Jasmien.Mertens
21st November 2012, 22:11
Meerderheid jongeren helpt slachtoffers cyberpesten niet
Ruim de helft van de jongeren die getuige zijn van cyberpesten doet niets om het slachtoffer te helpen. Eén op vijf komt niet tussenbeide uit schrik om zelf gepest te worden. Dat blijkt uit een grootschalige studie van de Universiteit Antwerpen.
Voor de studie ondervroegen wetenschappers van de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen 2.333 Vlaamse jongeren tussen negen en zestien jaar over hun ervaringen met cyberpesterijen. Elf procent was het voorbije half jaar slachtoffer van cyberpesten. Evenveel jongeren gaven toe dat ze in dezelfde periode zelf iemand via internet of gsm hadden gepest.
Meer dan een op de drie jongeren was getuige van cyberpesterijen. Minder dan de helft daarvan probeerde het slachtoffer te helpen. Bijna 57 procent deed helemaal niets. Vijf procent deed mee met de pestkop. “De jongeren geven zelf verscheidene redenen om niet helpen”, zegt professor Heidi Vandenbosch. “Bijna een derde zegt dat het zijn of haar zaken niet zijn. Een op de vijf doet niks uit schrik om zelf gepest te worden. Evenveel jongeren weten naar eigen zeggen niet hoe ze het slachtoffer kunnen helpen.”
De bevindingen sluiten volgens Vandenbosch aan bij onderzoek naar traditioneel pesten. “Hoewel de meeste jongeren pesten veroordelen, durven ze in concrete situaties niet ingrijpen.” Daarom organiseert het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten van 31 januari tot en met 8 februari de campagneweek ‘Horen, Zien en SPREKEN!’
Bron: Klassa voor leerkrachten, 21/11/2012, http://www.klasse.be/leraren/29792/meerderheid-jongeren-helpt-slachtoffers-cyberpesten-niet/
Mening: Computers en internet kunnen jongeren in contact brengen met nieuwe vrienden, maar kan evengoed pestgedrag versterken. Ik denk dat het internet niet zozeer voor nieuwe pestsituaties zorgt, maar wel bestaande pestsituaties kan uitbreiden. Leerlingen die vroeger enkel op de speelplaats of in de klas gepest werden, kunnen nu ook via de computers met hun pesters geconfronteerd worden. Op mijn stageschool was er een meisje uit het eerste jaar dat gepest werd. Men had hier een filmpje van gemaakt en dit op You Tube en Facebook geplaatst. Zo konden alle andere leerlingen van in en buiten de school haar mee uitlachen.
Het is erg spijtig dat jongeren hier elkaar niet in steunen en helpen. Dat is dus erg vergelijkbaar met het traditionele pesten, waarbij de meeste jongeren op de achtergrond blijven uit schrik zelf gepest te worden. Ook als het pesten via internet gebeurd, laten ze dit stilzwijgend toe.
Meer dan één op de tien leerlingen krijgt te maken met cyberpesten. In de meeste klassen zitten er dus wel enkele slachtoffers. Mijn stageschool heeft erg goed gereageerd op de bovenstaande situatie. Hoewel ze zouden kunnen zeggen dat het een privésituatie is, die niets met de school te maken heeft, hebben ze toch actie ondernomen. Ondertussen zijn de filmpjes verwijderd en zijn er gesprekken geweest met de pesters, de ouders en het meisje zelf. Omdat alles via internet erg snel kan verspreiden is het belangrijk om hier ook snel op in te spelen.
Ruim de helft van de jongeren die getuige zijn van cyberpesten doet niets om het slachtoffer te helpen. Eén op vijf komt niet tussenbeide uit schrik om zelf gepest te worden. Dat blijkt uit een grootschalige studie van de Universiteit Antwerpen.
Voor de studie ondervroegen wetenschappers van de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen 2.333 Vlaamse jongeren tussen negen en zestien jaar over hun ervaringen met cyberpesterijen. Elf procent was het voorbije half jaar slachtoffer van cyberpesten. Evenveel jongeren gaven toe dat ze in dezelfde periode zelf iemand via internet of gsm hadden gepest.
Meer dan een op de drie jongeren was getuige van cyberpesterijen. Minder dan de helft daarvan probeerde het slachtoffer te helpen. Bijna 57 procent deed helemaal niets. Vijf procent deed mee met de pestkop. “De jongeren geven zelf verscheidene redenen om niet helpen”, zegt professor Heidi Vandenbosch. “Bijna een derde zegt dat het zijn of haar zaken niet zijn. Een op de vijf doet niks uit schrik om zelf gepest te worden. Evenveel jongeren weten naar eigen zeggen niet hoe ze het slachtoffer kunnen helpen.”
De bevindingen sluiten volgens Vandenbosch aan bij onderzoek naar traditioneel pesten. “Hoewel de meeste jongeren pesten veroordelen, durven ze in concrete situaties niet ingrijpen.” Daarom organiseert het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten van 31 januari tot en met 8 februari de campagneweek ‘Horen, Zien en SPREKEN!’
Bron: Klassa voor leerkrachten, 21/11/2012, http://www.klasse.be/leraren/29792/meerderheid-jongeren-helpt-slachtoffers-cyberpesten-niet/
Mening: Computers en internet kunnen jongeren in contact brengen met nieuwe vrienden, maar kan evengoed pestgedrag versterken. Ik denk dat het internet niet zozeer voor nieuwe pestsituaties zorgt, maar wel bestaande pestsituaties kan uitbreiden. Leerlingen die vroeger enkel op de speelplaats of in de klas gepest werden, kunnen nu ook via de computers met hun pesters geconfronteerd worden. Op mijn stageschool was er een meisje uit het eerste jaar dat gepest werd. Men had hier een filmpje van gemaakt en dit op You Tube en Facebook geplaatst. Zo konden alle andere leerlingen van in en buiten de school haar mee uitlachen.
Het is erg spijtig dat jongeren hier elkaar niet in steunen en helpen. Dat is dus erg vergelijkbaar met het traditionele pesten, waarbij de meeste jongeren op de achtergrond blijven uit schrik zelf gepest te worden. Ook als het pesten via internet gebeurd, laten ze dit stilzwijgend toe.
Meer dan één op de tien leerlingen krijgt te maken met cyberpesten. In de meeste klassen zitten er dus wel enkele slachtoffers. Mijn stageschool heeft erg goed gereageerd op de bovenstaande situatie. Hoewel ze zouden kunnen zeggen dat het een privésituatie is, die niets met de school te maken heeft, hebben ze toch actie ondernomen. Ondertussen zijn de filmpjes verwijderd en zijn er gesprekken geweest met de pesters, de ouders en het meisje zelf. Omdat alles via internet erg snel kan verspreiden is het belangrijk om hier ook snel op in te spelen.