu bijvoorbeeld De Correspondent, de site rond Rob Wijnberg waar uitstekende journalisten als Joris Luyendijk en Henk Hofland zich hebben verenigd. Dat is een positieve evolutie.


Wat was jullie jongensdroom?

Lambrecht: Om met een grote nieuwsgierigheid kennis te verwerven over de wereld om me heen en om die inzichten door te geven. Dat wordt journalisten vandaag niet meer toegestaan. Ik geloof zeker dat er voldoende talent aanwezig is bij de openbare omroep. En dat die jonge mensen dezelfde gedrevenheid hebben die wij hadden toen we begonnen. Maar het wordt ze niet meer toegestaan. Wat is vandaag nieuws op de VRT? Een botsing in de mist, een ramkraak, plotselinge sneeuwval, de premier die van zijn fiets valt en een moord in een kindercrèche.

Tieleman: Ik ben niet zo negatief als Jef. Misschien gaat de journalistiek vandaag wel door een crisis, maar kijk naar Panorama, kijk naar wat Luyendijk en Hofland doen. Dat zijn toch allemaal tekenen aan de wand dat er gereageerd wordt vanuit de eigen beroepsgroep. Er zijn in dit vak mensen die hun stem verheffen.


Mijnheer Tieleman, u bent dan wel positiever over de media, maar over de toestand van ons land bent u erg somber. U noemt België in uw boek ‘een verloren natie’. U schrijft dat politici geen visie hebben.

Tieleman: Kijk naar wat er de afgelopen vijftig jaar in België is gebeurd. Iedere recessie heeft men gezien als een ziekte die onmiddellijk met penicilline moest worden bestreden. Men pompte altijd meteen geld in de economie om te vermijden dat mensen de recessie aan den lijve zouden ondervinden. In dit land ziekt men niet uit. Men gooit er meteen kredieten of subsidies of de sociale zekerheid tegenaan. Maar dat kun je niet volhouden, op een bepaald ogenblik zijn de kassen leeg. De sociale zekerheid is compleet uit de hand gelopen. In dit land krijgen rijke mensen nog altijd kinderbijslag. De sociale zekerheid dient om mensen te laten overleven. Ze kost ons jaar na jaar meer: van zestig miljard in 2002 naar 100 miljard in 2012. En toch zijn er nu meer armen. 600.000 mensen in ons land leven onder de armoedegrens, tien procent van de Vlamingen, zelfs twintig procent van de Walen. Hoe kan dat?


Zegt u het maar.

Tieleman: Wilfried Martens is negen keer premier geweest tussen 1979 en 1992. Er was toen crisis in dit land en hij heeft zich haast uitsluitend beziggehouden met de hervorming van de staat. Dat heeft ons 535 parlementsleden, zes regeringen en vier minister-presidenten opgeleverd, terwijl er andere taken waren. Datzelfde gevaar dreigt nu. Men is ook alweer druk bezig het land te hervormen, terwijl de crisis absoluut nog niet voorbij is. Op dat vlak laat men betijen.

Lambrecht: Ook daar heeft de journalistiek veel mee te maken. Ik heb in al die jaren dat ik op de redactie heb gezeten me nooit van de indruk kunnen ontdoen dat de hele communautaire kwestie in feite een gezelschapsspel was van wetstraatjournalisten en politici, terwijl ze het grote publiek siberisch koud liet. Wat trouwens voortdurend bleek uit peilingen. De communautaire problematiek kwam de politici natuurlijk goed uit om andere problemen te verdoezelen.

Tieleman: Ook daar ben ik het mee eens. Het slorpte zo veel energie op, terwijl men andere problemen liet woekeren. Om er maar één te noemen: het probleem van de allochtonen van buiten Europa, die voor de helft niet aan het werk zijn en nog altijd hun bruid of bruidegom gaan halen in hun land van oorsprong. Het is de derde generatie en ze raakt maar niet geïntegreerd.

Lambrecht: Dat is het eigenlijke communautaire probleem.

Tieleman: Dat is wat ik schrijf: het taalprobleem in ons land is er niet meer een tussen de Vlamingen en de Walen, die hebben in wezen dezelfde belangen. Het eigenlijke communautaire probleem betreft al die andere talen die daaromheen zwermen. Er zijn officieel 1 miljoen buitenlanders in ons land. Officieus zijn het er 2,5 miljoen. Zij assimileren zich niet en dat laat men maar duren. De politiek is bezig met de waan van de dag. En de pers leeft daarvan.

Lambrecht: In dit land heerst ook het idee dat de politieke berichtgeving uitsluitend moet worden opgehangen aan rivaliteit en conflicten tussen individuen, of ze nu tot dezelfde partij behoren of niet. Dat vind ik aberrant en gevaarlijk. Het gaat niet over ideeën. En als het een enkele keer wel over ideeën gaat, worden ze zelden kritisch tegen het licht gehouden.


Jullie zijn verknocht aan het Midden-Oosten. De onwetendheid over die regio is groot in het Westen. Mijnheer Lambrecht, u maakt zich daar in uw boek grote zorgen over.

Lambrecht: Dat is zorgwekkend omdat het onze buren zijn. Zij kennen ons veel beter dan wij hen. Dat is een ongezonde, gevaarlijke situatie.

Tieleman: Op school krijgen we ook geen geschiedenisonderricht over die regio. We stoppen bij de grenzen van het Romeinse Rijk.

Lambrecht: Dat leidt ook tot een opdrogen van de kennis bij journalisten. En bij politici, wat nog gevaarlijker is. Op 17 maart 2011 werd in de VN-Veiligheidsraad resolutie 1973 goed-gekeurd. Daarmee werd groen licht gegeven voor een operatie die de Libische bevolking moest beschermen tegen kolonel Muammar Khaddafi. Onze Belgische regering, die toen een regering in lopende zaken was, was bij de eerste om mee te doen. Ze werd daarin gesteund door alle politieke partijen die het op dat moment over alles oneens waren, behalve dus over de zwaarste beslissing die je politiek kunt nemen, namelijk om oorlog te voeren. Toen ik een maand later in de senaatscommissie Buitenlandse Zaken werd uitgenodigd, vroeg een van de senatoren me: ‘Khaddafi was toch altijd een vriend van Al-Qaeda?’ Ik moest de vertegenwoordiger des volks tegenspreken, Khaddafi was de eerste vijand van Al-Qaeda. Gewapend met dit soort kennis – of beter onkunde – worden dus beslissingen genomen met zeer verregaande implicaties. We beseffen ook amper dat wat in Mali gebeurt, waar Al-Qaeda een territorium heeft veroverd groter dan Frankrijk, een rechtstreeks gevolg is van die interventie. We weten zo weinig over wat zich onder onze ogen voltrekt. En journalisten kunnen onze politici daar nog amper over interpelleren.

Tieleman: Daar heeft Jef honderd procent gelijk in. De media zijn in hetzelfde bedje ziek als onze politici.

Lambrecht: Meer nog: de media drijven de politiek aan. Waarom kon de Belgische regering die resolutie steunen met steun van alle politieke partijen? Omdat ze wist dat ze kon rekenen op de unisono steun van de media. Er is geen enkel protest geweest. Hetzelfde fenomeen zag je in Syrië. Waarom is de situatie daar nu totaal geblokkeerd? Omdat Obama, Cameron en Sarkozy meteen hebben gezegd dat Assad weg moest. Vandaag beseft men dat er onderhandeld moet worden, maar dat is nu onmogelijk door die extreme positie bij aanvang. Daar zijn de media mee verantwoordelijk voor. Obama zou niet zo’n extreme positie hebben ingenomen als er in de Amerikaanse media niet een algemene stemming heerste die die bloeddorstige dictator weg wilde.


Zien jullie het ooit goed komen in het Midden-Oosten?

Lambrecht: De maatschappelijke revolutie is wenselijk en ze zal er uiteindelijk komen, onder druk van de vrouwen. Het probleem van de Arabische wereld is – veel meer dan de islam – het patriarchaat. Dat is veel ouder dan de godsdienst en het doordesemt het maatschappelijke leven, van de slaapkamer tot de kabinetsraad. De vrouwen zullen een einde maken aan die onderdrukking, want zij zijn veel gemotiveerder om te studeren dan de mannen. Er zal dus onvermijdelijk een vrouwelijke elite opstaan die er geen vrede meer mee neemt dat ze als tweederangsburgers worden behandeld. Daar zie je nu al de eerste tekenen van.

Knack, 05-06-2013