PDA

Bekijk de volledige versie : Honderd jaar katholieke kerk in Vlaanderen


Barst
22nd December 2012, 14:57
Waar men ging langs Vlaamse wegen


De Standaard-redacteur Marc Reynebeau schreef een rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van het katholicisme. Katholiek Vlaanderen toont een wereld waar nu niet veel meer van overblijft. Velen zien de kerk vandaag als weinig meer dan een evenementenbureau.


De socioloog Marc Hooghe rekende het uit: als de ontkerkelijking in haar huidige tempo verder gaat, dan blijven de katholieke kerken vanaf 2016 voorgoed leeg. Hooghe heeft het over het bijwonen van de zondagsmis, een religieuze plicht waar vandaag amper nog 5 procent van de Vlamingen zich aan houdt. Overigens is de belangrijkste plicht waaraan katholieken zich te houden hebben de paasplicht, maar daarover bestaan niet voldoende betrouwbare cijfers. Wel over het kerkbezoek op Kerstmis: rond 8 procent.

Regionaal variëren deze cijfers vrij sterk. De belangrijkste factor is de graad van verstedelijking. De kerkelijke plichten worden nog het best vervuld in landelijke gebieden als het West-Vlaamse platteland, de Kempen en de Oostkantons en het minst in en rond de steden. Brussel laat steevast de laagste cijfers optekenen, ook als gevolg van zijn multiculturele karakter.

Dat geringe kerkbezoek is ontnuchterend voor een land dat traditioneel nochtans altijd katholiek is geweest. In de zestiende eeuw gold het zelfs als een soort katholieke frontlijnstaat tegen het protestantisme. De Zeventien Provinciën waren erdoor zelfs in twee delen gebroken, waarna de Zuidelijke Nederlanden ontstonden, waarvan het grondgebied al erg sterk op dat van het huidige België lijkt. Hoe anders dat vandaag ligt, wordt geïllustreerd door de openlijke twijfel van de KU Leuven aan de ‘K' in haar naam en door de nadruk waarmee CD&V altijd herhaalt dat die ‘C' allerminst een confessionele ambitie symboliseert.

Andere cijfers tonen nochtans iets anders: vandaag wordt ongeveer een kwart van de huwelijken ook nog in de kerk voltrokken, zowat de helft van de nieuwgeborenen wordt gedoopt en op een overlijden volgt in ruim de helft van de gevallen nog een kerkelijke begrafenis.

Om het oneerbiedig te zeggen: velen lijken de katholieke kerk nu te zien als een soort evenementenbureau, een instelling die bij de keerpunten in het menselijke bestaan (geboren worden, trouwen, sterven) voor het nodige ritueel en ceremonieel kan zorgen. Iets analoogs geldt in de publieke dienstverlening, waarin het katholicisme met zijn scholen of ziekenhuizen een grote institutionele macht kon opbouwen, die vandaag in geen verhouding meer staat tot de gelovigheid.

Dat was de uitkomst van de geschiedenis. In het ancien régime vormde de kerk een eigen, bevoorrechte stand met veel macht, zowel politiek als, via haar grootgrondbezit, economisch. Daarop bouwde ze in de negentiende eeuw voort met een netwerk van zuilorganisaties die de gelovigen in zoveel mogelijk aspecten van hun dagelijkse leven op het goede pad trachtten te houden. Die maatschappelijke macht kon ze tot de Tweede Wereldoorlog in stand houden. Maar daarna begon de aftakeling, die, allicht niet toevallig, rond 1968 een opvallende versnelling kende.


Pedofilieschandaal

Vandaag is de aartsbisschop nog altijd de eerste in het nationale protocol en hangt een A-nummerplaat op zijn auto. Maar dat zijn historische relicten. Hoe dat verleden eruitzag, is uitstekend te zien op historische foto's. Toen beheersten de kerk, haar bedienaren en haar sociale of culturele instellingen de publieke ruimte nog overdonderend. Gelovigen voelden geen schroom om hun katholicisme publiek te tonen. Bisschoppen dwongen ontzag af met opvallende kledij. Bij processies maakte iedereen de weg vrij. En katholieke manifestaties – van bedevaarten, vieringen en optochten tot autowijdingen of het feestelijke inhalen van een nieuwe parochiepriester – brachten hoe dan ook altijd een massa volk op straat.

Die vanzelfsprekende aanwezigheid in en kleuring van het openbare domein zijn nu weg. Waar de macht – vooral de macht van het getal – wegvloeide, kwam eerst het gezag in de plaats. Nog tot laat in de twintigste eeuw kon de kerk haar inzichten over contraceptiva, abortus, euthanasie of huwelijksmoraal in de wet doordrukken. Daarna zocht ze, onder impuls van kardinaal Danneels, een compromis met de moderne samenleving. Al kreeg haar morele gezag een forse, wellicht definitieve knauw met het pedofilieschandaal dat in 2010 uitbrak.

Danneels' opvolger, aartsbisschop André Léonard, had toen al een einde gemaakt aan de consensuspolitiek. Hij ruilde de dubbelzinnigheid van het compromis in voor de zuiverheid van de doctrine. Zijn kerk is daardoor ook principieel een minderheidskerk geworden.

Al blijft de paradox dat zeker Vlaanderen mentaal nog altijd door zijn katholieke geschiedenis getekend blijft.


DS, 22-12-2012 (Marc Reynebeau)