PDA

Bekijk de volledige versie : ‘Kinderen hebben dood en horror nodig om de wereld te begrijpen'


Jolien.Helsen
15th October 2012, 20:45
‘Kinderen hebben dood en horror nodig om de wereld te begrijpen'

Was het nu animatie of reanimatie? Een inkijkje in het hoofd van Tim Burton
zaterdag 13 oktober 2012, 18u36
Auteur:Tim Adams

13/10/12‘Je zegt niet nee als Tim Burton je vraagt'

Misschien was het zijn eenzame kindertijd die zijn buitengewone visuele verbeelding heeft gevoed. De gerenommeerde regisseur Tim Burton maakte naam met films als Edward Scissorhands en Beetlejuice; de esthetiek van het enge is allang zijn handelsmerk. Zijn jongste film Frankenweenie, over een jongetje dat zijn dode hond weer tot leven brengt, is hierop geen uitzondering.
Een eeuw geleden behoorde het gothic kantoor van Tim Burton (54) in Belsize Park, Noord-Londen, toe aan Arthur Rackham, de gevierde illustrator van onder meer Peter Pan,De avonturen van Alice in Wonderland en De sprookjes van Grimm. In de bovenste kamer van het huis is de aanwezigheid van de ene rusteloze geest waarin constant nieuwe ideeën broeiden, naadloos vervangen door een andere.
‘Rackham hing hier blijkbaar ontwerpen van feeën op', vertelt Burton en wijst naar de balken boven zijn hoofd. We kijken uit op een ommuurde, wilde tuin die uit een ander tijdperk lijkt te stammen. In het licht dat langs de verticale stijlen van de grote ramen valt, lijkt het wel alsof de feeën hier nog altijd een beetje aanwezig zijn. ‘Mensen geloven echt dat ze hier 's nachts rare geluiden horen', zegt Burton, ‘maar ze voelen het aan als iets positiefs.'
De regisseur kocht zijn bezielde werkruimte niet lang nadat hij een decennium geleden naar Londen is verhuisd. Ongeveer een kilometer hier vandaan bevinden zich de aanpalende rijtjeshuizen die hij deelt met zijn geliefde, de actrice Helena Bonham Carter, en hun twee jonge kinderen. Burton staat erom bekend niet bepaald een praatvaar te zijn. Zijn overweldigend beeldend talent lijkt ten koste te gaan van zijn retorische begaafdheden, die zelden verbaal vuurwerk opleveren. Je hoeft met andere woorden niet lang met hem te babbelen voor je doorhebt waarom Bonham Carter hem ‘een tehuis voor in de steek gelaten zinnen' noemt. Halfweg een zin stopt hij of begint hij over iets anders. Vraag Burton waar zijn ideeën vandaan komen, of, erger, ze te koppelen aan gebeurtenissen uit zijn verleden of heden en hij zal oprecht zijn best doen om te antwoorden. Maar meteen maakt hij duidelijk dat zijn films eigenlijk zijn verhaal vertellen. En zijn jongste, Frankenweenie, is ideaal om mee te beginnen.
Disneytrauma
In verschillende opzichten is Frankenweenie de film die Burton zijn hele leven heeft gemaakt. Het is een prachtige en groothartige stopmotion-animatie in zwart-wit over een jongetje in een saaie en ongure Amerikaanse buitenwijk die zijn geliefde dode hond weer tot leven brengt en de allereerste film die Burton ooit heeft bedacht. Toen hij 28 jaar geleden als animator voor Disney werkte, maakte hij er een korte versie van. Disney vond het echter te macaber en enige tijd later werd Burton bedankt voor bewezen diensten.
Dat hij nu teruggekeerd is naar Disney – na voor het bedrijf meer dan een miljard dollar in het laatje te hebben gebracht met Alice in Wonderland, de op elf na lucratiefste film ooit – voelt allicht als de perfecte afrekening. Burton moet erom lachen, maar ontkent niet dat hij ervan genoten heeft uiteindelijk zijn zin te hebben gekregen.
‘Frankenweenie betekent veel voor me', zegt hij. ‘Het ding is: in het begin van de jaren tachtig was het voor Disney iets heel ongewoons. Ze wisten daar toen eigenlijk niet zo goed waar ze mee bezig waren. Je had een groep van zeer getalenteerde mensen, die evenwel meestal met hun vingers zaten draaien. De situatie was er behoorlijk shakespeareaans: de oudere mannen van Sneeuwwitje hielden koste wat het kost vast aan de macht. Ik was niet zo'n goede animator, tenminste niet in de Disneytraditie, en dus lieten ze me een jaar of twee met rust en kon ik ondertussen wat zitten tekenen.'
Aanvankelijk voelde het alsof Burtons droom werkelijkheid werd. Hij was opgegroeid in Burbank, een voorstad van Los Angeles, en woonde vlak bij de Disney-studio. In zijn puberteit had hij zich vooral beziggehouden met het kijken naar films, en vooral dan horrorfilms, en met uit te vissen hoe hij ze zelf kon maken.
‘Het was geweldig: ik was 21 en werd betaald om een hele dag te tekenen. Maar na een paar jaar had ik het gevoel dat het nergens naartoe ging. Uiteindelijk gaven ze me een beetje geld om de stop-motionfilm Vincent (gebaseerd op zijn liefde voor de films van Vincent Price, red.) te maken en daarna deed ik iets met Frankenweenie...'
Er waren plannen om Frankenweenie samen met Pinocchio te vertonen, maar na een screening waren Disneys marktonderzoekers er onmiddellijk van overtuigd dat de film kinderen een trauma zou bezorgen. Burton moest misschien wat meer aan happy endings denken, suggereerden ze. ‘Na een paar jaar voelde ik me als Rapunzel die gevangenzat in de toren. Niets van wat ik maakte, zag ooit het daglicht', zegt Burton. ‘Gelukkig zagen een paar mensen bij Warner Bros mijn kortfilm Vincent, waardoor ik Pee-wee's big adventure kon doen.' De film bracht meer dan 40 miljoen dollar op. Burton keek niet meer achterom, en hoefde zich vanaf dan ook geen zorgen meer te maken over stroperige eindes.
Dichtgemetselde ramen
Wat is het verhaal achter Frankenweenie, dat wil ik graag weten. Alle films van Burton, met hun morbide archetypes, doen ergens wel autobiografisch aan, al is het op een psychologische manier. Maar dit verhaal, een ontroerend en uiteindelijk triomfantelijk relaas over een eenzame kindertijd waarover een zweem van dood hangt, voelt vooral heel intiem en persoonlijk aan. Waarom is hij na zoveel jaar teruggekeerd naar Frankenweenie?
‘Voor mij is het altijd een beetje een geheugending geweest', zegt Burton. ‘Alles inFrankenweenie is gebaseerd op iemand of een deeltje van iemand die ik heb gekend. Alle plekken, emoties en kindergedachten voelen heel echt aan. Het was een manier om elke herinnering en elk gevoel dat ik had samen te brengen in één plaats.'
Over zijn kinderjaren is Burton
altijd nogal terughoudend geweest, maar hij heeft er nooit echt een geheim van gemaakt dat zijn carrière deels een denkbeeldig antwoord is op het emotionele gemis uit die jaren. Het detail dat hij vaak oprakelt, is het rare sprookjesachtige feit dat zijn ouders de ramen van zijn slaapkamer dichtmetselden en maar een smal streepje lichtinval toelieten. Burton identificeerde zich dan ook met de personages van Edgar Allan Poe die levend begraven waren.
Voor Burton geboren werd, was zijn vader een professionele baseballspeler. Daarna werd hij reisagent. Hij was zo'n beetje een rolmodel, maar dan niet voor zijn zoon.
Burton beweert ook dat hij nooit goed heeft kunnen opschieten met zijn moeder. Het ging zelfs zo slecht dat hij op zijn twaalfde bij zijn grootmoeder introk en op zijn zestiende een eigen appartement huurde. Hij ging werken om zijn middelbare school af te kunnen maken. Dat hij gedwongen werd om zo snel volwassen te worden, compenseerde hij door op elke mogelijke manier zijn kinderlijke verbeelding te beschermen. Raar genoeg heeft hij in het verleden beweerd: ‘Ik ben in therapie geweest, maar over mijn ouders heb ik nooit gepraat.' Is deze film, waarin het jongetje Victor zelfs na lang aandringen weigert een balletje te gooien met zijn vader en zich op zolder verstopt met zijn herboren hond, dan een vorm van catharsis?
‘Vaagweg', zegt hij, ‘maar de ouders in de film zijn eigenlijk meer een droomversie. De situatie is op een bepaalde manier positiever dan de werkelijkheid was. Mijn ouders gingen gebukt onder het idee het perfecte gezin te moeten zijn.'
Zijn hond was zijn steun en toeverlaat?
‘Wel, ik had een hond, maar hij leek niet op die in de film. Sparky heb ik getekend als een hart. Een klomp hart. Dat was de emotie die ik wou overbrengen. Een hond kan je eerste liefde zijn – bij mij was dat zeker het geval. Onvoorwaardelijke liefde is dat. Met mensen heb je dat niet vaak. Je hebt het ook niet met alle dieren. Maar mijn hond was zeer gevoelig en hij had een ziekte, wat betekende dat hij niet lang te leven had – hoewel hij uiteindelijk toch behoorlijk oud is geworden. Ik vermoed dat ik toen Frankenstein gezien heb en dat al die liefde en dat leven en dat besef van dood van in het begin samen aan het broeien waren.'
De dood is alomtegenwoordig in het werk van Burton. Was zijn zieke hond zijn eerste ervaring met het sterfelijke?
‘Toen mijn hond ziek was, had ik echt het gevoel dat de dood op de loer lag. Daarna zag ik vooral veel dood in films. In zowat elke film waarvan ik hield, zat het idee, zoals in Draculaen zo. Wat ik niet begrijp aan ouders, is dat ze vergeten hoe belangrijk die dingen zijn voor kinderen. Die oude Disneyfilms bulken van dood en horror. Kinderen hebben dat nodig, dat geloof ik echt. Het is hun manier om de wereld te begrijpen.'
Tekenen = zen
Het was toen, in zijn dichtgemetselde slaapkamer, dat Burton het idee van animatie letterlijk begon te nemen. Zoals Victor in Frankenweenie wou hij dingen tot leven brengen. Hij ging af en toen naar het kerkhof dat vlakbij lag, waar hij begon te fantaseren over de enge man die graven delfde. Het is redelijk alarmerend hoe eenzaam hij zich gevoeld moet hebben, zegt hij. Ondanks al zijn succes heeft het idee dat hij een buitenstaander is Burton nooit verlaten.
‘Ik begon met stop-motion toen ik een klein jongetje was. Je neemt een Super 8, je maakt een paar modellen en dan doe je ‘beweeg en klik', ‘beweeg en klik'. Ik hou van alle vormen van animatie maar stop-motion heeft iets unieks en speciaals: het is echter, en de set is verlicht zoals een “echte” set. Tegelijk denk ik dat het ook iets eenzaams en donkers is om te willen doen.'
De film lijkt op een bepaalde manier in de ban van die verloren onschuld: is dat ook iets wat hij wil laten herleven?
‘Mensen zeggen me dat ik blijven steken ben in mijn kindertijd', zegt hij, ‘maar dat is het niet. Ik herinner me een retrospectieve van Matisse, waar je kon zien dat hij op een bepaalde manier was begonnen, dan iets anders had geprobeerd en dan zijn hele verdere leven had getracht om terug te keren naar dat eerste ding. De verrassing.'
‘Iets soortgelijks is het feit dat je maar één keer op een originele manier kunt ervaren hoe raar het leven is. Ik denk dat mijn films daar soms symbool voor staan. Mijn gedachten dwalen er vaak over af, maar ik probeer het niet te veel te analyseren.'
Burton kreeg zijn moment van verlichting toen hij student aan de kunstschool was. Op een dag besliste hij om niet meer te tekenen zoals hem dat aangeleerd was in de klas of zoals andere mensen dat deden, maar zoals hij het aanvoelde. ‘Het staat me nog glashelder voor de geest. Het was als drugs nemen, alsof ik iets chemisch in mezelf had ontketend. Daarna was tekenen een totale bevrijding voor mij.'
Meestal heeft hij potlood en papier bij zich, maar tegenwoordig is hij meer op zijn hoede, omdat hij bang is betrapt te worden door paparazzi of fans met iPhones terwijl hij aan het tekenen is. ‘Vroeger kon ik gewoon naar het winkelcentrum gaan en iedereen tekenen in wie ik zin had. Nu is dat niet meer zo gemakkelijk. Ik verstop me nu in een donker hoekje van een bar met mijn schetsboek. Soms heb ik iemand gezien die een personage zou kunnen zijn en dan ga ik terug en teken ik die. Maar het tekenen zelf is heel belangrijk. Het is iets zen-achtigs; het is intiem en privé, wat in deze tijden geen sinecure is.'
Tastbaar
Na Alice, dat gebruikmaakte van al wat er aan digitale animatietechnologie voorhanden was, was het tastbare van Frankenweenie een noodzakelijke verademing voor Burton. ‘Het is fantastisch dat je de poppetjes kunt oppakken en aanraken', zegt hij ontroerd. ‘Het is een beetje als een oude film. Je doet je weerspiegeling van water met een spiegel en je neemt één frame per keer op. Ik vond het fantastisch dat ik naar dat basale kon terugkeren. Ik kreeg er massa's energie van.'
Er zijn periodes geweest waarin Burton volledig opgezogen leek in de kassakassa-machine van Hollywood – een beetje zoals Veruca Salt in Willy Wonka's uitvindingen. Dat hij er zich toch weer aan onttrokken heeft, zegt iets over zijn natuur, die strijdlustig en tegelijk schalks is. Hoe ouder hij wordt, hoe minder – in plaats van meer – verantwoordelijk hij zich voelt, zegt hij. ‘Het wordt zelfs belangrijker om dingen te doen waar je om geeft', zegt hij. Daarna schudt hij me de hand en verdwijnt in zijn tuin, om naast de fake grafsteen te gaan poseren voor de zoveelste foto.
Bron: DS

Eigen mening:
Tim Burton is een regisseur van animatiefilms (Disney). In dit artikel/interview zegt hij: ‘Kinderen hebben dood en horror nodig om de wereld te begrijpen'. Als ik even deze stelling analyseer ben ik er niet volledig mee eens. Kinderen zijn jong en naar mijn mening tastbaar voor vele feiten. Als je hen horror en dood voorschotelt, in bijvoorbeeld animatiefilms, dan zal er altijd een negatieve gedachte achterblijven die eventueel later tot uiting kunnen komen. Het kan zijn dat kinderen zich daardoor te hard gaan focussen op de dood. Met eventueel als gevolg vele sessies bij de psycholoog. Uiteraard is dit een extreem geval. Maar kinderen benaderen met dood en horror is niet goed! Toch moet je hen ook niet vreemd maken van de dood. Kinderen moeten kunnen realiseren dat de dood bestaat. Velen zullen hoogwaarschijnlijk al met de dood geconfronteerd zijn binnenin de familie. Maar via animatiefilms dood doen te begrijpen vind ik niet zo een goed idee. Er zijn andere alternatieven om hen ‘dood’ te laten ‘ontdekken’.