PDA

Bekijk de volledige versie : "Ik voel me soms meer boekhouder dan leraar"


dorien.van.heupen
10th April 2013, 08:00
[SIZE=4]Directie cruciaal in strijd tegen planlast[/SIZE]

Niets ergert leraren meer dan planlast. Toch kan niemand zeggen wat het precies is. Vraag aan tien collega’s wat zij als planlast ervaren en je krijgt evenveel antwoorden. Professor Patrick Kenis, onderzoeker Walter van Andel (Antwerp Management School) en Peter Michielsens (ere-inspecteur-generaal bij de inspectie) onderzochten op vraag van de minister van Onderwijs het zwarte beest in de Vlaamse lerarenkamers. “Directeurs spelen een sleutelrol. Als zij het werk anders organiseren, kan de planlast naar beneden. Maar ook de overheid en de inspectie kunnen de druk verminderen.”

Wat is planlast?
“De laatste tien jaar hebben scholen er heel wat extra taken bij gekregen”, zegt Michielsens. “Zo kwamen er naar aanleiding van nieuwe eindtermen heel wat andere leerplannen. De juridische druk neemt toe en ook het aantal leerlingen met een zorgetiket stijgt. Dat zorgt voor heel wat planlast.”
“Toch is het onmogelijk om een overzicht te maken van alle taken die onder de noemer planlast vallen”, zegt Kenis. “Het is een containerbegrip geworden voor alle niet-lesgebonden activiteiten die leraren en directeurs niet zinvol vinden. Dat is papierwerk, maar ook andere extra’s. Wat voor de ene leraar planlast is, is dat voor de andere niet. Je kan het niet objectief vaststellen.”
“Een term die de lading beter dekt, is irriterende regeldruk”, zegt Michielsens. “Directies en leraren hebben geen probleem met regels op zich. Maar als ze de regels als druk ervaren, ergeren ze.”

“Irriterende regeldruk wordt veroorzaakt door externe factoren zoals de overheid, ouders en leerlingen maar vooral door de manier waarop de school het werk organiseert”, zegt Kenis. “De directeur speelt daarin een cruciale rol. Hij moet alle extra’s die op leraren afkomen, filteren.”

“Daar knelt vaak het schoentje”, weet Michielsens. “De werkorganisatie op school is onvoldoende afgestemd op de externe factoren die voor extra druk zorgen. Veel directies en leraren beschikken niet over de juiste capaciteiten om in te spelen op de extra’s die van hen worden verwacht. Dat zorgt voor ergernis.”

Wat veroorzaakt planlast?
1. Onduidelijke doorlichtingsadviezen

Kenis: “De directie ziet de adviezen van de doorlichting als een manier om haar beleid te verbeteren. In sommige gevallen gebruikt ze de inspectie zelfs als hefboom om de leraren hun agenda beter te laten bijhouden, meer vakgroepvergaderingen te laten organiseren, enzovoort.”
Michielsens: “Vooral leraren in het basisonderwijs storen zich eraan dat de directie de doorlichting ‘misbruikt’ om extra taken op te leggen. De inspectie zelf houden ze veel minder verantwoordelijk voor de regeldruk die een doorlichting met zich meebrengt.”
Kenis: “Directeurs vinden wel dat de inspectie te veel documenten opvraagt en te weinig rekening houdt met wat ze op de school zelf ziet. Ze vinden de vragen van de inspectie niet altijd even duidelijk. Dat de pedagogische begeleidingsdiensten heel vaak iets anders zeggen dan de inspectie, zorgt voor nog meer verwarring.”
Michielsens: “Ook leraren in het secundair ergeren zich aan de onduidelijkheid over wat de inspectie verlangt. Het meest klagen ze over de verplichting om alles neer te schrijven. Vooral de jaarplannen en de vakoverschrijdende eindtermen zorgen voor ergernis.”

2. Veranderende leerplannen

Kenis: “Nieuwe leerplannen zorgen voor heel wat bijkomende werkdruk: extra vakvergaderingen, nieuwe handboeken … Leraren beseffen dat vernieuwing soms nodig is, maar vinden heel wat veranderingen niet noodzakelijk. Het stoort hen dat nieuwe plannen soms maar kleine wijzigingen bevatten.”
Michielsens: “Basisscholen klagen dat ze zelf moeten uitzoeken of een nieuwe methode beantwoordt aan het nieuwe leerplan. Een erkenning van de methodes door de pedagogische begeleidingsdienst zou veel beter zijn.”
Kenis: “Leraren in het secundair hebben ernstige kritiek op de inhoud van de leerplannen. Ze zijn te open opgesteld en wijzigingen worden nergens verantwoord. Ook voorlopige goedkeuringen van leerplannen vinden ze lastig. Vaak verschillen ze van de definitief goedgekeurde plannen.”

3. Meer leerlingen met (leer)problemen

Kenis: “Het aantal leerlingen met dyslexie, ADHD, autisme … is de laatste jaren enorm toegenomen. Basisscholen beschikken over een zorgteam dat die leerlingen opvolgt. Dat zorgt voor heel wat extra vergaderingen. Leraren klagen ook over de complexiteit van de dossiers en de administratie die ze voor deze leerlingen moeten bijhouden. In het secundair volgt de leerlingenbegeleiding die leerlingen op. Die werkt echter vooral rond de socio-emotionele begeleiding. Directies zouden liever aparte uren voor zorg hebben.”
Michielsens: “Het CLB zou de scholen in de begeleiding van die leerlingen kunnen helpen. Maar de meeste scholen zijn helemaal niet tevreden over de samenwerking met het CLB. Ze vinden dat hun eigen inbreng veel effectiever is. Leraren in basisscholen ergeren zich ook aan de vele documenten die ze moeten invullen om het CLB in te schakelen.”
Kenis: “Leraren in het secundair vinden dan weer dat leerlingen te snel een diagnose krijgen. Soms merken ze zelf geen problemen in de les. Ze ergeren zich aan de vele sticordimaatregelen die ze voor die leerlingen moeten nemen en de administratie die ze daarvoor moeten bijhouden. Het gewone leerlingvolgsysteem is geen bron van ergernis.”
Michielsens: “Directies vinden leerlingendossiers vooral belangrijk om zich in te dekken bij eventuele problemen. Ze storen zich aan die juridisering. Maar voor ouders en vooral advocaten telt alleen wat op papier staat. Die administratieve last maakt trouwens dat leraren minder geneigd zijn om leerlingen extra te begeleiden. Het zorgt ook voor extra druk bij deliberaties.”

4. Mondige en veeleisende ouders

Kenis: “Directies zijn positiever over de ouders dan leraren. Ze benadrukken wel dat de communicatie met de ouders veel inspanningen vergt, vooral in scholen met veel allochtone leerlingen. In het secundair merken directies op dat ouders veel mondiger zijn dan vroeger. Sommige ouders zijn te assertief en beroepen zich te snel op hun rechten, aldus de directeurs.”
Michielsens: “Leraren zijn veel kritischer. Ze klagen over te hoge verwachtingen van ouders en een gebrek aan vertrouwen. Iedere ouder vindt zijn kind geniaal en eist dat de leraar alles voor hem doet. Dat steeds meer ouders een deel van hun opvoedingstaak – zoals helpen bij het huiswerk – naar de school doorschuiven, tergt leraren mateloos. Net zoals de directie vinden ze dat een goede communicatie met de ouders heel wat bijkomende inspanningen vergt.”

Hoe verminder je planlast? 10 tips

“Verschillende partijen kunnen helpen om planlast te vermijden of te verminderen. Toch hebben ze niet noodzakelijk ‘schuld’ aan de extra werkdruk”, benadrukken de onderzoekers.

Schooldirecties

1. Verdeel het werk eerlijker
Kenis: “Scholen kunnen zelf beslissen hoe ze hun personeel inzetten. Toch denken directies zelden out of the box. Een klastitularis heeft bijvoorbeeld veel meer extra taken dan een leraar lichamelijke opvoeding. Toch moeten ze vaak evenveel toezicht houden op de speelplaats. Directies moeten daar meer rekening mee houden.”

2. Herbekijk de werkorganisatie
Michielsens: “Heel vaak neemt de directie de manier waarop ze extra’s zoals het toezicht op de speelplaats of de registratie van de aanwezigheden organiseert jaar na jaar klakkeloos over. Een kleine, creatieve ingreep – zoals de opdracht van alle leraren vastleggen in een globaal weekrooster – kan die extra opdrachten nochtans vaak veel vlotter laten verlopen.”

Ministerie van Onderwijs

3. Zorg voor een middenkader
Kenis: “Directeurs kunnen beter ondersteund worden door een middenkader, met specialisten op het vlak van financiën, recht, infrastructuur … De directeursopleiding is trouwens ook aan herziening toe. Alle vaardigheden die een directeur nodig heeft om een school te leiden, moeten erin aan bod komen.”

4. Check nieuwe regels op irriterende regeldruk
Michielsens: “Bij de voorbereiding van nieuwe regelgeving moet de overheid controleren of de nieuwe regels geen irriterende regeldruk veroorzaken. Voor bestaande regelgeving die druk oplevert, moeten leraren en directies bij een onafhankelijk meldpunt terechtkunnen.”

5. Stop de toenemende juridisering
Kenis: “Leerlingen moeten klacht kunnen indienen bij een onafhankelijk en laagdrempelig rechtscollege als ze het niet eens zijn met een beslissing van de klassenraad. Nu trachten ze eerst hun gelijk te halen via de interne beroepsprocedure en de Raad van State. Scholen klagen dat procedurefouten daar belangrijker zijn de inhoudelijke evaluatie.”

6. Herzie het concept van de VOETen
Michielsens: “Directies en leraren ergeren zich blauw aan het huidige systeem met eindeloze lijstjes. Ze weten niet hoe ze moeten bewijzen dat ze aan de vakoverschrijdende eindtermen werken.”

7. Stop de wildgroei aan zorglabels
Kenis: “Onderwijs moet overleggen met het ministerie van Welzijn om de wildgroei van instellingen en personen die een diagnose van een leerprobleem kunnen stellen, te beheersen.”

Inspectie en pedagogische begeleiding

8. Licht anders door
Michielsens: “De inspectie zou beter controleren hoe de school zelf de onderwijskwaliteit bewaakt en op basis daarvan een beperkt aantal aspecten doorlichten. Dat zou de druk op leraren enorm verlichten.”
Kenis: “Het zou ook beter zijn om alleen nog een gunstig of ongunstig advies te geven. Scholen die nu een beperkt gunstig advies krijgen, besteden zo veel energie aan het wegwerken van die tekorten dat andere beleidsaspecten in de verdrukking komen. Dat komt de kwaliteit op lange termijn niet ten goede.”

9. Verbeter de afspraken tussen inspectie en begeleiding
Michielsens: “Inspecteurs en pedagogische begeleiders moeten duidelijk afspreken wat directies en leraren moeten voorleggen. Nu zeggen ze heel vaak iets anders. Dat zorgt voor verwarring en frustratie.”

10. Keur leerplannen niet meer beperkt goed
Kenis: “Laat nieuwe leerplannen enkel toe na een definitief gunstig advies. Leerplannen die voor een beperkte periode goedgekeurd worden en daarna veranderen, zorgen voor heel wat ergernis.”
Michielsens: “Nieuwe methodes die naar aanleiding van een nieuw leerplan verschijnen, moeten ook systematisch gescreend worden. Dat maakte de keuze voor een nieuwe methode makkelijker. Een indicatief jaarplan waarop leraren zich kunnen baseren, maakt ook een groot verschil.”

Bron: http://www.klasse.be/leraren/32785/ik-voel-me-soms-meer-boekhouder-dan-leraar/

Ik moet eerlijk toegeven dat ik ook wel wat "schrik" heb voor de eerste jaren als leerkracht. Het is zo dat ik ook de indruk heb dat er van leerkrachten erg veel papierwerk wordt verwacht, en de eerste jaren moet je dan ook vaak nog je lesvoorbereidingen op papier afgeven enzovoort. Ik zie het volledig zitten om in het onderwijs te stappen, maar ik kijk wel op tegen al dit administratiewerk. Wel geloof ik dat dit na enkele jaren steeds vlotter zal gaan, maar het zal wel even zoeken worden!
Daarom vind ik ook dat de tips die gegeven worden om planlast te verminderen, door elke school en door de inspectie ter harte zouden genomen moeten worden!