PDA

Bekijk de volledige versie : De Amerikanen maken ons bang


Barst
17th August 2013, 14:03
De Amerikanen maken ons bang

H. Versnel - J.J. Brouwer, Stop de Amerikanen! Ten minste tien goede redenen om gewoon Europees te blijven betogen, Terra, 2011.


Procedures hier, codes daar, voorschriften overal. We lijken de laatste tijd steeds meer in de illusie te verkeren dat we pech en toeval helemaal kunnen uitsluiten. Jan Leyers leerde van Hans Versnel en Jaap Jan Brouwer hoe dat komt: de Angelsaksische logica krijgt voet aan de grond in West-Europa.


Als ik achteloos tegen een steentje trap en daarmee een lawine veroorzaak, ben ik dan schuldig aan die lawine? Of onschuldig omdat ik niets kwaads in de zin had?

In de zomer van 1998 was ik in Florida en wilde ik de Everglades bezoeken, een uitgestrekt moerasgebied dat wordt bevolkt door reigers, pelikanen en alligators. Met een dozijn andere toeristen stapte ik in de wachtende sloep. Aan het roer zat een geüniformeerde ranger. De man salueerde en zei gewichtig: ‘Good morning ladies and gentlemen, my name is Ed en before we take off I’m gonna lay down some rules.’ Eerst de regels, dan de pret. Ed ging met zijn blik het gezelschap langs en vervolgde enigszins dreigend: ‘Rule number one: don’t jump in the water.’ Ed maakte geen grap. Hij waarschuwde ons in alle ernst om niet in een troebel moeras vol alligators te springen. Dit maak je in Europa niet mee, dacht ik bij mezelf. Wij hebben geen ranger nodig om te weten dat je je niet tussen hongerige alligators stort. Daarvoor hebben we in Europa te veel gezond verstand.

In Stop de Amerikanen! Ten minste tien goede redenen om gewoon Europees te blijven betogen Hans Versnel en Jaap Jan Brouwer dat we dat gezond verstand kwijt zijn. Of liever: dat we hoe langer hoe meer worden behandeld alsof we dat gezond verstand kwijt zijn. Als je een nieuw elektrisch apparaat uitpakt, hangt aan het stroomsnoer een stickertje met een pictogram dat je waarschuwt het snoer niet met een schaar door te knippen. In de gebruiksaanwijzing van een scheerapparaat wordt uitgelegd dat je het onder de kraan kan afspoelen, maar: controleer altijd of het water niet te heet is om te voorkomen dat je je handen verbrandt.


Screenen! Afgeven! Uittrekken!

Alom groeit de obsessie met safety and security. Ouders die tijdens een zomerkamp willen koken, moeten eerst worden gescreend. Als het blijkt dat je via een internetbabysitdienst een onbekende babysitter in huis kan krijgen, is dat een item in het journaal. Van de concertzaal waar je het dopje van je fles moet afgeven tot de luchthaven waar iedereen zijn schoenen moet uittrekken: geen plek is veilig voor de om zich heen grijpende paranoia. Versnel en Brouwer leggen uit waar die trend vandaan komt. Hij blijkt zijn wortels in een ver verleden te hebben. Om preciezer te zijn: in een ver filosofisch verleden.

Rond het jaar 1800 stelden ethici overal in Europa zich de vraag of je het handelen van een mens moet beoordelen op de gevolgen ervan of op de bedoeling die de dader had. Als ik achteloos tegen een steentje trap en daarmee een lawine veroorzaak, ben ik dan schuldig aan die lawine? Of onschuldig omdat ik niets kwaads in de zin had?

Twee scholen stonden in de kwestie lijnrecht tegenover elkaar. De Angelsaksische school, aangevoerd door Jeremy Bentham (1748-1832), keek naar de gevolgen van een daad. Zij worden daarom consequentialisten genoemd. Zij vonden dat ieder mens vrij is in zijn handelen, dat die vrijheid ophoudt waar anderen schade wordt berokkend, en dat de aangerichte schade de maatstaf is om iemands daden te beoordelen.

In het Pruisische Königsberg zag Immanuel Kant (1724-1804) het precies andersom. Omdat je de gevolgen van een daad nooit kunt overzien, vond hij, kunnen die gevolgen ook nooit het criterium zijn waarmee je die daad beoordeelt. Je moet kijken naar de bedoeling die de dader had. De man die het steentje laat vallen en zo een verwoestende lawine veroorzaakt, moet volgens Kant voor die ramp niet opdraaien. Wel zo voor de Angelsaksische consequentialisten: je hebt een lawine veroorzaakt, dus je zal betalen.


Regels en protocol

Dat verschil tussen consequentialisten en non-consequentialisten zorgde aan beide kanten van de Noordzee – en op termijn aan beide kanten van de Atlantische Oceaan – voor een heel andere mentaliteit. Met het in de Angelsaksische wereld overheersende consequentialisme hangt de overtuiging samen dat het mogelijk is om de gevolgen van je daden te overzien, en dus voor die daden de volle verantwoordelijkheid te dragen. De overtuiging ook dat als je mensen afdoende waarschuwt en op alle mogelijke risico’s wijst, dat ze dan niks doms zullen doen en er bijgevolg geen kwaad zal geschieden. Consequentialisten zweren bij regels en protocol. Loopt er toch iets mis, dan zijn er voor de consequentialist twee mogelijkheden: iemand heeft de regels niet gevolgd, óf er ontbrak een regel en er moet een nieuwe worden bedacht.

Een non-consequentialist daarentegen is ervan overtuigd dat de wereld onvoorspelbaar is. Hij gaat ervan uit dat wat in de samenleving en in een mensenleven gebeurt niet alleen het gevolg is van rationeel genomen beslissingen, maar net zo goed van toeval, geluk of pech. Veel van wat ons overkomt valt niet te voorzien.

Het mooie aan het betoog van Versnel en Brouwer is dat vele dingen plots begrijpelijk worden. Dat een Amerikaan complexloos zijn rijkdom etaleert, bijvoorbeeld. Hij zal je onmiddellijk vertellen wat hij verdient, al bij de eerste kennismaking. Geen gêne, hij beschouwt het immers als zijn eigen verdienste. Er loopt een rechte lijn van de achttiende-eeuwse consequentialisten naar de hedendaagse meritocraten. Wie rijk is, mag daar terecht trots op zijn. De arme heeft het fout aangepakt, hij had het kunnen en moeten voorzien.


Het Rijnland in verdrukking

De consequentialist ervaart sociale ongelijkheid niet als een probleem. Ongelijkheid is het resultaat van het streven van een verzameling individuen die in alle vrijheid rationeel hebben kunnen beslissen en handelen. De non-consequentialist heeft met die ongelijkheid veel meer moeite, omdat hij beseft dat ze in grote mate het gevolg is van toevallige omstandigheden waar niemand schuld of verdienste aan heeft: de broek waaruit je werd geschud, je aangeboren talent, je gezondheid, de gunstige ontmoetingen die je helpen in je carrière. Daardoor hechten non-consequentialistisch denkende samenlevingen – enigszins veralgemenend: de Rijnlandmodelaanhangers op het Europese vasteland – meer belang aan sociaal-corrigerende maatregelen dan een consequentialistisch denkende maatschappij.

Het boek van Versnel en Brouwer is een bot waar flink wat vlees aan zit. De angstcultuur die ons in haar greep heeft, de wildgroei aan controleprocedures in het bedrijfsleven en het onderwijs, de juridisering van de samenleving: het zijn evenzoveel uitingen van onze groeiende afkeer van risico’s en onzekerheid. Van onze zero tolerance voor ongelukken en mislukkingen. Van ons groeiend onvermogen om de mens te nemen voor wat hij is: een zijn best doende, bij momenten aandoenlijke, maar uiteindelijk sterfelijke sukkel.

Jan Leyers (Filosoof, muzikant, televisiemaker en schrijver)


DS, 17-08-2013