PDA

Bekijk de volledige versie : Hervormingsmanie nefast!


Barst
28th November 2005, 17:00
Studiehuis: waar ging het mis?


Uitzenddatum: Ma. 28 november 2005, 20.30u


Vorige maand bleek uit een evaluatie van het studiehuis dat leerlingen met een havo- of vwo-diploma onvoldoende zijn voorbereid op een vervolgopleiding aan hogeschool of universiteit. Minister Van der Hoeven van Onderwijs zal een deel van de hervormingen in het studiehuis terugdraaien. Waar ging het mis met het studiehuis?


Tweede fase

Het studiehuis, officieel tweede fase genoemd, werd in 1998 ingevoerd. Politici, met name van de PvdA, besloten dat het onderwijs drastisch moest worden vernieuwd.


Vakken verdubbeld

Het onderwijs voor leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo moest zwaarder: het aantal eindexamenvakken werd verdubbeld. Op de havo ging het aantal vakken van zes naar dertien en op het vwo van zeven naar veertien. Ook moesten de scholieren in de tweede fase zelfstandig informatie vergaren en verwerken. Het zwaartepunt kwam meer te liggen op vaardigheden dan op kennis.


Mis

Sinds de invoering van het studiehuis zijn er verschillende aanpassingen gemaakt. Onlangs bleek uit een evaluatie (‘zeven jaar tweede fase, een balans’) dat er nogal wat mis is met het ‘nieuwe leren’. De lesstof is te versnipperd, waardoor leerlingen nergens echt goed in zijn. Hogescholen en universiteiten klagen dat eerstejaars niet goed kunnen spellen en rekenen. Ook schieten de analytische vaardigheden tekort.


Teruggedraaid

Minister Van der Hoeven heeft na de evaluatie aangekondigd dat een deel van de tweede fase weer wordt teruggedraaid. De minister wil het aantal vakken terugbrengen en scholen meer ruimte geven bij de invulling van de lesstof.



In Netwerk een gesprek met Nel Ginjaar-Maas, oud-staatssecretaris onderwijs en een van de grondleggers van de tweede fase en Jan Dirk Imelman, emeritus hoogleraar pedagogiek en fel tegenstander van het studiehuis.

Barst
3rd January 2006, 15:58
Parlement, word wakker, het mbo gaat eraan


Vroeger kon de onderklasse emanciperen via het onderwijs. Maar het moderne Nieuwe Leren sluit jongeren aan de onderkant op in hun getto.


Na de mislukking van het Studiehuis wordt nu aan het mbo de ideologie van het Nieuwe Leren opgelegd. Niet het ministerie initieert deze onderwijsrevolutie, maar de verzelfstandigde onderwijsadviesorganisaties zoals het APS en de BVE-raad. Een elite van beleidsmakers schaft zonder enige wetenschappelijke basis, zonder instemming van het docentenkorps en zelfs zonder politieke instemming het onderwijs af en vervangt het door een ideologie van zelfwerkzaamheid. Zij willen geen parlementaire pottenkijkers.

In het mbo is een ravage aangericht met de invoering van dit zogenoemde competentieonderwijs. De functie van leraar is achterhaald; in de toekomst wordt het ’onderwijs’ verzorgd door instructeurs, die de leerling verwijzen naar de juiste studiewijzer, het antwoordmodel aanreiken, aftekenen welke opdracht is gedaan, waarna het diploma wordt uitgereikt. Bijna alle leerlingen krijgen het diploma, ook al missen ze kennis en vaardigheden.

Het Oude Leren was gericht op de emancipatie van de onderklasse en heeft daarin een enorme prestatie geleverd, wat de hedendaagse beleidsmakers ook beweren.

Onze grootouders hadden niet meer dan lagere school en kenden bittere armoede. Onze ouders wisten zich te ontwikkelen via het onderwijs. Mijn vader werd onderwijzer en, door eindeloze avondstudie, leraar geschiedenis. Het onderwijs was toen echt emancipatoir; het stelde hoge eisen, want het ging om hogere beschaving en cultuur. En dat was precies waar de toenmalige (witte) onderklasse wenste: deel uitmaken van de middenklasse, je eigen lot bepalen en participeren in de samenleving. Had je niet de capaciteiten voor hbs of de mulo, dan deed je de lts, waar je werd opgeleid tot een uitstekende vakman. Ook zo had je toegang tot de middenklasse. Het onderwijs liet nauwelijks talent verloren gaan.

In de jaren zeventig veranderde het hoger onderwijs in een culturele en geestelijke woestijn. De babyboomers die toen zijn afgestudeerd zijn de profeten van het nieuwe leren en het competentieonderwijs van nu.

Het Nieuwe Leren verhindert de emancipatie van de (nu etnische) onderklasse, omdat het niet uitdaagt en prikkelt en omdat het principieel de overdracht van kennis afwijst. De gebrekkige kennis en de aangeleerde routineuze vaardigheden die resulteren in het hedendaagse mbo-diploma, veroordelen de huidige generatie leerlingen tot een leven van losse scharrelbaantjes en uitkeringen. Deze vorm van onderwijs voert regelrecht naar een gesegregeerde samenleving, die zich in Rotterdam overal aftekent. Het Nieuwe Leren leert de leerling op het juiste knopje te drukken, maar biedt hem geen inzicht in zichzelf, zijn eigen situatie of de context van zijn werk en maatschappij. Het Nieuwe Leren biedt hem geen uitweg uit het getto, maar sluit hem daar juist in op. Een gruwel voor iedere rechtgeaarde onderwijzer.

Als de onderwijsprofeten van nu over tien jaar worden opgeroepen voor een parlementaire enquęte over het fiasco van het Nieuwe Leren dat een hele generatie talent verloren heeft laten gaan, dan willen we niet horen dat ze het niet geweten hebben.

Harm Beertema is werkzaam in het Rotterdamse beroepsonderwijs.


Trouw, 03-01-2006