Barst
3rd April 2013, 22:33
Multitasken of multicrashen
In deze tijden van tablets en andere slimme tuigen denken we allemaal dat we het kunnen, maar is de mens wel gemaakt om te multitasken? Amper, zo blijkt.
Multitasken is de laatste jaren uitgegroeid tot een populair onderwerp onder wetenschappers. De hamvraag in die onderzoeken is: kunnen we het of kunnen we het niet?
Soms, lijkt het antwoord. Als je je taken goed kiest, dan kan je er meer dan een aan, concludeert pedagoge Joke Coens (KU Leuven) in haar doctoraat Mobile learning in higher education . ‘Tijdens het joggen kun je via je iPod aan je Spaanse woordenschat werken of een lezing op het net volgen.'
Coens focuste tijdens haar onderzoek op het effect van multitasken op het leerproces. Omdat steeds meer instellingen gebruikmaken van podcasts en weblectures, wilde ze uitzoeken of studenten leren kunnen combineren met andere taken. ‘Het effect van een aantal activiteiten op het leervermogen is klein, maar er zijn beperkingen. Toen we de studenten met diezelfde les Spaans in een autosimulator lieten rijden, crashten ze allemaal.'
Het komt erop aan om de leertaak te combineren met iets wat je bijna automatisch kunt, concludeert Coens. Maar zelfs dan is multitasken niet vanzelfsprekend. ‘Zo lieten we studenten op een fiets naar een online lezing kijken. De ene groep moest gewoon fietsen en kijken, de tweede moest ook een hartmonitor in het oog houden. Dat laatste maakte het fietsen een stuk minder automatisch, en die studenten misten dan ook grote flarden van de lezing.'
Ook de inhoud van wat de studenten moesten leren, speelde een rol. Een les Spaans, vol herhaling, was makkelijker te volgen dan een lezing waarin dertig minuten lang een verhaal verteld werd en je de hele tijd moest opletten om goed te kunnen volgen. Belangrijk voor onderwijsinstellingen om te weten, want niet alle lesmateriaal is even makkelijk in mobile learning te gieten.
Drukke hersenen
Niels Taatgen, hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de universiteit van Groningen, is een autoriteit op het vlak van multitasken. ‘Het is inderdaad de situatie die bepaalt of we kunnen multitasken. Eenvoudig gezegd kunnen we taken met elkaar combineren als ze verschillende delen van onze hersenen gebruiken.'
En als het druk is in de hersenen, kan er niet veel meer bij, zo bleek uit een recent onderzoek aan de universiteit van Washington. Zelfs een telefoontje of een sms verwachten, verhoogt de kans op auto-ongelukken. ‘We vergeten wel eens dat autorijden op zich al multitasken is', legt Taatgen uit. ‘Dat maakt rijlessen zo stresserend. Helemaal alleen op een rechte baan, moet je niets meer doen dan de baan houden, en kun je nog aandachtig naar de radio luisteren of praten, want dat zorgt niet voor een conflict in de hersenen. Maar als er veel verkeer is en je gevaarlijke kruispunten tegenkomt, heb je meer hersengebieden nodig. Vandaar dat het gesprek in de auto stilvalt als de chauffeur in een ingewikkelde verkeerssituatie terechtkomt.' En dat telefoneren, al dan niet handsfree, gevaarlijk is.
Dat geldt zowel voor de oudere als voor de jongere generaties, waarvan wel eens gedacht wordt dat ze wel veel tegelijk kunnen doen, omdat ze al multitaskend opgegroeid zijn. Ook zij slagen er niet in om tegelijk tv te kijken, op hun tablet te lezen en sms'en te versturen, en niets te missen, want al die dingen gebruiken dezelfde hersendelen.
Droedelen kan wel
Multitasken is geen goed idee, zou je dus denken. Maar zo eenvoudig is het niet. Als je verschillende taken niet dezelfde hersengebieden gebruiken, kan het werken. Meer zelfs, in sommige omstandigheden leveren we betere prestaties als we twee dingen tegelijk doen.
‘Als je tijdens een vergadering of les droedelt, dan onthoud je beter wat er gezegd wordt', stelt Taatgen. ‘Het tekenen zorgt ervoor dat je gedachten niet afdwalen, maar omdat droedelen een ander deel van je hersenen gebruikt dan opletten, belemmert het je aandacht niet. Ook als je iets moet doen wat je eigenlijk al kunt, helpt het soms om een beetje afgeleid te zijn. Atleten die te veel nadenken over hun motoriek of techniek, presteren slechter. Een ander voorbeeld is het nemen van een pil. Als je daar te veel op focust, dan lukt dat soms niet. Maar als je tijdens het innemen een beetje afgeleid wordt, gaat het vanzelf.'
Het onderzoek van Coens ging over ‘concurrent' multitasken, oftewel het op hetzelfde moment uitvoeren van verschillende taken. Denk: autorijden en telefoneren, strijken en tv-kijken. Daar is ondertussen al uitgebreid onderzoek naar gedaan. ‘Omdat de gevolgen in sommige omstandigheden zo groot zijn', legt Taatgen uit. ‘We maken misschien 99,5 procent van de tijd geen fouten, maar die 0,5 procent keer dat dat wel gebeurt, heeft dat bij een chauffeur, piloot of luchtverkeersleider misschien fatale gevolgen.'
Waar de wetenschap vandaag meer en meer onderzoek naar doet, is ‘sequential' multitasken, oftewel taken afwisselen of een taak uitvoeren die regelmatig onderbroken wordt. ‘Dat onderzoek gaat dan vooral over efficiëntie, het maken van keuzes en hoe ons kortetermijngeheugen werkt. Stel: je bent aan het werk en de telefoon rinkelt. Wat doe je na die onderbreking? Ga je meteen terug naar je taak of kijk je snel even naar je mails? Ben je je concentratie helemaal kwijt of snel weer op dreef?'
In de meeste gevallen zorgt het afwisselen van taken en onderbrekingen voor concentratie- en tijdverlies. Meer dan we vermoeden zelfs. Maar je kunt dat binnen de perken houden, legt Taatgen uit. ‘Door bijvoorbeeld niet bij het eerste belletje de rinkelende hoorn op te nemen, maar eerst de taak, gedachte of zin waar je mee bezig bent, af te werken. Je kunt de telefoon gerust een paar keer laten overgaan, en die paar extra seconden zorgen ervoor dat je na de onderbreking je taak vlotter weer kunt opnemen. We kunnen niet “leren” multitasken, omdat ons brein nu eenmaal zijn beperkingen heeft, maar we kunnen wel leren hoe we beter omgaat met die beperkingen.'
DS, 03-04-2013 (Nathalie Le Blanc)
In deze tijden van tablets en andere slimme tuigen denken we allemaal dat we het kunnen, maar is de mens wel gemaakt om te multitasken? Amper, zo blijkt.
Multitasken is de laatste jaren uitgegroeid tot een populair onderwerp onder wetenschappers. De hamvraag in die onderzoeken is: kunnen we het of kunnen we het niet?
Soms, lijkt het antwoord. Als je je taken goed kiest, dan kan je er meer dan een aan, concludeert pedagoge Joke Coens (KU Leuven) in haar doctoraat Mobile learning in higher education . ‘Tijdens het joggen kun je via je iPod aan je Spaanse woordenschat werken of een lezing op het net volgen.'
Coens focuste tijdens haar onderzoek op het effect van multitasken op het leerproces. Omdat steeds meer instellingen gebruikmaken van podcasts en weblectures, wilde ze uitzoeken of studenten leren kunnen combineren met andere taken. ‘Het effect van een aantal activiteiten op het leervermogen is klein, maar er zijn beperkingen. Toen we de studenten met diezelfde les Spaans in een autosimulator lieten rijden, crashten ze allemaal.'
Het komt erop aan om de leertaak te combineren met iets wat je bijna automatisch kunt, concludeert Coens. Maar zelfs dan is multitasken niet vanzelfsprekend. ‘Zo lieten we studenten op een fiets naar een online lezing kijken. De ene groep moest gewoon fietsen en kijken, de tweede moest ook een hartmonitor in het oog houden. Dat laatste maakte het fietsen een stuk minder automatisch, en die studenten misten dan ook grote flarden van de lezing.'
Ook de inhoud van wat de studenten moesten leren, speelde een rol. Een les Spaans, vol herhaling, was makkelijker te volgen dan een lezing waarin dertig minuten lang een verhaal verteld werd en je de hele tijd moest opletten om goed te kunnen volgen. Belangrijk voor onderwijsinstellingen om te weten, want niet alle lesmateriaal is even makkelijk in mobile learning te gieten.
Drukke hersenen
Niels Taatgen, hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de universiteit van Groningen, is een autoriteit op het vlak van multitasken. ‘Het is inderdaad de situatie die bepaalt of we kunnen multitasken. Eenvoudig gezegd kunnen we taken met elkaar combineren als ze verschillende delen van onze hersenen gebruiken.'
En als het druk is in de hersenen, kan er niet veel meer bij, zo bleek uit een recent onderzoek aan de universiteit van Washington. Zelfs een telefoontje of een sms verwachten, verhoogt de kans op auto-ongelukken. ‘We vergeten wel eens dat autorijden op zich al multitasken is', legt Taatgen uit. ‘Dat maakt rijlessen zo stresserend. Helemaal alleen op een rechte baan, moet je niets meer doen dan de baan houden, en kun je nog aandachtig naar de radio luisteren of praten, want dat zorgt niet voor een conflict in de hersenen. Maar als er veel verkeer is en je gevaarlijke kruispunten tegenkomt, heb je meer hersengebieden nodig. Vandaar dat het gesprek in de auto stilvalt als de chauffeur in een ingewikkelde verkeerssituatie terechtkomt.' En dat telefoneren, al dan niet handsfree, gevaarlijk is.
Dat geldt zowel voor de oudere als voor de jongere generaties, waarvan wel eens gedacht wordt dat ze wel veel tegelijk kunnen doen, omdat ze al multitaskend opgegroeid zijn. Ook zij slagen er niet in om tegelijk tv te kijken, op hun tablet te lezen en sms'en te versturen, en niets te missen, want al die dingen gebruiken dezelfde hersendelen.
Droedelen kan wel
Multitasken is geen goed idee, zou je dus denken. Maar zo eenvoudig is het niet. Als je verschillende taken niet dezelfde hersengebieden gebruiken, kan het werken. Meer zelfs, in sommige omstandigheden leveren we betere prestaties als we twee dingen tegelijk doen.
‘Als je tijdens een vergadering of les droedelt, dan onthoud je beter wat er gezegd wordt', stelt Taatgen. ‘Het tekenen zorgt ervoor dat je gedachten niet afdwalen, maar omdat droedelen een ander deel van je hersenen gebruikt dan opletten, belemmert het je aandacht niet. Ook als je iets moet doen wat je eigenlijk al kunt, helpt het soms om een beetje afgeleid te zijn. Atleten die te veel nadenken over hun motoriek of techniek, presteren slechter. Een ander voorbeeld is het nemen van een pil. Als je daar te veel op focust, dan lukt dat soms niet. Maar als je tijdens het innemen een beetje afgeleid wordt, gaat het vanzelf.'
Het onderzoek van Coens ging over ‘concurrent' multitasken, oftewel het op hetzelfde moment uitvoeren van verschillende taken. Denk: autorijden en telefoneren, strijken en tv-kijken. Daar is ondertussen al uitgebreid onderzoek naar gedaan. ‘Omdat de gevolgen in sommige omstandigheden zo groot zijn', legt Taatgen uit. ‘We maken misschien 99,5 procent van de tijd geen fouten, maar die 0,5 procent keer dat dat wel gebeurt, heeft dat bij een chauffeur, piloot of luchtverkeersleider misschien fatale gevolgen.'
Waar de wetenschap vandaag meer en meer onderzoek naar doet, is ‘sequential' multitasken, oftewel taken afwisselen of een taak uitvoeren die regelmatig onderbroken wordt. ‘Dat onderzoek gaat dan vooral over efficiëntie, het maken van keuzes en hoe ons kortetermijngeheugen werkt. Stel: je bent aan het werk en de telefoon rinkelt. Wat doe je na die onderbreking? Ga je meteen terug naar je taak of kijk je snel even naar je mails? Ben je je concentratie helemaal kwijt of snel weer op dreef?'
In de meeste gevallen zorgt het afwisselen van taken en onderbrekingen voor concentratie- en tijdverlies. Meer dan we vermoeden zelfs. Maar je kunt dat binnen de perken houden, legt Taatgen uit. ‘Door bijvoorbeeld niet bij het eerste belletje de rinkelende hoorn op te nemen, maar eerst de taak, gedachte of zin waar je mee bezig bent, af te werken. Je kunt de telefoon gerust een paar keer laten overgaan, en die paar extra seconden zorgen ervoor dat je na de onderbreking je taak vlotter weer kunt opnemen. We kunnen niet “leren” multitasken, omdat ons brein nu eenmaal zijn beperkingen heeft, maar we kunnen wel leren hoe we beter omgaat met die beperkingen.'
DS, 03-04-2013 (Nathalie Le Blanc)