PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Het glazen plafond bestaat niet'


Barst
15th April 2013, 15:09
‘Het glazen plafond bestaat niet'

Mark Nelissen. ‘Darwin in het nieuws. Of hoe de evolutie nog elke dag de voorpagina's haalt', Lannoo. 215 blz.


Dat vrouwen minder makkelijk doorstoten naar de top, heeft niets te maken met een ‘glazen plafond', maar met een ‘kleverige vloer'. Het is maar een van de vele inzichten uit het nieuwe boek van bioloog Mark Nelissen, de man die oergedrag ontwaart in elk nieuwsverhaal.


Als een bioloog de krant leest, ziet hij wat voor de doorsnee sterveling doorgaans verborgen blijft: de diepe, oeroude mechanismen die ons gedrag sturen. Neem nu die allochtone jongens die naar Syrië vertrekken, om daar mee te vechten in een oorlog die op het eerste gezicht niet de hunne is.

‘Meestal gaat het om jongemannen die zich in onze maatschappij niet kunnen waarmaken', zegt de Antwerpse bioloog Mark Nelissen. ‘Misschien worden ze gediscrimineerd, of ze hebben tenminste het gevoel dat ze gediscrimineerd worden. Hoe dan ook zijn ze ervan overtuigd dat ze in ons land geen status kunnen verwerven. In Syrië wel. Denken ze. Ze hebben het gevoel dat ze daar iemand kunnen zijn, dat ze daar wel een positie in de hiërarchie kunnen verwerven. Dat zie je ook bij jongeren in Afrikaanse jeugdbendes in Brussel: in de bende hebben ze een status die ze in de maatschappij niet kunnen opbouwen.'

Nelissen is hoogleraar biologie aan de Universiteit Antwerpen en auteur van verschillende boeken waarin hij het darwinistische denken voor een breed publiek verklaart – De bril van Darwin uit 2000 is de beste inleiding in het evolutionaire denken in ons taalgebied. De biologische bespiegelingen over de actualiteit die hij regelmatig op zijn blog publiceert, werden nu samengebracht in de bundel Darwin in het nieuws , een toegankelijke en verrassende kijk op het oergedrag dat verscholen zit in elke krantenkolom.

De jacht op status waarvoor Vlaamse jongeren naar Syrië trekken, is een centraal concept bij de verklaring van al ons doen en laten, legt Nelissen uit. ‘Dat, én ons voortdurende verlangen om deel uit te maken van een groep. We willen altijd en overal tot een groep behoren die zich dan afzet tegen een andere groep - in het biologische jargon: in-group versus out-group . Het wij-zij-denken is met andere woorden bijzonder diep in ons verankerd, het duikt overal op. Ieder van ons behoort tot verschillende groepen: een land, bedrijf, tennisclub, noem maar op. Dat zijn allemaal cirkels waar we deel van uit maken.'

En in elke cirkel staat als het ware een ladder die je kunt beklimmen, zegt Nelissen. ‘We zijn voortdurend bezig met onze plek in de rangorde. We willen altijd hogerop. En als dat in de ene cirkel niet lukt, probeer je dat in een andere. Herman Van Rompuy heeft wellicht weinig behoefte om voorzitter te worden van de tennisclub, omdat hij Europees president is. En die allochtone jongens die naar Syrië trekken, willen in de cirkel van hun geloofsgenoten proberen te bereiken wat ze in de cirkel van onze samenleving niet kunnen.'


Het verklaart volgens u ook waarom sommige allochtone jongeren het gezag van de politie niet aanvaarden.

‘Precies. Als je het gevoel hebt dat je geen deel uitmaakt van een bepaalde groep, dan aanvaard je ook de hiërarchie binnen die groep niet. Als we met andere woorden willen dat de politie wel vat krijgt op probleemjongeren, dan moeten we ervoor zorgen dat die het gevoel krijgen dat ze deel uitmaken van onze maatschappij. Dat moeten ze natuurlijk zelf doen, maar ook wij kunnen een inspanning doen om dat te bereiken. Want dat is het basisprobleem: die neiging om onszelf binnen of buiten een groep te plaatsen, is een zeer krachtige stuwende kracht van menselijk gedrag.'


Moeten we daar meer rekening mee houden?

‘Als je onze evolutionaire drijfveren beter begrijpt, kun je proberen om ongewenst gedrag te counteren. Het grootste misverstand dat over de evolutietheorie bestaat, is dat het slecht gedrag goedpraat. Racisme kan bijvoorbeeld ook verklaard worden vanuit dat in-group/out-group-mechanisme. Maar een verklaring is nooit een goedkeuring. Het is niet omdat een bepaald kenmerk ingebakken is, dat het goed is. Sterker nog: heel wat van onze ingebakken mechanismen werken niet meer. Ze boden een voordeel in het stenen tijdperk, het waren uitstekende oplossingen toen we in kleine, geïsoleerde groepjes leefden, maar ze leiden tot veel onheil in de moderne wereld.'


Geef eens een voorbeeld?

‘Elke oorlog is daar een voorbeeld van. Maar ook elk geval van verkeersagressie. De mens is een territoriaal ingesteld wezen, en van onze auto hebben we het gevoel dat hij tot ons territorium behoort. Wie daar te dicht bij komt, wie onze grens overschrijdt, wekt onze woede op. Dat is iets wat we bijna niet onder controle hebben: die woede komt heel snel op, ze overmant ons als het ware. Maar als je je ervan bewust bent dat dat het gevolg is van oeroude mechanismen, kun je je proberen te beheersen. Het beste trucje is heel eenvoudig: probeer je even te verplaatsen in de andere, en de woede zal meteen wegebben.'


Nu klinkt u als de dalai lama.

(lacht) ‘Juist. Ik verwijs in mijn boeken een paar keer naar hem. Er is nog iets wat we van hem kunnen leren, waar we zowel bij die allochtone jongeren als bij die verkeersagressie ons voordeel mee kunnen doen. We moeten leren een onderscheid te maken tussen de daad en de persoon. Als iemand iets verkeerd doet, kunnen we de daad afkeuren zonder de persoon zelf aan te vallen. Op die manier kunnen we jongeren die zich uitgesloten voelen, dichter naar ons toe trekken.'


In uw nieuwe bundel staan verschillende stukken over homoseksualiteit. Bestaat daar een evolutionaire verklaring voor?

‘Nee, een sluitende verklaring hebben we nog niet. Volgens een recente hypothese zou homoseksualiteit bij ons en bij andere mensapen iets te maken kunnen hebben met de loskoppeling van seks en voortplanting. Bij de bonobo's hebben mannen en vrouwen ook seks binnen hun geslacht, daar wordt seks gebruikt om spanningen en conflicten op te lossen. Hoe dan ook is homoseksualiteit geen afwijking of ziekte, wat veel mensen, en onder meer de katholieke Kerk, nog altijd denken. Ik vergelijk het met linkshandigheid: het is een variant die bij ongeveer tien procent van de bevolking voorkomt.'


Uw boek zal weer veel feministes boos maken. U gooit het glazen plafond aan diggelen.

‘Het glazen plafond bestaat niet. Toch niet volgens de definitie die men er nu aan geeft. Die zegt dat je als vrouw op een bepaald moment niet meer hoger in hiërarchie kunt omdát je een vrouw bent. En dat is niet zo, dat is nooit zo geweest. Ik heb aan de universiteit in talloze commissies gezeten en nooit, maar dan ook nooit, heb ik het meegemaakt dat een kandidaat voor een job of een promotie niet werd gekozen omdat ze een vrouw was.'


Waarom halen vrouwen dan minder vaak de top?

‘Niet omdat er een glazen plafond is, maar omdat de vloer zo kleverig is, om eens een ander beeld te gebruiken. Mannen zullen veel makkelijker hun gezinsleven opofferen voor hun carrière, omdat voor mannen de jacht op status belangrijker is dan voor vrouwen. Hoeveel topmanagers zijn er niet die aan hun derde huwelijk toe zijn? Dat is geen toeval. Vrouwen vinden hun gezin doorgaans veel belangrijker en zijn minder snel geneigd om dat op te offeren voor hun carrière, zelfs als ze geen kinderen hebben'


Waarom vinden vrouwen hun gezin belangrijker?

‘De diepe evolutionaire reden daarvoor is van seksuele aard. Vrouwen zijn zeker van hun nageslacht en hebben er groot belang bij om hun kinderen zo goed mogelijk te verzorgen. Ze kunnen ook maar een beperkt aantal kinderen krijgen. Mannen hebben er evolutionair gesproken meer voordeel bij om een hoge status te bereiken, zodat ze veel vrouwtjes kunnen bevruchten.'


U verklaart ook waarom vrouwen mannen met humor willen.

‘Humor is een signaal van intelligentie. Vrouwen hebben er belang bij dat ze een partner kiezen die gezond, sterk en intelligent is. Kracht en gezondheid kun je fysiek herkennen. Intelligentie niet. Humor is een van de signalen die de evolutie heeft bedacht om intelligentie te tonen. Vrouwen moeten die humor kunnen begrijpen, dus ze hebben zeker evenveel gevoel voor humor als mannen. Alleen hebben ze dat niet nodig om mannen te verleiden. Mannen zoeken bij een vrouw vooral jeugd en gezondheid, tekenen van vruchtbaarheid.'


Zou de wereld er anders uitzien mochten vrouwen overal aan de knoppen zitten?

‘Absoluut, daar ben ik vast van overtuigd.'


Was wijlen Margaret Thatcher geen bewijs van het tegendeel?

‘Thatcher stamt nog uit het tijdperk dat vrouwen op een mannelijke manier de macht moesten verwerven. Dat is stilaan aan het veranderen. Er zullen de komende decennia onvermijdelijk veel meer vrouwen aan de macht komen. Op een vrouwelijke manier.'


Wat is het verschil tussen vrouwelijke en mannelijke macht?

‘Mannen hebben een veel steilere hiërarchie, bij vrouwen is die meer afgevlakt. Vrouwen betrekken de hele groep bij hun streven naar een hogere status, ze zullen iedereen willen meenemen. Mannen zijn veel individualistischer. Uit onderzoek blijkt ook dat vrouwen veel makkelijker het advies aanvaarden van iemand die onder hen staat in de hiërarchie. Mannen zullen dat niet doen, die luisteren alleen naar de baas.'


DS, 13-04-2013 (Joël De Ceulaer)

I*ngborg.keynen
15th April 2013, 23:10
Dat er nog steeds oeroude mechanisme in ons zitten is volgens mij een feit dat niet te ontkennen valt. Nog steeds is het eerder de vrouw die thuis blijft en de man die werken gaat. De verzorgende vrouw en de werkende man, het blijft een beeld dat ons, hoewel we ons in een vooruitgaande tijd bevinden, zal blijven achtervolgen en deels ook aanspreken.

Daar zit ook deels het probleem van het zogezegde glazen plafond of de kleverige werkvloer. Volgens mij is het een combinatie van de twee, maar beiden zijn ze gestuurd door die aloude mechanismen. De kleverige werkvloer is zoals Mark Nelissen het uitlegt en daar ga ik ook mee akkoord. Wij vrouwen zijn eerder bereid onze carrière stop te zetten in functie van ons gezin. Dit refereert terug naar vroeger, waar wij onze taak hadden te zorgen voor het gezin en de man de taak had van te werken. Mensen kijken nog steeds raar op als het omgekeerd is. Als de man thuisblijft en de vrouw gaat werken, want ‘dat is toch tegen onze natuur’. Die aloude mechanismen blijven ingebakken zitten.

Niettemin denk ik toch dat er nog steeds een glazen plafond bestaat. Niet dat vrouwen niet mogen opklimmen en promoveren. Ze mogen dit volgens de wet en de regels. Maar toch de aanvaarding lijft toch nog minder volgens mij. Andere mensen kijken op naar een vrouw die het geschopt heeft tot directrice van een groot bedrijf, maar vaak zijn het haar werknemers die er toch nog meer moeite mee hebben denk ik. Ik denk dat we liever toch bevelen en orders krijgen van een man. Met de verwijzing naar die oude mechanismen, mannen hadden de taak ons te beschermen en ons in leven te houden. Vrouwen zijn de baas in het gezin, maar mannen daarbuiten. Ik zeg niet dat het glazen plafond bestaat uit loodglas, nee het heeft al serieuze barsten in zich. We beginnen toch, ondanks de strijd met onze mechanismen, vrouwelijke macht te aanvaarden en als compleet normaal te beschouwen. Maar het zal nooit conform zijn met deze mechanismen en altijd een soort van strubbelingen geven volgens mij. Niettemin zijn vrouwen aan de top ook goed, alleen op hun eigen manier. Ze zijn anders dan mannen en dat vraagt vaak ook wel aanpassing.

We moeten bereid zijn deze te maken en deze vrouwen ook de mogelijke flexibiliteit geven, in de mate van het mogelijke, om een topfunctie te kunnen beoefenen, maar ook een gezin te kunnen onderhouden. Maar dat zijn oplossingen die we ergens anders gaan moeten zoeken.