PDA

Bekijk de volledige versie : De mythe van een kaki democratie


Barst
12th August 2013, 16:54
De mythe van een kaki democratie

Ian Buruma


Tussen Moslimbroeders en Morsi-tegenstanders zit het in Egypte nog wel een tijdje scheef. De kwestie staat symbool voor een oud probleem, zegt Ian Buruma: de kloof tussen de seculiere stedelingen en de vaak religieuze armen op het platteland.


Egypte en Thailand hebben maar een ding gemeen: in beide landen hebben mensen die er prat op gaan democraten te zijn, op zeker ogenblik een militaire coup tegen een verkozen regering toegejuicht. In Egypte gebeurde dat vorige maand, in Thailand in 2006. In beide gevallen hadden die mensen jarenlang tegen een militaire dictatuur gestreden, en toch waren ze blij toen hun verkozen politieke leiders met geweld werden verdreven.

Die perversiteit valt te verklaren. De verkozen leiders in beide landen – Thaksin Shinawatra in Thailand en Mohamed Morsi in Egypte – waren goede voorbeelden van ondemocratische democraten: ze beschouwden hun verkiezingsoverwinning als een vrijgeleide om de wet naar hun hand te zetten en zich als autocraten te gedragen.

Hun gedrag is wellicht typisch voor leiders in landen zonder noemenswaardige democratische traditie. De Turkse premier Tayyip Erdogan zit in hetzelfde kamp. En als de leiders van de Algerijnse Islamitische Heilspartij (FIS) in 1991 de macht had kunnen grijpen na hun eerste verkiezingssucces, dan hadden ze zich ongetwijfeld ook tot ondemocratische leiders ontpopt. (In de plaats daarvan werden ze neergeslagen door een militaire staatsgreep, nog vóór een tweede ronde in de verkiezingen kon plaatsvinden, wat leidde tot een burgeroorlog die acht jaar aansleepte en naar schatting 200.000 mensenlevens eiste).

De nasleep van de Thaise coup in 2006 verliep veel minder bloedig. Maar de aanhangers van Shinawatra blijven met een wrang gevoel zitten, zelfs nu zijn zus, Yingluck, premier is. Straatgeweld is er een constante dreiging. De zieke, zwakke koning Bhumibol Adulyadej is nog het enige symbool van nationale eenheid. Zonder hem zou het geweld tussen de armen op het platteland en de rijke elite in de steden snel weer kunnen oplaaien. Dat voorspelt weinig goeds voor de Thaise democratie. Het laatste wat dit land nodig heeft, is nog een militaire interventie.


Egyptische geheime politie

In Egypte ziet de situatie er momenteel nog slechter uit. De leider van de militaire staatsgreep, generaal Abdul-Fattah al-Sisi, heeft gezworen de Moslimbroeders van Morsi bijzonder hard te zullen aanpakken. Vorige maand openden veiligheidstroepen tot twee keer toe het vuur op aanhangers van de Moslimbroeders, die vreedzaam betoogden tegen de afzetting en de arrestatie van Morsi. Bij die confrontaties kwamen bijna tweehonderd mensen om. De geheime politie, die er onder de voormalige president Hosni Moebarak om bekend stond regelmatig mensen te folteren, is voor het eerst sinds de revolutie van 2011 weer actief.

Democratisch kun je dat allemaal bezwaarlijk noemen. Toch zijn veel Egyptenaren, onder wie zelfs enkele mensenrechtenactivisten, het eens met die gang van zaken.

Zelfs een man die in 2011 op het Tahrirplein door een militair in elkaar werd geslagen, vindt nu dat het Egyptische volk het leger moet steunen en dat alle leiders van de Moslimbroeders in de cel thuishoren. Een vooraanstaand democratisch activist, Esraa Abdel Fattah, heeft de partij van Morsi ‘een bende door buitenlandse mogendheden gesteunde terroristen’ genoemd.

De militaire leiders zeggen precies hetzelfde: uitzonderingsmaatregelen, harde repressie, veiligheidstroepen op straat, het is allemaal nodig ‘om het terrorisme aan te pakken’. Sommige buitenlandse commentatoren zijn net zo misleid als de Egyptenaren die de coup steunen. De reactie van een bekende Nederlandse schrijver was typerend: het kan hem niet veel schelen wat er met de aanhangers van Morsi gebeurt, het zijn toch allemaal ‘islamo-fascisten’. Buitenlandse mogendheden, met inbegrip van de Verenigde Staten, wenden intussen de blik af. De regering van Barack Obama weigert wat gebeurd is te omschrijven als een ‘coup’. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, beweert zelfs dat het leger ‘de democratie herstelt’.

Het lijdt geen twijfel dat de regering-Morsi onervaren, zelfs onbekwaam was, en dat ze zich nauwelijks bereid toonde te luisteren naar andere stemmen dan die van haar aanhangers – die vaak allesbehalve democraten zijn. Maar Morsi en zijn gevolg zijn geen terroristen. En Morsi was geen Egyptische versie van de Iraanse ayatollah Ruholla Khomeini.

De door Morsi gewonnen verkiezingen gaven miljoenen mensen voor het eerst een politieke stem. Veel van die mensen waren arm, niet opgeleid, en erg godsdienstig. Misschien waren ze geen goede democraten en waren ze weinig tolerant voor mensen met andere opinies. Velen onder hen hielden er meningen op na waar seculiere democraten van huiveren: over de rol van de vrouw, over seks, over de plaats van de islam in het openbare leven. Maar die mensen met geweld het zwijgen opleggen en hen terroristen noemen, kan alleen tot meer geweld leiden.


Genadeslag

Als je de uitslag van democratische verkiezingen niet respecteert, dan zoeken mensen andere manieren om hun stem te laten horen. Morsi heeft met zijn autocratische neigingen misschien de democratie schade berokkend, maar door een coup tegen hem te plegen heeft het leger die democratie de genadeslag gegeven.

Het is een oud probleem: hoe overbrug je in ontwikkelingslanden de kloof tussen de seculiere, min of meer verwesterde stedelijke elites en de armen op het platteland? Een mogelijkheid is seculiere modernisering opleggen door de armen en hun religieuze organisaties te onderdrukken. Maar Egypte heeft al de genadeloze repressie moeten ondergaan van seculiere politiestaten, zowel linkse als rechtse. Een andere mogelijkheid is: de democratie een kans geven.

Dat lukt dan weer nooit zonder een of andere vorm van religiositeit toe te laten in het openbare leven. Democratie kan in het Midden-Oosten nooit werken zonder rekening te houden met de islam. Maar als de vrijheid om andere meningen of geloofsovertuigingen te uiten ontbreekt, zal die democratie altijd ondemocratisch blijven.

Dat laatste kunnen islamitische partijen moeilijk aanvaarden. Veel moslims verkiezen een ondemocratische vorm van democratie. Maar wie de democratie genegen is, moet aanvaarden dat moslims ook het recht hebben een politieke rol te spelen. Het enige alternatief is immers een terugkeer naar de autocratie. Hoe meer de militaire coup tegen Morsi wordt toegejuicht, des te groter de kans dat het die laatste optie wordt.


Ian Buruma (sinoloog, japanoloog, journalist en publicist)


DS, 07-08-2013 (© Project Syndicate)